Ouders die hun pasgeboren kind in handen hebben: hoe onhandig zijn zij. Dat breekbare prille leven in hun handen. De zorg en aandacht die het vereist. De vondst van theatermaker Jetse Batelaan om die ouders reuzen te laten zijn, is schitterend. Twee meter lang zijn ze, de jonge ouders. Inderdaad, reusachtige handen waarin zo’n klein leven […]
Het is een goed verhaal. Je oom zat in het verzet. Na de Tweede Wereldoorlog pleegt hij op 5 december 1946 een aanslag met een als sinterklaascadeau vermomde bom op een NSB’er die tijdens de oorlog veertien mensen verraden heeft. Gerechtvaardigd geweld of terrorisme?
Bommenneef, zo werd de oom van theatermaker Marjolijn van Heemstra door zijn bloedverwanten genoemd. Een paar jaar geleden besloot zij een voorstelling over deze heldhaftige familiegeschiedenis te maken, die nu in première gaat. Het plan: Bommenneef zou een Soldaat van Oranje van de kleine zaal worden.
Met veel gevoel voor ironie draaft ze over het toneel om te laten zien wat het moest worden. Een draaiend plateau, een spectaculaire entree van haar oom, explosies en een heuse brommer. Want bommenneef was een held en zijn daad werd gelegitimeerd door het idee van Gandhi: als je moet kiezen tussen lafheid en gerechtvaardigd geweld, kies dan voor geweld. Laffe mensen zijn er immers al genoeg.
Maar wat als die verrader nooit een verrader geweest blijkt te zijn? Wat als er bij de aanslag meerdere slachtoffers vallen: een kind, een dienstmeisje van zeventien? Wat als bommenneef geen held, maar een terrorist blijkt?
Zo kantelt Bommenneef, in een eindregie van Jetse Batelaan, al snel van een spectaculair bedoeld special effects-verhaal over de Tweede Wereldoorlog naar een oprechte en filosofische zoektocht naar de kern van terrorisme vanuit de persoonlijke betrokkenheid van de theatermaakster. Wie was haar oom eigenlijk en wat bezielde hem?
Die zoektocht is helder en grijpt je in een enkel geval naar de strot. De nauwkeurige, bijna droge opsomming van verwondingen van de slachtoffers na de Sinterklaasaanslag door haar oom is confronterend en brengt alle terreurdiscussie terug tot de gruwelijke essentie.
In de loop der tijd veranderde haar onderzoek. Met de opkomst van IS en de recente aanslagen in Parijs is het terrorisme in korte tijd akelig dichtbij gekomen. Een eenzame bananendoos in de supermarkt kan nu zomaar leiden tot angst en paniek. De daad van Van Heemstra’s oom kan tegen deze angstachtergrond niet langer weggezet worden als een onderhoudende familieanekdote.
Zo wordt Bommenneef een oprechte zoektocht naar wat een terrorist bezielt en hoe je je moet verhouden tot terreuraanslagen. Bij dat onderzoek, dat in een door licht en donker gedomineerd toneelbeeld getoond wordt, staat acteur Herman Gilis haar terzijde. Hij beeldt verschillende mogelijke versies van haar oom uit: van binnensmonds mompelende bejaarde tot agressor. In stoffig Canadees uniform is zijn veelal zwijgende aanwezigheid vooral ondersteunend. De acteur, die beurtelings bommenneef en zichzelf speelt, dient als geweten en tegenwicht van Marjolijn van Heemstra.
Echt nieuwe inzichten leveren de confrontaties tussen de twee niet op. Wat een terrorist is of bezielt? Ondanks alle onderzoeken hebben we geen notie. Dat maakt machteloos, onzeker en bang. Een onderzoek naar de kern van onze angsten lijkt bijna een logisch vervolg van deze voorstelling.
‘Ik ben iets, omdat jij me wat laat zijn’, zegt Gilis. Dit geldt niet alleen voor de relatie die wij hebben tot terroristen, maar geldt evenzeer voor onze houding ten opzichte van deze acteur, die na vierenveertig jaar met pensioen gaat. Bommenneef is zijn slotproductie. Marjolijn van Heemstra geeft hem met deze voorstelling een klein afscheid. Een gelauwerd acteur die zich na decennia afvraagt of er eigenlijk wel zoiets als een kern, een essentie van een personage bestaat. Impliciet geldt deze vraag ook voor de bommenneef en alle andere terroristen.
Foto: Leo van Velzen