‘Wij zijn in een wijk waar afval gescheiden wordt’, betoogt Peter. Afvalscheiding staat in DingDong voor al wat verantwoord en geëngageerd is, maar tegelijkertijd oersaai en burgerlijk. In dat keurslijf zitten Peter en zijn vrouw Helga. We treffen ze aan op het moment dat het korset ondraaglijk begint te knellen. (meer…)
Hij is een schrijver die worstelt met woorden, zij vliegt van conferentie naar congres om de wereld te verbeteren. Daar heeft hij niet zoveel mee, met dat verbeteren van de wereld. Ze verschillen van elkaar, Martin (Porgy Franssen) en Vera (Renée Fokker), maar kunnen elkaar niet weerstaan. Geluk vertelt hun verhaal in een reeks fragmenten: belangrijke keuzes uit twee levens die overlappen. Een eerste ontmoeting, het besluit om hulp te zoeken bij hun kinderwens en, jaren later, de vraag wat je een kind daarover vertelt.
Ger Thijs schreef en regisseerde het toneelstuk, zoals hij eerder deed met De kus en Oude meesters, en situeert alle scènes op dezelfde plek. Alle scènes vinden plaats in een woonkamer met aan weerszijden een stellingkast, drie Afrikaanse maskers aan de achterwand en een bank op de voorgrond. Op die bank gebeurt eigenlijk alles: daar wordt gediscussieerd, de liefde bedreven, geruzied en weer goed gemaakt. Het is een knusse setting voor een intiem verhaal over botsende ambities en het steeds terugkerende verlangen om bij elkaar te blijven.
Thijs schotelt zijn personages nogal wat keuzes voor. Behalve botsende toekomstdromen krijgen ze ook onvruchtbaarheid te verwerken, moeten ze uitvogelen wat ze vervolgens aan hun zoon vertellen, zijn er affaires en wordt Vera ongeneeslijk ziek waarop Martin weer aan het twijfelen slaat. Deze keuzes zijn extra interessant, omdat Vera en Martin zo verschillend in het leven staan. Franssen en Fokker geven mooi vorm aan het spel tussen de twee geliefden die elkaar – wellicht tegen beter weten in – blijven (terug)zien. Ze laten het wederzijds verlangen broeien, ook in de scèneovergangen waarbij de muziek opklinkt en het licht dimt. In deze onderbrekingen zijn Franssen en Fokker te zien in schemerdonker. Terwijl zij een andere jas aanschieten of een stropdas om de hals slaan, versterken danspasjes, blikken en aanrakingen de chemie.
Naast zijn ouders blijft zoon Thomas (Mark van Eeuwen) een tamelijk vlak personage. Van Eeuwen heeft zichtbaar moeite met Thijs’ schrijfstijl. Mede door zijn houterige dictie komt het personage niet goed uit de verf. Hij blijft een saai type. Dit roept zelfs de vraag op of Geluk niet zonder Thomas’ lijfelijke aanwezigheid had gekund. Dan had dat spannende spel van liefde in tegenwind en worstelingen nog meer ruimte gehad.
Foto: Ben van Duin