Goed dat mimetheatergroep Bambie de gelegenheidsvoorstelling in het kader van Theater Na de Dam nog 2 dagen doorspeelt. En eigenlijk zouden de acht performers en die ene onverstoorbare orgeldraaier De beschieting op de Dam ook nog op zondagmiddag 7 mei in Frascati moeten presenteren. (meer…)
Op uitnodiging van de Cairo Acting School maakten Guido Kleene van Compagnie Dakar en Jochem Stavenuiter van Bambie een voorstelling in Egypte. Tijdens de repetities brak de revolutie uit, waardoor het repetitieproces met regelmaat werd onderbroken. Volgens de makers gaat de voorstelling niet direct over de Arabische lente, maar is die er wel mee verbonden. Dat blijkt duidelijk uit Alouli Hinne dat een stuk of tien scènes telt die vlot aan elkaar zijn gemonteerd, maar niet allemaal even helder zijn.
De openingsscène op het erf is fraai. De boerenschuur heeft drie schuifdeuren. Beurtelings gaan ze open en stapt een acteur naar buiten. Vier mannen en twee vrouwen staan dan naast elkaar op het erf. Eentje wordt onwel en valt op de grond. De anderen bekommeren zich aanvankelijk om hem, maar staan al meteen ruzie met elkaar te maken over wat er moet gebeuren. Voor wie wel eens in Arabische landen is geweest, is dit een zeer herkenbare situatie.
Tolerantie is een belangrijk thema in de voorstelling. Zo zien we op een boerenkar een korte scène waarin een jongen zijn vriendin komt voorstellen aan zijn familie. Eén vrouw is gekleed in boerka en de ander in djellaba met hoofddoek. De jongen is trots op zijn vriendin die niet alleen gekleed is in een kort rokje maar ook haar haar laat hangen. Het is duidelijk dat de twee dames hier moeite mee hebben, maar dramatisch is deze scène niet. Komisch is evenwel dat de dames even later een koekje eten wat met zo’n gewaad aan bepaald ingewikkeld kan zijn.
In een andere scène spreken de spelers opgewonden over het nieuws uit de krant die ze in de hand hebben. Snel ontstaat een euforische sfeer van verzet. Allen tillen een stoel boven hun hoofd als wapen, onder het uiten van opgewonden kreten. De acteurs schieten alle kanten uit over het erf. Een van de spelers staat daarbij op een hooiberg. In het weiland daarachter kijkt het schaap hem stoïcijns aan, wat een onbedoeld komisch effect sorteert. Altijd leuk, dit soort cadeautjes in het locatietheater. De laatste scène toont de zes spelers met een masker van een vuil kijkende Mubarak op. Een voor een worden de mannen afgevoerd en gemarteld.
Alouli Hinne is een sympathieke productie door het enthousiasme van de spelers, maar de kwaliteit van de verschillende taferelen is sterk wisselend. Voor de Egyptenaren moet het een bijzondere ervaring zijn geweest om zich vrijelijk te kunnen uiten. Bij sommige scènes blijft het echter te veel gissen naar wat de spelers ons willen vertellen. De regisseurs zijn er maar ten dele in geslaagd om Alouli Hinne tot een coherente voorstelling te maken.
(foto: Saris & Den Engelsman)
Zie ook het artikel ‘Theater in tijden van revolutie’ dat werd gepubliceerd in TM september 2011
Beste recensent,
Als mede-regisseur van de voorstelling die u bespreekt, wil ik een korte reactie geven op wat u schrijft. Niet op de mening die u geeft. ik respecteer uw mening en apprecieer zeer dat u naar de voorstelling bent komen kijken.
De voorstelling was overigens het resultaat van een aantal workshops, die door individuele kunstenaars in Cairo zijn georganiseerd – en die Jochem Stavenuyter en mij hebben uitgenodigd – met name om bepaalde mime technieken te leren – In die zin was de voorstelling een echte uitwisseling. Tijdens de repetities brak de revolutie uit – waarin een aantal van deze acteurs een grote rol had en gewond is geraakt . Maar dat terzijde.
Ik wil opmerken dat er een enkele feitelijk onwaarheid in de tekst staat. Er was geen scène met maskers van een vuig kijkende Mubarak – of u zou Mubarak moeten herkennen in het masker van een huilende baby.
Maar belangrijker: Er staan een paar generalisaties over Arabieren en Egyptenaren, die niet alleen onjuist zijn, maar ook denigrerend – en niet in een recensie passend. Zoals de zin ‘Voor de Egyptenaren moet het een bijzondere ervaring zijn geweest om zich vrijelijk te kunnen uiten.’
Denkt u dat werkelijk? Denkt u dat Egyptenaren zich niet vrijelijk uiten – bent u een Egypte deskundige? U schrijft – voor wie wel eens in Arabische landen is geweest – is dat (de ruzie terwijl iemand op straat ligt) een zeer herkenbare situatie.
Dergelijke zinnen tonen wat mij betreft vooral de noodzaak aan – om meer en diversere voorstellingen en muziek uit Arabische landen naar Nederland te brengen – om ruimte te geven aan de nuance – en het inzicht dat de dilemma’s waarmee mensen in Egypte te maken hebben, niet zoveel verschillen van hier in Europa – of waar dan ook ter wereld.
Toen Salam Yousri (een van de theatermakers) twee jaar geleden Oerol bezocht, werd hem door vele mensen gevraagd: Oh – bestaat er dan theater in Egypte?
Als zelfs een goed voorbereide recensent als u een dergelijke zin schrijft, dan hoop ik dat we de tijd krijgen – met voorstellingen, films, literatuur- om dat beeld bij te stellen.
Met vriendelijke groeten,
en hopelijk tot een weerzien in het theater,
Guido Kleene
Beste Guido,
Als toevoeging op je tekst: het gebrek aan nuance en inzicht zou zonder meer aan de recensent kunnen liggen. Een aantal jaren geleden noemde hij het werk van Tarkan Koroglu (regisseur Theater EA) en ik citeer: “wit theater met toevallig een Turkse regisseur”. In mijn ogen heb je dan als recensent niets begrepen van het beginsel van culturele diversiteit in het theater.
Aangaande je opmerking over het gebrek aan kennis (“bestaat er dan theater in Egypte?”): misschien moet deze of gene eens uitgelegd worden dat de culturele beschaving van Egypte (waaronder theater) al millenia lang floreerde toen wij hier nog min of meer in grotten woonden? Sommige domheid is gewoonweg schokkend.
Vriendelijke groet,
Imre Parkanyi
Zakelijk leider Theater EA