Nederland is het zesde gelukkigste land ter wereld, laat een stem voor aanvang van de voorstelling Bunker door Theatergroep Echo weten. Dat neemt niet weg dat er in ons land veel mensen depressief zijn, dat de mensen zich opgesloten voelen als in een bunker. De overheid heeft er iets op bedacht: ze worden weggehouden van de maatschappij, en ook dat geeft een gevoel van in een ‘bunker’ te leven.

De voorstelling valt eigenlijk in drieën uiteen: beneden in de hal zijn vijf videoportretten te zien van gedeprimeerden, die een indringend beeld geven van depressie. Dan is er het welkom dat uit een ouderwetse radio klinkt voor aanvang en tot slot is er op de bovenverdieping van een leegstaand pand aan de rand van Arnhem de voorstelling zelf.

De locatie heeft iets bijzonders, vlak aan de Rijn aan de Nieuwe Kade in het voormalige pand voor kunstenaarsbenodigdheden van Peter van Ginkel. Een prachtplek met de uitstraling van industrieel erfgoed. De videoportretten, gemaakt door Vera van Nuenen, laten zien hoe depressies ontstaan, wat de betrokkenen eraan doen om ze te overwinnen. Elke keer weer is de kern het spanningsveld tussen maatschappij en de betrokkene zelf; ook verslaving, een auto-ongeluk of het gevoel uitgestoten te zijn spelen een rol. De betrokkenen worden gefilmd in hun eigen omgeving en op locatie. De reeks is liefdevol gemaakt en toont vooral dat degenen die aan depressie lijden ‘heldhaftig’ zijn. Ze zoeken wegen om aan hun depressie te ontsnappen, in dit opzicht is heldhaftig het juiste woord, ook voor de toeschouwer.

Op de eerste verdieping komen we in een geheel witte ruimte, waarin een plastic sculptuur, prachtig verlicht, als een soort plant door het plafond lijkt te groeien. Noa Helder ontwierp deze ruimte waarin twee spelers het publiek getuige maken van depressie; het zijn Anna Schoen en Pauline Greidanus. Ze spreken elkaar aan met hun werkelijke voornamen. In de regie van Anne en Lieke van der Vegt zetten zij vooral in op de bijna onontkoombare kracht waarmee depressie of burn-out hun leven binnenkomt en sterker nog, de regie over dat leven overneemt.

De beide spelers zijn in een grijs-zwart kostuum gekleed. Schoen lijkt de meer rationele van de twee, Greidanus laat zich sterker door emoties leiden. De laatste sluit zich van de wereld af door zich te verbergen in een soort witpapieren cocon. Schoen lijdt aan dwangneurose, zo moet ze elke ochtend spelen met een boormachine, het geluid ervan laten klinken en de kracht van de machine voelen.

Er is livemuziek van Mauro Casarini die met vervormde zang en elektronica de turbulente gevoelsstroom van de beide spelers verklankt. Het spel is op de grens van fysiek en ingeleefd. De teksten zijn van de hand van verschillende auteurs, zodat er een rijk en gevarieerd scala ontstaat over wat depressie is en vooral wat depressie met de betrokkenen doet. Beide spelers zijn ervaringsdeskundig, zoals het gezelschap in de toelichting laat weten. We kijken en luisteren dus naar zeer persoonlijke verhalen.

Verwacht geen medische of psychologische uitleg, evenmin een klacht. De analytische invalshoek van Schoen is prachtig, zeker in contrast tot het intens gespeelde verdriet van Greidanus. De eerste is krachtig aanwezig op de speelvloer, de tweede lijkt zich liever te willen verbergen. Schoen is de performer, Greidanus de kwetsbare vluchteling; Schoen gaat de confrontatie met depressie aan, Greidanus lijkt ervoor weg te willen kruipen.

Echte dialogen heeft het tweetal niet, ze spelen en vertolken elk voor zich een facet van depressie, zoals angst, woede, verzet, gelatenheid, verstild verdriet. Schoen zingt een lied tegen de depressie waarbij ze de stalen constructie van het pand laat mee resoneren. Het slotbeeld is van een intense schoonheid: terwijl Greidanus zich als het ware onzichtbaar wil maken tegen een witte muur, ‘schildert’ Schoen met een overheadprojector de wand achter haar zwart, eerst met voorzichtige vegen, dan heel heftig en fel bewogen.

Dit beeld drukt precies uit wat depressie is, zonder daar een woord aan te wijden. Het is groot en duister, het overkomt je, het is groter dan jezelf. Bunker is voor alles een pleidooi om depressie niet te veroordelen, maar ondanks alles er kracht uit te putten.

Foto’s: Sanne Peper