Op een avond hiphopdans verwacht je beats te horen. Maar op de eerste avond van Summer Dance Theatre overheersen sombere en soms zelfs dreigende soundscapes. De toon wordt gezet door ondergronds gerommel en watergeluiden: kabbelend, stromend en klaterend. (meer…)
Een energieke en gevarieerde avond. Met urban dance uit diverse landen, uitgevoerd op hoog niveau. Compleet met een uitgekiende lichtshow en een lekkere presentatie. De opening van de vierde editie van Summer Dance Forever, A Night at the Theatre, liet zien dat de dansvorm die op straat begon zich dankzij superperformers voortdurend verder blijft ontwikkelen. Comedy, drama, abstracte dans, pure show – alles passeerde de revue. Het publiek was kleurrijk, jong en laaiend enthousiast.
‘Geen klassiek ballet, geen moderne dans, maar louter hiphop in da house‘ kondigt programmeur en presentator John Agesilas vooraf aan. Hiphop draait om de juiste energie. Het is dan ook gewaagd dat het programma opent met een ingetogen Nederlandse bijdrage van Andre ‘Drosha’ Grekhov en Simon ‘Statue’ Bus. Ze komen op met twee stoelen en presenteren een duet dat Beckettiaans begint, een traag-getimede Waiting for Godot, maar eindigt met een kruip-door-sluip-door van ongelooflijk flexibele ledematen.
Meteen daarna zien we het geoliede Britse The Collective, dat een up-tempo maar altijd goed gearticuleerde, precieze uitvoering van de afwisselende choreografie presenteert in combinatie met een mooie en ondersteunende lichtshow. Technische beheersing, danslust en durf spatten van deze jonge dansers af.
Na de pauze vraagt Agesilas of de girls zo hard mogelijk willen gillen, want het is tijd voor het speciaal uit Los Angeles (waar ze repeteren voor de nieuwe show van Beyoncé) ingevlogen Franse wereldberoemde duo Les Twins. ‘Waarom niet ook de boys? ‘ vragen Larry en Laurent Bourgeois als ze opkomen. ’s Middags hebben ze een energieke masterclass gegeven en voor de deelnemers daarvan die nu in de zaal zitten is het á la minute een topervaring als ze het technisch en theatraal verbluffende maar sympathieke en inspirerende tweetal terugzien.
In hun vijf minuten durende act laten de zesentwintigjarige broers zien dat zij het niveau van ‘uitvoerend danser’ inmiddels mijlenver zijn ontstegen. Deze jongens voeren geen choreografie uit maar lijken vooral als zichzelf op het toneel te staan en alle moves ter plekke te improviseren. Ze zijn heel snel, heel soepel, heel precies, volledig op elkaar ingespeeld en koppelen goed gefocuste beweging aan nuchtere zelfrelativering. Bovendien zijn ze onorthodox in hun muziekkeuze: we horen onder andere een stukje Nirvana. Hun zelfbewuste flitsperformance bestaat uit ultrakorte dansflarden maar toont wel aan dat dansers dezelfde superstatus kunnen verwerven als de popsterren die hen engageren.
Als klap op de vuurpijl zien we de Wrecking Crew Orchestra, een visuele traktatie uit Japan. El Squad begint met een exact op de muziek getimede choreografie van gifgroene laserlichtstralen. Ook daarna krijgen we geen danser te zien, alleen de oplichtende patronen op hun kostuums. In hoog tempo flitsen die aan en uit, wat resulteert in een choreografie van telkens op de meest verschillende momenten en plekken verschijnende en verdwijnende figuren. Die verwijzen alleen nog indirect naar het goedgetrainde, uiterst alerte en creatieve danserslichaam dat erachter schuilgaat.
foto: Phorm