Languit neerploffen op een dikke, zachte mat. Voorover, achterover. Vallen kan op veel manieren. Aangenaam, onaangenaam, vrijwillig, ook onvrijwillig. Want wat als een ander je onbehouwen omverkegelt of je stort van grote hoogte naar beneden?

In de voorstelling Mat rijgen uiteenlopende manieren van vallen zich aaneen. Verspreid over de vloer liggen dikke matten om die val te breken zodat de zeven acrobaten snel weer op de been zijn. De voorstelling is subtiel en zorgvuldig opgebouwd, heerlijk om naar te kijken. De muziek is prachtig, de torens met acrobaten voortreffelijk, al oogt het soms wat ongepolijst.

Mat is de eerste voorstelling die Zinzi Oegema heeft gemaakt voor de grote zaal. Zelf is ze opgeleid tot acrobaat en ze vormt een duo met Evertjan Mercier. Ze werkte met de acrobaten van het Franse XY en stond aan de basis van gezelschap Common Ground. Eerder maakte ze voorstellingen als PIT waarbij het publiek in een installatie klauterde en onder zich acrobaten zag bewegen. Ook tekende ze voor Barstool Bound, een mix van acrobatiek, muziek en theater in een cabareteske sfeer, gespeeld in een café. Voor die producties kreeg ze begeleiding van productiehuis TENT. Dat is ook zo bij Mat. Common Ground is ook betrokken. Het concept is van Hanneke Meijers.

Als het publiek de zaal binnenkomt, zit performer Nikki Rummer boven op een stapel met matten, dikke en dunnere, acht lagen hoog. Het lijkt een piramide, een tempel, maar in de loop van de voorstelling doet het gevaarte ook denken aan een apenrots. Een tweede acrobate klimt op de toren, een derde komt erbij en langzaam valt het gevaarte uiteen. Even later liggen alle matten op het podium en vormen ze een zachte, veerkrachtige vloer.

De zeven acrobaten kapen het als hun speelplek. Ze vallen gretig voorover, in het begin nog individueel, maar al snel vormen ze koppeltjes en laat de een de ander vallen door de hand los te laten. Een moment later klimt een acrobaat op de rug van de ander en stort opnieuw op de matten. Rummer staat soms aan de kant, alsof ze het gewoel van een afstandje wil gadeslaan.

De muziek van My Blue Van is dan nog ingetogen, kalmerend, bedwelmend, gaandeweg wordt die steviger, funky, bluesy. De acrobaten klimmen op elkaars schouders en vallen. Ze gooien met elkaar, ze vangen elkaar, maar er wordt vooral gevallen. Een scène waarin de artiesten elkaar omverduwen, met elkaar worstelen, gaat onverwacht over een in een partijtje komisch showworstelen.

Acrobaten die neerstorten op dikke matten? Dan zou je zeggen dat zo’n stuk beter in een theater met vlakke vloer gespeeld kan worden, dan zie je de bovenzijde van de matten en het vallen beter. Maar al snel wordt duidelijk dat het podium een extra dimensie geeft. Door niet alles te zien, is er ruimte voor illusie.

Zonder dat het publiek het precies kan ontwaren, liggen de matten even uit elkaar zodat er een smalle doorgang ontstaat waardoorheen de acrobaten synchroon paraderen, met allemaal een opgetrokken knie. Het verborgene verhoogt de spanning en dynamiek.

Door de afwisseling, ook door het voortdurend schuiven met de matrassen waardoor anders situaties ontstaan, blijft Mat boeiend tot het eind. De dikke matten geven de artiesten de kans om alles uit zichzelf te halen, een veilige landing lijkt gegarandeerd. Ze dagen elkaar uit om grenzen te verleggen.

In het stuk is naast het groepswerk ook een solo met elementen van breakdance en freerunning, onmiddellijk daarna gevolgd door een scène met partneracrobatiek.

In Mat wordt veel gelopen, steeds tijdens de overgang van de ene acrobatische act naar de andere, dat kan artistieker en gestroomlijnder. Lopen op een ondergrond met dikke matten, het zal niet gemakkelijk zijn, maar de choreografie van Mat is in handen van de Vlaming Piet Van Dycke en juist hij weet hier doorgaans wel raad mee.

En wat zijn die valmatten speelse elementen. Je bouwt er een toren van, een vloer, maar ook een imposante muur door die matten rechtop te plaatsen. De bouw van die wand is de inleiding tot een tafereel waarin deze matten als vanzelf gaan bewegen. Ineens is er suspense. En wat is het dan zonde dat een enkele keer een hand van de artiest achter de schuivende en kantelende matten zichtbaar is.

Buitengewoon is de scène waarbij drie acrobates op elkaar staan. Twee van hen vormen een toren door op de schouders te staan. Andere artiesten tillen die toren op waarna een derde acrobate eronder kruipt en de twee op haar schouders draagt.

De bovenste stort neer, wordt opgevangen en vormt meteen daarna het fundament van een nieuwe toren en draagt de twee boven zich. Dat razendknappe patroon herhaalt zich. Zonder matten deze keer. Als mensen werkelijk zorg voor elkaar dragen dan vangen ze elkaar op. En als je dan toch valt, veilig valt, dan kun je weer verder. Het maakt Mat tot een gelaagde, warme voorstelling.

Foto’s: Bart Grietens