Het is dramatisch gezien een van de meest heftige momenten denkbaar: een zoon schrijft in de nacht voor de begrafenis een toespraak voor zijn vader die zelf een einde aan zijn leven heeft gemaakt. Hoe geef je woorden aan het onuitsprekelijke verdriet en de verwarrende gevoelens van boosheid en rouw na zelfdoding? Toch komt in Lieve vrienden, familie, genodigden het drama niet helemaal uit de verf. (meer…)
René van Meurs (1985) is behalve comedian ook een echte dertiger; een jonge man die worstelt met de stuwende verplichting tot volwassenheid en ondertussen nog steeds pizza aan huis laat bezorgen en zich tegoed doet aan pornofilms. Toch reikt zijn engagement verder dan zijn eigen leefwereld, en stipt hij op rake wijze enkele actuele thema’s aan. Het resultaat mag er zijn, al is er ruimte voor verbetering: in Even goede vrienden staat de grap voorop, terwijl Van Meurs best wat meer in mag zetten op rustpunten.
Het decor is sober te noemen; slechts een rood tafeltje en een kruk heeft René van Meurs nodig om zijn verhaal te vertellen. Alsof hij daarmee wil zeggen: bij mij staat de inhoud centraal, terwijl hij die zo node mist tegenwoordig. Of het nou zijn jeugd in Schipluiden is, de zesjesmentaliteit in de medische wetenschap of de ‘bagger’ van Roy Donders; de morele leegte is alomtegenwoordig. Van Meurs’ onbehagen is begrijpelijk, maar niet bijster origineel in thematiek. Daarnaast is de rode draad die hij in zijn voorstelling heeft willen aanbrengen nog te broos om zijn losse verhalen aan elkaar te lijmen.
Ironie of niet, Van Meurs lijkt wel degelijk de pretentie te hebben om een boodschap uit te dragen, al lijkt hij ook slachtoffer te worden van zijn eigen dadendrang. ‘Uiteindelijk wordt informatie vervormd tot entertainment’, zegt hij. En dat is gelijk zijn uitgangspunt voor deze voorstelling: hij is niet beter dan de mensen die hij bekritiseert – integendeel, met een bezoek aan de Oranjes weet hij zijn zelfspot goed te etaleren – maar zeker ook niet minder. Van Meurs beweert zelfs meerdere oplossingen te hebben voor de huidige vluchtelingenproblematiek. Hij vindt bijvoorbeeld dat gevoel voor humor een goede maatstaf is voor het wel of niet toelaten van vluchtelingen. En dat stemrecht ook met een even simpel als briljant alternatief kan worden voorgesteld, waardoor het betere smaldeel van het electoraat overblijft.
Leuk gevonden, maar het is jammer dat Van Meurs het niet in een doorlopend verhaal heeft kunnen gieten. Ook gaan sommige grappen uit als een nachtkaars, terwijl een goede punchline zijn gedachtespinsels kop en staart geeft. Nu wil hij als comedian vooral scoren, terwijl een rustpunt hier en daar zijn programma meer lading zou geven. Al moet gezegd: zijn analyse van de serieuze journalistiek en zijn belevenissen bij een hippe koffietent in Amsterdam maken het de moeite waard om te gaan kijken. Als Van Meurs nog iets meer gaat schaven, kan hij zomaar tot grote hoogte stijgen.
Foto: Anne van Zantwijk