De Haagse dansorganisaties Korzo en Nederlands Dans Theater nodigen ieder jaar drie choreografen uit om vanuit volledige vrijheid een korte voorstelling te maken. De nieuwe editie van Here We Live and Now levert een gevarieerde trits dansschetsen op, van makers met een achtergrond in urban dance. (meer…)
DansClick, Danslokaal, Moving Futures Festival, Here We Live And Now: allemaal titels van nieuwsgierig makende programma-formats om op één avond divers choreografietalent te ontdekken. Toch valt de oogst deze herfst een beetje tegen.
De 12e editie van Danslokaal was van een minder hoog niveau dan doorgaans bij dit initiatief van Conny Janssen Danst. En in deze late decemberdagen valt ook het Haagse resultaat van Here We Live And Now 2024 tegen. Terwijl de organisatoren Korzo en Nederlands Dans Theater dit keer voor het eerst ook buiten de landsgrenzen kijken: ze werken samen met The Place in hartje Londen.
Dit Britse danshuis levert in ieder geval de aardigste bijdrage aan deze Here We Live And Now-editie: RONiN O, een duet rond een zwaardgevecht, gelardeerd met moderne dans en overgoten met muur- en podiumbrede visuals. Jammer dat de van oorsprong Japanse danser en choreograaf Yukiko Masui, met een achtergrond in hiphop, ballroom latin en moderne dans, voor de invulling van deze videowand kiest voor overbekende highlights zoals de beroemde Japanse kersenbloesem, de dichte stammenstructuur van de pijlbamboe en de rode toegangspoort van de Fushimi-Inari Taisha tempel in Kyoto. De twee dansers (Cher Nicolette en Jakop Lang) verdrinken bijna in al die overdadige beeldenclichés.
Wat deze toeristische iconen te maken hebben met het onderliggende thema van deze twintig minuten durende bewerking van haar avondvullende voorstelling RONiN, blijft onduidelijk. Een Japanse ronin is een meesterloze samoerai die zich bindt aan een persoonlijke code. In RONiN O neemt een eenzame vechtster (Nicolette) het op tegen een terloopse tegenstander (Lang). Waar Nicolette strak, scherp en stuurs beweegt, oogt de motoriek van Lang juist zacht, rond en fluïde. Beiden opereren overwegend kalm en beheerst, zelfs als ze het zwaard oppakken voor een onderling gevecht in een geprojecteerd landschap van regendruppels en watergolven.
Masui’s werk doet in de verte denken aan de overweldigend visuele dansperformances van het Japanse multitalent Hiroaki Umeda, die daadwerkelijk een fysieke dialoog aangaat met grafische beeldstormen van gerasterde pixels. Dan oogt dit eenvoudige duet op een soundscape van diepe ademteugen en kletterende zwaarden toch wat braaf.
De Canadees Charlie Skuy danste van 2018 tot afgelopen zomer bij het Nederlands Dans Theater (eerst bij NDT 2, toen NDT 1). Hij maakte in september naar eigen zeggen voor Danslokaal 12 een ‘lachende heksendans als erfenis van Hello Fresh en een reis naar Bali’. Klinkt grappig, was het niet. In zijn eerste bijdrage aan Here We Live And Now, getiteld The Stomach (verwijzend naar ‘een rommelend gevoel van binnenuit’), overheerst ook vage gekte. Samen met de in Nederland zo gewaardeerde danser Kenzo Kusuda verliest Skuy zich totaal in gesol met langharige pruiken, briesende windmachines, megagrote rugtassen, bejaarde boodschappenkarretjes, hysterische babylachjes en een groteske lip sync van flamencozang.
Ze lijken nog het meest op twee gesjeesde nachtzwervers, die telkens opkomen met iets dat ze uit een bak hebben opgedist. In dit absurdistische danstheater raak je als toeschouwer alle houvast kwijt. Waarom deze ervaren dansers hier publiek bij nodig hebben, mag een raadsel wezen. ‘What a fool am I’, klinkt ergens uit de keel van een kwelgeest, als Skuy met vier maskers op handen en voeten rondsluipt. Inderdaad, tamelijk belachelijk.
Tot slot probeert Constantin (Conny) Trommlitz, huismaker van Korzo en momenteel acht maanden in residentie bij K3 – Centre for Choreography I Tanzplan Hamburg, in een matig duet met de jonge danseres Lara Szymanski Canaro ‘de rauwe eerlijkheid en realiteit van pijn’ over te brengen in Antibodies. De bewegingstaal zou volgens de toelichting ‘de gevoelige relatie tussen de dansers en hun eigen verhalen over pijn’ benadrukken. Ook daar is weinig van te merken.
Terwijl op band rollend materiaal als in een regenkoker heen en weer golft, doen beide dansers dat op de vloer ook, veelal met hun hoofd naar beneden tussen hoekige, bonkige schouders. Trommlitz toont zijn hiphopachtergrond door af en toe fel te spinnen op rug of hand. Szymanski Canaro volgt hem zacht, dienstbaar en weinig expressief. Soms ligt ze geruime tijd stil. De patronen in hun aubergine- en grijskleurige kostuums lijken steeds te verschuiven. Maar hun samenzijn verdampt snel, zonder een residu van pijn of zorg voor elkaar achter te laten.
Foto’s: Sjoerd Derine