Als een reusachtige roos van vlees liggen 35 naakte performers op de grond, hoofd tegen ander hoofd, voeten tegen elkaar, schouders tegen dijen, hoofd op iemands buik. De toeschouwers staan eromheen, lopen rond deze rozet van blote lichamen. Het enige stukje stof dat sommige performers dragen is een mondkapje. (meer…)
Surrealistisch kun je het laatste werk van de jonge Zweeds-Nederlandse choreograaf Jefta van Dinther gerust noemen. Een uitgekiend concept van beweging, licht en geluid leidt de kijker door een landschap van duistere beelden. Vrolijk zijn de voorstellingen van Van Dinther allerminst, al hebben ze wel een bevrijdende werking. Na een nachtmerrie is het immers opgelucht ontwaken.
Pompende, zintuigelijke, rituele beweging kenmerkt de bewegingstaal van Jefta van Dinther, een choreograaf die zijn opleiding genoot aan de Amsterdamse Theaterschool. Maar zoals veel internationaal georiënteerde choreografen verhuisde hij nog niet zo lang geleden naar het buitenland, Berlijn en Stockholm om precies te zijn. Jammer voor Nederland, Van Dinther vertrok op een moment dat hij internationaal doorbrak.
As it empties out begint met een merkwaardig optreden van een kleine, tengere, bebaarde verschijning in korte spijkerbroek (Roger Sala Reyner). Aan zijn voeten draagt deze vreemde man grote zwarte schoenen met verdikte zolen, zijn ogen – afgedekt met donkere lenzen – lijken lege holle gaten. In de kleine ruimte voor het gordijn verhaspelt hij zijn zinnen die langzaam in een repetitief gezang transformeren; ‘give yourself’ wordt ‘kill yourself’ wordt ‘cure yourself’. Dan verschijnen verschillende dansers vanachter het gordijn. Ze buitelen over elkaar heen, een innige omhelzing kan evengoed een dodelijke strop zijn. Hun bewegingen zijn vluchtig en geladen met emotie.
In een volgend beeld stoeien de dansers met een meterslange PVC-buis, die onder het gordijn vandaan is gekomen. Hoe dwingend de soundscape van componist David Kiers is, wordt dan duidelijk. Een beladen en opzwepende techno-sound maakt van elke actie een heldhaftige daad en roept een stemming op van euforie. Begrippen als overdaad en verzadiging sluipen de choreografie binnen, maar niets wordt benadrukt. Vooral de ervaring staat centraal. Als een trotse krijger staat de zwaar bezwete Thiago Granata met de buis in de lucht. Dan schuift het gordijn traag omhoog, transformeert het beeld en ontstaat een tafereel waarbij vijf dansers ieder aan een touw, dat uit het grit komt, trekken. Terwijl de vijf verwachtingsvol omhoog kijken naar iets wat nooit verschijnt werkt de soundscape naar een climax toe.
Sinds zijn solo Grind (2011), een werk dat nog altijd toert en waar dit nieuwe groepswerk duidelijk op geënt is, wordt het werk van Jefta van Dinther gretig ondersteund door het internationale danscircuit. Vorig jaar nog creëerde hij bij het gerenommeerde Cullberg Ballet in Stockholm de succesvolle grotezaalproductie Plateau effect. Van Dinther blijft als gastchoreograaf verbonden aan het gezelschap, ook nu het sinds kort wordt geleid door Gabriel Smeets (voormalig artistiek leider van de School voor Nieuwe Dansontwikkeling in Amsterdam).
Maar los van Cullberg produceert Van Dinther ook zelfstandig met ondersteuning van huizen als Tanzquartier in Wenen, HAU in Berlijn en BUDA in Kortrijk. Maar hij werkt niet alleen, naast componist David Kiers maakt ook de Fins-Nederlandse lichtontwerpster en scenografe Minna Tiikkainnen deel uit van het artistieke team. Met de twee onderzoekt Van Dinther voortdurend de mogelijkheden van de black box. Het is een vruchtbare samenwerking, die leidt tot de overweldigende en hallucinerende atmosfeer die As it empties out domineert.
Een rood licht zet de lichamen van de dansers in een uitgekiend perspectief, dat aan de haal gaat met de machinale, ritmische herhaling van hun bovenlichamen. De scène houdt eindeloos lang aan. Soms is Van Dinthers werk net zo zintuiglijk, ritueel en surrealistisch als de Japanse Butoh; vooral in dit laatste werk waarin zijn beelden meer transformatie en contrast kennen dan in eerdere voorstellingen. As it empties out is als een trip, een donkere droom, een delirium; alles draait om de ontregeling en het spel met tijd, verwachting en perspectief. Uiteindelijk komt alles bij elkaar in een prachtige solo van danseres Linda Adami, die het begrip theater nog eens op verrassende wijze samenvat.
Foto: Eva Würdinger