Jack Nieborg, regisseur van Romeo & Julia bij Shakespeare Theater Diever, komt in het programmaboekje van de voorstelling met een scoop van jewelste. Althans: voor mij. Romeo en Julia hebben misschien dezelfde vader! De oude Montecchi en de oude Capuletti zouden kutzwagers zijn. Daarom zou de vete bestaan, daarom zou de liefde tussen de twee […]
Dit is een mooi voorbeeld van een ‘als’-voorstelling: wat als Romeo en Julia uit Shakespeares beroemdste liefdesspel aan het eind niet dood zouden gaan maar voortleven? Zouden ze dan verliefd hun hele leven slijten of zouden ze verbitteren als Martha en George uit het beroemde huwelijksdrama Who’s afraid of Virginia Woolf? van Edward Albee?
De spelers Meral Polat en Eran Ben-Michaël studeerden in hetzelfde jaar af aan de Amsterdamse Theaterschool. In hun afstudeervoorstelling kwam dit thema al aan de orde, en nu brengen ze het opnieuw op de planken. Met sympathie en liefde voor het onderwerp, uit de losse pols en vooral persoonlijk. Ze zijn verbonden aan Theater Rast.
Het is zoeken geblazen naar het tragische echtpaar Martha en George. En ook Romeo en Julia zien we niet meteen terug. Soms is er wat venijn, maar dat blijft getemperd. De liefde van Romeo en Julia is verder weg. Het is dan ook niet dat we kijken naar een voorstelling waarin deze ‘als’-gedachte verder wordt uitgewerkt, Who’s afraid of Romeo & Julia is eerder een performance dan een echt toneelstuk. In vertellende, soms cabareteske vorm nemen ze ons mee door hun liefdesleven: de relatie van Eran is na ruim tien jaar ten einde gekomen, die van Meral na drie jaar.
Deze autobiografische gebeurtenissen lopen als een rode draad door het verhaal. Ze zoeken bij elkaar naar het antwoord op de vraag ‘wat de ultieme liefde is’, ‘de ware liefde’, niet een scharrel, nee, durende passie. De spelers zijn elkaars ijkpunt. Ze hebben nachtenlang gediscussieerd over dit onderwerp, boeken gelezen, Eran is zelfs naar mindfulness-training gegaan en Meral leidde na de breuk een hevig, maar eenzaam leven. Ze noemen elkaar bij de voornaam en dat geeft een grote mate van intimiteit. Op het achterdoek staan foto’s geprojecteerd van hun ouders. Polat is afkomstig uit Turkije, Ben-Michaël uit Israël, maar deze verschillende geboortelanden spelen nagenoeg geen rol.
Wel is het relaas van hoe hun ouders en grootouders elkaar ontmoet hebben van grote kwaliteit en ontroering. Het is alsof ze ermee willen uitdrukken dat hun ouders wel de ware vonden, maar dat zij daarin niet zijn geslaagd. De voorstelling heeft niet de pretentie antwoord te geven op deze reusachtige levensvragen, daartoe is de hand van regisseur Celil Toksöz niet streng genoeg. Eerder is het een fraai en uitnodigend samenspel van herinneringen, verwachtingen, dromerijen en zoektochten. Niet elke scène is even sterk en de publieksparticipatie altijd raak, zeker als het om liefdesaangelegenheden gaat. Gitarist Reint van de Brink begeleidt het tweetal op treffende wijze. Polat heeft een prachtige stem waarmee ze weemoedige liederen zingt. En Ben-Michaël heeft een trefzekere, droogkomische stijl van acteren met af en toe vlammende woede erin.
Who’s afraid of Romeo & Julia is vooral heel sympathiek en nodigt uit met de spelers mee te denken. Als aan het slot de briefjes worden voorgelezen waarop de bezoekers aan het begin hun definitie van liefde hebben gegeven, ontstaat er een spannende symbiose tussen zaal en spelers. Iemand heeft alleen maar de naam van zijn geliefde genoteerd, en dat is hartverwarmend.
Eran Ben-Michaël is de nieuwe maker van Theater Rast en, getuige deze voorstelling, kunnen we van hem een theaterstijl verwachten die persoonlijk en geëngageerd is, niet meteen een grootse greep uit het repertoire maar vertellend, enerverend, de toeschouwer op beheerste manier vervoerend. Qua spel zijn Polat en Ben-Michaël misschien elkaars uiterste, de eerste theatraal, de tweede beredeneerd. Ze bezitten beiden een grote kwaliteit en vooral geloofwaardigheid. Wat zij tonen, heeft de kracht van het echt gebeurde.
Foto: Jan-Reinier van der Vliet