Niemand gelooft hem, en mensen vinden hem toch al gauw een ‘vreemde vogel’, maar Melle heeft superogen en bovendien: de kinderen in de zaal hebben dat kleine pluizige wezentje, dat levend bolletje wol op twee beentjes en met een piepklein stokje tussen zijn armen, óók gezien. In De Gorgels, naar de gelijknamige kinderboeken van Jochem Myjer, is het een feest van herkenning voor de zesplussers, al wordt het verhaal er wel érg snel doorheen gejast.

Halverwege de voorstelling is er uitgesponnen duinscène waarin lepelaars en zeehonden rustig rondbanjeren in de natuur. Het is een spaarzaam moment van welkome verstilling, een scène waarin het verhaal even niet vooruit wordt geholpen, die misschien zelfs wel overbodig is en daardoor zo noodzakelijk.

Want daarvoor en daarna roetsjt het verhaal van De Gorgels in een aaneenschakeling van plichtmatige, functionele scènetjes over de speelvloer. Na een paar minuten hebben we Melle al in bed, bij het ontbijt, op school en in de duinen gezien. Voor je het weet heeft hij zijn Waakgorgel Bobba al ontmoet en is er al een Groenlandse Brutelaar het raam uitgewerkt. Terwijl Myjers heerlijk knotsgekke anekdoten ergens natuurlijk volstrekte bijzaak zijn: De Gorgels gaat in de kern vooral over toewijding, gedeelde aandacht en onvoorwaardelijke vriendschap.

De band tussen Melle en Bobba had dus best wat aandachtiger in de verf mogen worden gezet door bewerker en coregisseur Jos Thie – overigens ook de vaste regisseur van Myjer. Maar samen met regisseur Oscar de Boer verkoos hij tempo boven diepgang, waardoor een deel van de charme van het bronmateriaal onherroepelijk verloren gaat.

Zéker niet alles, want de basis blijft een zeer aanstekelijk, tot de verbeelding sprekend avonturenverhaal over goed en kwaad. Billy de Walle speelt een ontwapenende Melle die je meteen in je hart sluit. Met zijn open en alerte spel betrekt hij de zaal voortdurend bij Melles avonturen. Kim van Zeben tekent voor de lief-grappige Bobba, een knuffelbaar en pluizig poppetje dat even onversaagd als kneuterig voortdurend over het podium springt en saltoot. Jogchem Jalink maakte de poppen: behalve een heel arsenaal Gorgels komen er ook onder meer grote groene Brutelaars, fladderende zeemeeuwen en rondwaggelende lepelaars voorbij.

Het mooiste zijn de spaarzame momenten van rust, waarin Melle zich verbonden voelt met Bobba, zijn sullige maar goedbedoelende vader (Sven Blom) of zijn oude, liefdevolle opa (John Buijsman). Helaas stevent de voorstelling al vrij snel onafwendbaar af op een chaotisch en gehaast slot, waarin veel gebeurt maar weinig beklijft.

De meeste kinderen in de zaal zullen goed bekend zijn met De Gorgels en daardoor tijdens deze toegankelijke voorstelling een hoop bekenden ontmoeten. More Theater brengt daarmee heus een leuk kerstvakantie-uitje voor het gezin op de planken. Maar ten opzichte van de boekenreeks voegt deze theateradaptatie niets toe aan de wondere wereld van Gorgels, Brutelaars en de vreemde vogels die verdacht veel op onszelf lijken.

Foto’s: Bram Willems