‘Janus’ van Jasper van Kuijk is een les maatschappijleer van een docent die om de tien minuten wel een kwinkslag in de aanbieding heeft, maar die helemaal niets nieuws weet te melden **
De titel van Jasper van Kuijks debuutprogramma dekt de lading van wat er de laatste anderhalf jaar met hem is gebeurd: ’t Kan nie op. Winnaar van de jury- en publieksprijs van Cameretten 2010, geprezen om zijn geëngageerde houding en intelligentie. Anderhalf jaar later toert hij al door het land met een avondvullende versie van die voorstelling, die in veel opzichten staat als een huis.
Van Kuik maakte jarenlang deel uit van de grootste cabaretgroep van Nederland, de elfmansformatie Delfts Blok. De cabaretliefhebber mag blij zijn dat hij zijn eigen winkeltje is begonnen. In ’t Kan nie op is het aantal onderwerpen waarover hij het even met ons wil hebben, niet te tellen. Van Kuijk heeft zijn materiaal thuis op de bank vergaard. Zappend, voor de tv.
Want hij heeft een dreigbrief naar het NOS Journaal gestuurd en is daarvoor veroordeeld tot huisarrest. Met enkelband. De tv vormt even zijn enige venster op de wereld. Bepaald geen invalshoek waar je van achterover slaat, want die is de afgelopen decennia wel vaker gekozen voor een cabaretprogramma. En wat hij te berde brengt is ook lang niet altijd nieuw. Maar bij Van Kuijk gaat het om de invulling. Hij kan platgetreden paden inslaan en dan even later triomfantelijk op een totaal andere plek arriveren dan je verwacht.
Hij kan een verhaal vertellen, heeft flair, hij is scherp, actueel, heeft een fijne originele kijk op heel veel zaken die de gemiddelde medemens als ‘vanzelfsprekend’ of ‘normaal’ beschouwt. Hij strooit subtiel met rake oneliners en weet een verhaal af te maken met een goed doordachte grap. De enige makke van dit debuut zijn de paar liedjes die hij zingt. Niet vanwege de teksten, maar vanwege de zangstem en de eenvormigheid ervan. En hij heeft bijna anderhalf uur nog te veel hetzelfde energieniveau, zodat je niet altijd goed de aandacht bij hem kunt houden. Dit programma verdient nog een paar flinke pieken, wat vaker even los gaan.
Van Kuijk loodst je door een wereld, die in zijn ogen de lat steeds lager legt, die versimpelt en waarin alles moet worden ‘opgeleukt’. Zelfs de verfkleuren bij de Gamma heten niet meer gewoon wit, beige of bruin, maar Salon, Biscuit en Gnoe. Wie durft gewoon toe te geven dat hij nog nooit een aflevering van Zomergasten met ‘die trage kutfilm’ er achteraan heeft uitgekeken? Hoe komt het toch dat de ramp in Japan niet aansloeg bij ons? Waarom zat hij te kijken naar een drie uur live-uitzending van het NOS Journaal waarin de een na de andere verslaggever staat te melden dat er geen nieuws is? Wat is het verband tussen de emancipatie van de vrouw en de toenemende domheid van ons land? Het is zomaar een kleine greep uit zijn repertoire waarin hij vaak fijntjes heilige huisje omver probeert te duwen.
Ik vind het cynisme in zijn stuk vermoeiend en over het geheel nauwelijks grappig. Het feit dat men hem prijst om zijn doordachte kritiek vind ik een beetje makkelijk, gezien het feit dat het snel overgaat tot tenenkrommend gezeur. Het is niet de moeite waard om te kijken.
Jasper van Kuyk is nog grappig noch diepgravend.
Het is van een onuitstaanbare oppervlakkigheid,
Tenenkrommend.