Er wordt expliciet gezegd dat Clybourne Park weliswaar het derde deel van een cyclus is, maar dat je het stuk ook helemaal apart kan bekijken. Dat is zeker waar. Ik heb de twee voorgaande delen niet gezien en een erg interessante voorstelling ervaren. (meer…)
Zelf vreemdgaan is nog tot daaraan toe. Bedrogen worden is pas echt een probleem. De twee mannen en de vrouw in Bedrog, een stuk van Harold Pinter uit 1978, hebben zich in een lastig parket gemanoeuvreerd maar proberen er vooral ‘netjes’ uit te komen.
Al in de eerste scène van het door toneelgroep Nachtgasten gespeelde Bedrog wordt duidelijk dat Jerry ooit de minnaar was van Emma, de vrouw van zijn beste vriend Robert. Als ze elkaar enige tijd na het einde van hun verhouding ontmoeten, blikken ze even terug op hun affaire. Emma is nog altijd getrouwd met Robert, maar wil van hem scheiden nu ze erachter is gekomen dat hij regelmatig vreemdgaat.
Pinters stuk kent een omgekeerde chronologie; het gaat in negen scènes terug in de tijd. Die scènes tonen veelzeggende momenten in hun geschiedenis: het moment waarop Emma en Jerry uit elkaar besluiten te gaan, waarop Robert achter hun affaire komt, hoe Emma en Jerry hun gelukkige middagen doorbrengen in hun appartementje.
Uit al hun gesprekken valt op te maken dat ze alledrie regelmatig hun toevlucht nemen tot leugens, of ten minste tot halve waarheden. Nadat Jerry van Emma heeft gehoord dat ze onlangs haar man van hun verhouding heeft verteld, verwijt hij Robert dat die hem daar niet op heeft aangesproken. Robert maakt bijna nonchalant duidelijk dat Emma al jaren geleden die verhouding heeft toegegeven, maar dat het hem eigenlijk niet zoveel kan schelen. En nadat Jerry van Robert te horen heeft gekregen dat die er niets over heeft verteld aan Jerry’s vrouw, kunnen ze het eindelijk weer over werk en squash-afspraken hebben. De laatste scène toont Jerry, getuige bij het huwelijk van Robert en Emma, die een hoogdravende liefdesverklaring aflegt tegenover Emma. Maar de toeschouwer weet dan hoe schrijnend ongeloofwaardig de holle frases van Jerry zijn.
Voor Emma, Robert en Jerry lijkt het vooral van belang dat hun bedrog niet bekend wordt. Ze zijn achter in de dertig, zijn succesvol in hun werk, hebben kinderen en hun escapades mogen hun comfortabele leven niet in gevaar brengen. Van kiezen uit liefde of hartstocht is geen sprake, al lijkt dat meer te gelden voor de mannen dan voor Emma.
De morele consequenties van hun gedrag houden hen niet bezig. Ze worden maar zelden emotioneel. Hun gesprekken blijven over het algemeen beschaafd, soms op het banale af, op enkele venijnig sarcastische opmerkingen na. De acteurs van Nachtgasten (Margje Wittermans, Kees Boot en Yorick Zwart) brengen deze dialogen met flair. Wittermans geeft Emma een zekere naïviteit mee, terwijl regisseur Koen Wouterse de mannen de agressie die in de beschaafd geformuleerde dialogen schuilt iets te nadrukkelijk laat uitspelen. Wat de schrijnende leugenachtigheid van de situatie overigens niet versterkt.
Dat de voorstelling gespeeld wordt tussen toeschouwers die op kriskras opgestelde stoelen op de speelvloer zitten levert niet veel meer op dan een rommelig toneelbeeld. Maar Bedrog is een ijzersterk stuk met een thematiek van alle tijden. In de onderhoudende uitvoering van Nachtgasten valt er zonder meer van te genieten.
Foto: Greetje Mulder