Het oeuvre van liedtekstdichter en cabaretier Jan Beuving (Numansdorp, 1982) is met drie soloprogramma’s en drie duovoorstellingen relatief beperkt. Maar Ivo de Wijs, een grootheid binnen de beroepsgroep van liedtekstdichters, plaatst het werk van Beuving in de buitencategorie. (meer…)
Voor mensen die spelen met taal, hoe kundig en leuk ze dat ook doen, lopen de cabaretzalen nooit vol. Vraag maar aan Drs P., Jeroen van Merwijk en ook aan het fenomeen Kees Torn. Frank van Pamelen behoort tot dat uitgelezen gezelschap. Dat wil zeggen: hij is net zo talig als de andere twee, kan rijmen en dichten zonder het hemd te lichten, maar kan theatraal minder uit de voeten.
Althans: als we afgaan op het programma Complot, waarmee Van Pamelen deze maanden een korte toer door het land maakt. Zijn vijftiende alweer. Buiten het theater is de van oorsprong Zeeuws-Vlaming de andere twee flink de baas met tientallen boeken, gedichten, vele honderden columns en als organisator van evenementen die altijd iets met taal van doen hebben.
Met Complot is het eigenlijk vlees noch vis. Het is soms ronduit saai, dan weer best onderhoudend en soms sterk, bijvoorbeeld als hij ‘de poëzie van het gewone’ beoefent. En geestig als hij zijn publiek op de wijs en het ritme van ondermeer het Wilhelmus teksten van Teletekstpagina’s laat zingen. Of een lied van Koos Alberts moeiteloos in een heavy metalmelodie van AC/DC inpast.
Maar Van Pamelen probeert ook allerlei ver doorgevoerde complottheoriën via idiote redeneringen en berekeningen leuk te laten zijn. Dat is, naast een interactieve verkiezing van ‘de gewoonste stad van Nederland’ en het bedenken van een goede slogan daarvoor, een soort van rode draad. Vooral in het deel voor de pauze zijn de complotgedachten en anagrammen zelden de moeite van het overdenken waard. Of leuk. Daarvoor zijn ze te verzonnen en te ver doorgevoerd. Absurde redeneringen, waarbij nog ruimte is voor twijfels over het realiteitsgehalte, zijn dat vaak wel.
Na de pauze komen de complottheoriën nog maar mondjesmaat en dat maakt de voorstelling een stuk aardiger. Met de oude Drs P. in een gastoptreden op groot scherm en Van Pamelens antwoord op diens rijmkunstwerkje ‘Winschoterdiep’. Ook Kees Torn krijgt nog een ereplekje. Jammer dat we daarna zelf een bijdrage dienen te leveren aan het fluteinde van de voorstelling door de meest geschikte stadsslogan te scanderen. Publieksparticipatie kan tenenkrommend zijn.
Drs. P, Jeroen van Merwijk en Kees Torn. Dat zijn er toch drie Ruud en geen twee!
Alzheimer light, Kick. Ik had er eerst twee staan