Je moet ’s avonds eens in je tuin gaan staan en bij jezelf naar binnen kijken. Dan kun je aangenaam worden verrast. ‘Dan zie je wat een leuk leven je eigenlijk hebt’, zegt Sara Kroos in haar nieuwste theatershow Verte. Zij is kennelijk, na die blik door het raam, geïnspireerd en blijmoedig achter haar schrijftafel gaan zitten. En dat heeft een heerlijk programma opgeleverd. Vol humor en zelfspot, puike muziek en scherpe randjes. (meer…)
Hij droomt van haar. Ze praat, althans: haar lippen bewegen. Maar er is geen geluid. Hij probeert haar tevergeefs duidelijk te maken dat hij haar niet hoort, maar ze blijft druk gebarend praten. Iris van der Ende en Bart van de Woestijne zijn jonge makers, kersvers afgestudeerd aan de performance opleiding van Maastricht, en Verte is het resultaat van een theatraal onderzoek naar hedendaagse communicatie in het digitale tijdperk.
Skypen dus. Iris en Bart, de performers, spelen zichzelf, ze staan naast elkaar, gezichten naar het publiek, beiden achter een frame. We zien als het ware twee levensgrote computerschermen en volgen hun conversaties via Skype. Compleet met haperende verbindingen, vastlopende programma’s en miscommunicatie. Veel miscommunicatie. Onbeantwoorde vragen, antwoorden op vragen die überhaupt niet gesteld zijn, vertragingen in tijd en schokkerige beelden. Onmiskenbaar duidelijk wordt hoe de gemakken die de mens zelf gecreëerd heeft, voornamelijk in ons nadeel werken. Zelfs het meest eenvoudige gesprek mislukt.
Of het twee geliefden zijn die door een verre afstand van elkaar gescheiden zijn, of goede vrienden van vroeger, dat wordt niet duidelijk. Misschien verschilt dat op den duur niet eens zo veel meer van elkaar. De twee jonge mensen op het podium zijn aandoenlijk in hun pogingen een leuk gesprek te voeren. Beiden weten ze meerdere malen hun lachen op subtiele wijze te voorzien van iets wanhopigs. Dat geeft ze kleur.
In de drie kwartier dat deze voorstelling duurt, geven Van der Ende en Van de Woestijne een inkijkje in hoe de mens anticipeert op haperende techniek. Daar zitten aardige vondsten in, de storingen zitten zowel in beweging als in taal. Precies zoals in het echt. Maar wanneer is het de mens zelf die vastloopt? Wanneer beginnen wij te haperen en draaien wij door? Op dit moment blijft de mens maar proberen, voorzien van een masker dat misschien wat meer scheurtjes vertoont dan voorheen, maar nog prima past. We blijven keurig binnen de kaders van ons frame. Letterlijk en figuurlijk. Is dat niet wat te veel eer voor ons?
Pas op het allerlaatste moment stapt hij weg van zijn beeldscherm en laat hij haar zien dat hij alles is wat zij niet ziet. Het onopgemaakte bed, de bruine bladeren van zijn kamerplant, de geluiden van de straat. Zij ontkent dat allemaal. Hij praat, zijn lippen bewegen maar voor haar lijkt er geen geluid uit te komen. Nu komen de thematiek, de poëzie in de taal en het afstandelijke toneelbeeld pas echt samen, het wordt theatraal, het publiek wordt betrokken en een jongen, met al zijn haperingen, communiceert.
Foto: Melanja Palitta