Ze spelen een spel en hij is de baas. Zij vindt van niet, maar dat doet er niet toe, zegt hij. Zij is een meisje en meisjes zijn vrouwen en die moeten gewoon afwachten en luisteren. Eerst is het spel nog keurig: een rustig spelen met woorden, reageren, associëren (hij: ‘barn’, zij: ‘steen’), maar al snel wordt het heftiger. Stemmen schieten de hoogte in, worden sterker, confrontaties, drukke bewegingen. Wat spel was, wordt serieus.
De vorige voorstelling van De Gemeenschap, Stand up, lie down (nominatie VSCD Mimeprijs 2015), was een kleurrijke, hilarische performance. Stripverhaal is weer geregisseerd door Roy Peters en geschreven door Rob de Graaf, maar het verschil had esthetisch bijna niet groter kunnen zijn. In stemmige kostuums van Marrit van der Burgt staan een jongen (René Geerlings) en een meisje (Esther Snelder) tegenover elkaar. In hun spel kristalliseren machtsverhoudingen zich al snel uit. De twee personages zijn jong, kinderen nog in hun soms onhandige bewegingen, maar onverwacht wijs in hun uitspraken en verhalen.
Het speelveld is omheind met witte doeken en een touw, dat in de hoeken op z’n plaats wordt gehouden door bakstenen. De jongen en het meisje overschrijden die grens nooit, ook niet als ze elkaar huppelend achtervolgen of hun stemmen verheffen. En nooit raken ze elkaar aan. Dan klinken onheilspellende klanken en achter de witte doeken vermoeden we een beklemmende werkelijkheid. In de strak-poëtische tekst van De Graaf regent het prachtige zinnen. Achter die woorden gaat een koortsachtige wereld schuil, een wereld waar een ‘Huis van de Toekomst’ staat, een gebouw van glas waar kinderen dingen leren – maar dan betrekt de hemel, begint het te onweren. De afgemeten zinnen verliezen hun onschuld. Wreedheid lonkt.
Het spel van de spelers is even trefzeker en zuiver als de tekst. Geerlings speelt de jongen met een sadistische grijns om de lippen: dominant, maar ook een tikje onhandig. Snelder pareert zijn bevelen slim, haar stem helder en evenwichtig. Gruwelijk of confronterend wordt Stripverhaal niet. Zoals de jongen en het meisje elkaar niet aanraken, blijft ook de beklemming op afstand. Ondanks de visuele charme van de voorstelling is het geheel wat braaf. Het blijven kinderen die daar spelen, in hun omheinde vierkant: nergens knalt het spel buiten die lijntjes.
Foto: Sanne Peper