Van Bounce, de openingsvoorstelling van festival De Betovering, veer je niet uit je stoel. Dat heeft te maken met onhandige keuzes van het festival, maar bovenal met de dramaturgie van de performance. De inzet is helder – vier dansers moeten zich verhouden tot een groot, onbeweegbaar object – maar een spannend en onvermijdelijk conflict wordt het niet. (meer…)
Chotto Desh (Klein thuisland) is een virtuoos gedanste vertelling met visuals. Akram Khan bewerkte zijn solo Desh voor een jong publiek en vertelt het verhaal van zijn jeugd. Wat overblijft is een voorstelling die ondanks kwalitatief goede dans en mooie animaties maar weinig risico neemt.
In 2011 creëerde Akram Khan Desh (’thuisland’), een voorstelling over migratie, generaties en zijn vaderland Bangladesh. In de voorstelling danste hij zelf. Chotto Desh is een gevaarloze bewerking met een vereenvoudigd decor, lichte muziekcomposities en een zoet, chronologisch verteld verhaal. Het stuk werd herbewerkt door Sue Buckmaster van Theatre-Rites, een Brits jeugdtheatergezelschap dat met poppen en animaties werkt. Khan kijkt hierin terug op zijn jeugd en met name op de relatie met zijn vader. We duiken in het verhaal via een telefoonverbinding met een jongetje aan de andere kant van de wereld, want Khan (in deze bewerking uitstekend gedanst door Nicolas Ricchini) is het wachtwoord van zijn telefoon vergeten en belt met de hulplijn, een leuke vondst. Het jongetje aan de telefoon brengt hem in verbinding met zijn jeugd en zijn geboorteland Bangladesh.
De conversatie tussen Khan en het jongetje loopt via een geluidsband, die ook de stem van zijn vader en oma laat horen. Ze hebben beiden een hele ander opvatting over de opvoeding van de jongen. Vader vindt dat hij serieus moet studeren en aan het werk moet in het restaurant, oma is veel milder en heeft vertrouwen in de eigen wil van haar kleinkind. De solo neemt de kijker mee in de beleving van het jongetje en vermengt zijn verhaal met een oude Bengaalse legende van een jongetje dat op zoek gaat naar honing in het bos. Nicolas Ricchini is een fantastische beweger en doet aan Khan niets onder. Invloeden uit de Indiase kathak zijn duidelijk zichtbaar in zijn dans, die veel wervelende, circulerende bewegingspatronen kent en mimische arm- en handgebaren. Toch illustreren zijn virtuoze bewegingen vooral het narratief. Khan kan niet stil zitten, vader en oma twisten.
Mooi zijn de scènes die uit dat patroon breken. Bijvoorbeeld wanneer Ricchini met een paar zwarte strepen een gezicht tekent op zijn kaalgeschoren hoofd, dat zich met subtiele en uitgekiende bewegingen tot een personage – zijn vader – ontpopt. Een mooi staaltje ‘poppentheater’. Ook de fantasievolle geprojecteerde zwart-wit animaties, die levensgrote bloemen en dieren laten zien, imponeren. Ze stammen allemaal uit het originele Desh, in die zin dus niets nieuws. De dans van Nicolas Ricchini is een genot om naar te kijken. Toch zou je willen dat Khan en Buckmaster meer aan die dans hadden overgelaten. Het vertellen van verhalen zit diepgeworteld in de Britse theatertraditie, dat blijkt wel. Dat deze Desh-versie zo lineair en illustratief heeft uitgepakt, moet een misvatting zijn en is een regelrechte onderschatting van het jonge publiek. Het verhaal van de jonge Khan is een verhaal dat er toe doet en waarin veel kinderen en ouders, migranten of niet, zich zullen herkennen. De toeschouwer krijgt het in een keurig pakketje opgediend, van de magie van theater blijft helaas maar weinig over.
Foto: Richard Haughton