Vanmiddag in radioprogramma Theatermakers: Karina Holla, Liesbeth Gritter, Markell Helmann, Kees Scholten en Loek Zonneveld.
Een ode aan de vermomming, dat is de voorstelling Fremd-Körper van mimespeelster Karina Holla. In een klein juweel van een performance vertolkt ze man én vrouw, een vrouw in een mannenlichaam en een man in een vrouwenlichaam. Op een gegeven moment geeft ze toe dat ze niet weet wie ze is, ‘de man die ze moet zijn of de vrouw die ze verlangt te zijn’.
Holla draagt wel drie pakken over elkaar, om fors en krachtig van postuur te zijn als een man. Ze vertolkt het waar gebeurde verhaal van de Duitse vrouw Ella Gericke die in de economische crisistijd tijdens de Weimarrepubliek haar man verliest, kraandrijver Max. Ze kent de wet van de werkloosheid: honderden willen zijn baan hebben. Uit nooddruft gaat zij, vermomd als man, naar zijn werk. Ze wordt man onder mannen. Daartoe heeft ze een leerschool nodig: bier drinken, schnaps naar binnen slaan, varkenspoten eten, praten als een man, kroegtijger zijn. Ze doet het allemaal. Geleidelijk wordt haar lijf een ander lijf, een vreemd lichaam, inderdaad, Fremd-Körper.
Karina Holla is al decennia lang het toonbeeld van het fysieke theater, van de mime. Ze maakt bewegingsvoorstellingen in de school van Luc Boyer en Frits Vogels, niet altijd even toegankelijk, wel met een eigen beeldtaal, een eigen spirit. Deze nieuwste voorstelling in de regie van Gerardjan Rijnders is meer dan alleen het verhaal van de transformatie, ze refereert ook aan theatergeschiedenis. In 1983 was in het Holland Festival de voorstelling Jacke wie Hose (1982) te zien door Schauspielhaus Bochum. Op de tekst en in de regie van Manfred Karge vertolkte Lore Brunner deze dubbelrol van Ella Gericke als Max. Regisseur Karge liet zich inspireren door een kort verhaal dat Bertolt Brecht schreef nadat, in de naoorlogse tijd, Ella Gericke was ontmaskerd: ze had destijds een baan als nachtportier en haar ontmaskering haalde de krant. Haar noodlot was dat ze nooit meer terug kon naar haar echte bestaan als vrouw. Tijdens de oorlog gaf ze haar paspoort weg om een vrouw te helpen aan een nieuwe identiteit. Maar in de oorlog was ze ook kampbewaarder en SS’er. De oorspronkelijke titel Jacke wie Hose betekent ‘lood om oud ijzer’. Het is natuurlijk meer: het is ook jasje als broek, buis als pantalon. En met deze kostumering zijn we bij het theater aanbeland.
Zoals vaker lardeert Karina Holla haar voorstelling met een vorm van college, in de juiste betekenis van het woord. Links op de speelvloer staat een tafel waarop foto’s liggen die ertoe doen: van Brunner, Karge, zelfs van Ella Gericke en een krantenpagina over de dingen die de oorlog hebben overleefd. Drie stoelen staan op de set. Holla begint haar solo met de zin dat ze ‘de kerken kon ontwijken maar de kroegen niet’. Ze draagt een muts, donkere zonnebril en blauwe werkkleding. Ze ís Max.
In die mannelijke stoerdoenerij zit een gevoelige ziel verborgen. Aanvankelijk is haar spel met identiteit spannend en geniet ze er zelf ook van: deze Ella Gericke zal de mannen eens laten zien hoe een man behoort te zijn: grof, aanvallend, seksueel de meerdere. Maar geleidelijk raakt Holla’s personage in een identiteitscrisis. Ze kan haar tweede persoonlijkheid niet van zich afleggen, ze is ermee vergroeid. Moeiteloos dient ze de SS, moeiteloos is ze een kantinemeisje dat luistert naar de naam Puppchen en zelfs wordt er een vrouw verliefd op haar. Ze speelt de sterfscène van Max na, liggend op twee stoelen alsof ze zweeft naar het hiernamaals. Prachtig. Heel poëtisch is het moment dat ze de liefde van een vrouw afwijst, ja. wat moet ze anders? Mooi detail is dat haar koosnaam Sneeuwwitje blijft, ooit aan haar gegeven door Max. Zij gebruikt het als schuilnaam.
Holla speelt beurtelings in het Engels, Nederlands en Duits. Ze gaat er binnenkort mee op tournee naar Stockholm. Het Engels is niet passend in deze voorstelling en zeker niet altijd goed verstaanbaar, dat is jammer; het zorgt voor verwarring die het zicht op de verhaallijn ontneemt. Het Duits is meesterlijk, met de juiste Schmiere. Dat Duits van de kroegen, dat is de taal die Fremd-Körper nodig heeft.
Foto: Pauline Matusiak en Eddy Wenting
Waarde Karina graag had ik in Singer Laren je voostelling willen komen meemaken. Ben sinds 2 jaar wonend in het Rosa Spier Huis aldaar. Wij hebben een eigen toneelzaal.Misschien iets voor jou om te komen optreden? Op mijn voorspraak…ik ben hier de enige toneel/mime inwoonster.