Festival Over het IJ stopt na 32 jaar. Zowel bij het Amsterdams Fonds voor de Kunst als bij het Fonds Podiumkunsten werd de subsidie-aanvraag van het locatietheaterfestival afgelopen zomer afgewezen. Daarmee verliest het platform vanaf 2025 al zijn structurele subsidie. De directie onderzoekt een doorstart als Ontwikkel&Adviesplatform voor locatietheater. 

De negatieve subsidiebesluiten vielen al afgelopen zomer, maar directie en bestuur hoopten nog tot twee weken terug op een uitweg. ‘We hebben nog hard gestreden’, zegt algemeen directeur Mick Stevens. Het festival lanceerde een manifest, mobiliseerde makers en publiek, was bij inspraakavonden van de stad en tekende bezwaar aan bij beide fondsen. Ook alternatieve financiering werd onderzocht, maar projectsubsidies en sponsoring bleken moeilijk te matchen met de ontwikkeltrajecten die Over het IJ aan jonge makers aanbiedt. ‘Daarvoor heb je continuïteit en dus structurele ondersteuning nodig’, aldus Stevens. Toen de bezwaren bij de fondsen ongegrond werden verklaard, hakte het bestuur de knoop door. Het festival is al bezig met afbouwen. Twee directieleden en 9 vaste zzp’ers verliezen per 2025 hun functie.

Over het IJ werd vanaf 1993 op de voormalige NDSM-werf en in de wijken van Amsterdam-Noord georganiseerd. Het festival begon met een programmering van grootschalige spektakelvoorstellingen op locatie en groeide uit tot een platform voor talentontwikkeling, met veel ruimte voor onderzoek en experiment voor nieuwe en – tot 2 jaar terug – (meer) gevestigde makers.

De komende jaren wilde het festival een tweeluik gaan organiseren, waarbij makers in mei en september verschillende stadia van hun werk aan publiek konden presenteren. Inhoudelijk zou er volgens het festival verder niets veranderen, maar Stevens vermoedt dat het voor de fondsen gezien werd als een te grote koerswijziging met te veel onzekerheden.

De schok bij het festival was groot, vooral toen het besluit van het AFK viel. ‘We zijn ooit gestart in opdracht van Amsterdam Noord en we zijn steeds meegegaan in waar de maatschappij, het culturele veld en makers om vroegen’, vertelt Stevens. ‘Het doet pijn dat dan nu het vertrouwen weg is en er vraagtekens geplaatst worden bij wat we eigenlijk al 32 jaar doen.’

Daarbij was Stevens ‘erg verbaasd’ over de totale besluitvorming van deze subsidieronde. ‘Er zijn grote gaten ontstaan in het ecosysteem. De fondsen lijken vergeten om een integrale toets te doen. Wat heeft het totale veld de komende vier jaar nodig – zowel in de stad Amsterdam als landelijk? De mogelijkheden voor de ontwikkeling van nieuwe makers waren al schaars en met ons festival verdwijnt er weer een plek waar je als nieuwe maker kunt experimenteren en dat experiment kunt tonen aan publiek. We zijn zelfs de enige met locatietheater voor de stedelijke context in het DNA.’

Een belangrijke activiteit die het festival de laatste jaren ontplooide was kennisdeling met het veld, onder meer in de vorm van een Makersloket en Makersmeetings. Voor deze activiteiten onderzoekt Stevens samen met artistiek directeur Simone Hogendijk nu de mogelijkheid tot een doorstart als Ontwikkel&Adviesplatform voor locatietheater, vooralsnog onder de stichtingsnaam IJ producties. ‘Bij talentontwikkeling en het maken van werk op locatie in de stad horen andersoortige werkprocessen en niet gangbare manieren van organiseren en produceren. De inzet is om onze opgebouwde expertise zo breed mogelijk te blijven delen.’

Vandaag kijkt het festival ‘met een opgeheven hoofd en met een hart gevuld van trots terug naar alles wat dit festival veroorzaakt heeft in verleden, heden én toekomst.’ Het festival dankt alle (oud) teamleden, (oud)bestuursleden, vrijwilligers, makers, partners en financiers die Over het IJ Festival al die jaren van betekenis hebben gemaakt en uit nog één laatste wens: ‘Laat de kunst en daarmee de verbeelding op onverwachte plekken in de stad bestaan.’

Op 15 februari organiseert het festival een grote afscheidsviering: Over het IJ(nd). ‘Daar gaan we terug- en vooruitkijken en vooral 32 jaar Over het IJ festival vieren.’

Foto: Moon Saris