Als de befaamde Russische balletdanser Vaslav Nijinsky (1888?-1950) danste, was het alsof hij een ander universum betrad, onttrokken aan de wetten van de zwaartekracht, alsof hij zelf God was want ‘God was beweging’, zoals hij in zijn dagboek schrijft. (meer…)
‘Een sprong in de tijd’, zo omschrijft Stef Bos zijn voorstelling, waarin hij ons meeneemt naar 1991, het jaar waarin hij zijn eerste liedjes schreef. Hij zet zijn leven van toen af tegen zijn leven nu en wisselt liedjes uit die begintijd af met nieuw repertoire.
Mooi aan deze vorm is dat de voorstelling hiermee veel meer wordt dan een greatest-hits-show. De liedjes die Bos zingt staan ten dienste van het verhaal over zijn leven en zo krijgen Stef Bos-klassiekers als Papa en Is dit nu later? een nieuwe betekenis.
Er is in die vijfentwintig tussenliggende jaren een heleboel gebeurd. Bos is veranderd, hij is rustiger geworden. Vroeger was hij onrustig, weemoedig ook, maar zonder dat hij daar echt een reden toe had – hij had immers nog geen verleden. Nu hij ouder is, is hij, gek genoeg, veel minder bezig met het verleden. Hij is lichter geworden en leeft in het nu.
Bos is behoorlijk tevreden met zijn leven en die tevredenheid is tegelijkertijd zijn kracht en zijn zwakte. Zijn kracht, omdat Bos hierdoor heel ontspannen op het podium staat. Hij zingt met veel overgave en zet zijn slungelachtige lijf in om zijn liedjes emotioneel kracht bij te zetten. Maar het is ook zijn zwakte, omdat een compleet gelukkig leven doorgaans geen interessant theater oplevert. Vooral zijn nieuwe liedjes vertellen eigenlijk steeds hetzelfde verhaal: het verhaal van een man die in het hier en nu leeft, die heeft geaccepteerd dat het leven een reis zonder bestemming is en die zich daaraan heeft overgegeven.
Deze tevreden houding leidt ook tot een zekere zelfgenoegzaamheid en tot een ietwat getuigende toon. ‘Het wordt een stichtelijke avond’, zegt Bos meermaals, met een knipoog weliswaar, maar het is absoluut waar dat Bos een beetje de stijl van een dominee heeft. Hij leest zelfs af en toe een spreuk uit de Bijbel op en presenteert ons levenslessen zoals je die veel in zelfhulpboeken vindt. Het zijn veelal clichés: als je in het leven de weg kwijtraakt, ben je eigenlijk heel dicht bij de kern; en hoe ouder hij wordt, hoe meer hij zich realiseert dat hij eigenlijk niet meer is dan een blaadje aan een boom – deel van een groter geheel en vergankelijk.
Dat je als toeschouwer toch nog verlicht naar huis kunt gaan, heeft niet zozeer te maken met Bos’ levenslessen, maar eerder met zijn prachtige, diepe stem, zijn charmante podiumpresentatie en de mooie, afwisselende muziek. En natuurlijk met Stef Bos-klassiekers als Papa en Wodka, die deze voorstelling voor de liefhebber extra leuk maken.