De Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD) reikt dit jaar geen theaterprijzen uit. De branchevereniging van de podia deelt jaarlijks een breed palet aan prijzen uit voor de meest indrukwekkende podiumprestaties in verschillende disciplines. De uitreikingen worden uitgesteld naar volgend jaar, waarbij de jury’s per prijs de prestaties en voorstellingen over twee seizoenen zullen meenemen. (meer…)
Filmproducenten zijn altijd op zoek naar goede scripts, theatermakers naar goede stukken. Same time, next year van Bernard Slade is zo’n stuk. Van Lambaart Entertainment vertaalde het naar het Nederlands als Tot volgend jaar! Liz Snoijink en Peter Tuinman als Doris en George leggen er met hun vakmanschap eer in, vooral in de laatste scènes.
Dat vakmanschap is ook wel nodig omdat het stuk gedateerd (uit 1975) en erg Amerikaans is en de twee acteurs geen doorgewinterde comedyspelers zijn. Het verhaal gaat over een man en een vrouw die eens per jaar met elkaar overspel plegen. Het stuk begint aan het einde van hun eerste ontmoeting in 1951, wanneer ze hun jaarlijkse afspraak maken. Het gaat Liz Snoijink beter af een jongere vrouw (met petticoat) te spelen, dan Peter Tuinman een jongeman.
Hierna zien we ze elke vijf jaar bij hun geheime rendez-vous in een hotelkamer, tot aan 1981 toe. De jaartallen worden samen met foto’s uit die periode op een scherm geprojecteerd. Flarden van liedjes uit die tijd zijn dan even te horen. Tussendoor zien we hotelpersoneel de kamer weer klaarmaken voor de volgende ontmoeting.
De ontmoetingen zelf veranderen van stiekem en met schuldgevoel beladen, via de eerste ruzietjes en verzoeningen, tot een parallelle huwelijkssituatie. We zien hoe het feminisme, de Vietnamoorlog, de veranderende seksuele moraal, plastische chirurgie en nieuwe therapieën hun weerslag hebben op hun relatie. De eerste jaren kenmerken zich nog door frivoliteiten en koddigheden, met als ‘hoogtepunt’ 1961 waarin Doris acht maanden zwanger is en waggelend haar buik voor zich uitduwt.
Met het verstrijken van de jaren zien we spelers in hun rol groeien. Ook ontstaat er meer plaats voor minder eenduidige gevoelens (‘Had ik je al verteld dat ik oma ben geworden?’) en levenslessen (‘Het leven is comfortabel en dat is zo slecht nog niet.’). Hun verknochtheid aan elkaar wordt groter, en daarmee ook de angst elkaar te verliezen. Pas aan het eind van het stuk tonen de acteurs waartoe ze in staat zijn. Peter Tuinman weet te raken en de scène waarin Liz Snoijink zich huilend op het bed stort omdat ze denkt dat hij is vertrokken, maakte het wachten waard.
Foto: Roy Beusker