Sinds twee jaar is er een nieuwe creatieve broedplaats in de Amsterdamse Pijp: de Tempel. Ooit deed dit gebouw dienst als theosofisch centrum, later als synagoge, als filmhuis en vervolgens als moskee. Nu zijn alle dogma’s overboord gegooid en is er plek voor verhalen.

Het is de perfecte locatie voor Legacy & Seeds, de laatste editie van het Dancing on the Edge Festival, waar rituelen en verhalen die ouder zijn dan de dogma’s die de wereld verdelen centraal staan. Elke avond worden hier verschillende verhalen verteld door steeds weer andere makers. Op maandag 25 november hebben zij één ding gemeen: zij of hun voorouders hebben hun geboortegrond moeten verlaten vanwege het ingrijpen van koloniale machten.

Legacy is een woord dat zich maar moeilijk laat vertalen in het Nederlands: het is traditie én overlevering én erfenis. In al deze gedaanten keert het steeds terug tijdens deze maandagavond. Om te beginnen bij de verwelkoming in de bar met kruidenthee en livemuziek van Anastasis Sarakatsanos. Hij bespeelt de qanun, een instrument uit Mesopotamië met een meer dan 3000 jaar oude traditie. Festivaldirecteur Natasja van ’t Westende ontvangt de bezoekers persoonlijk en vraagt of je wilt opschrijven hoe jouw lichaam pijn uit. Zo vers aangekomen uit de boze buitenwereld voelt dat wat abrupt. Persoonlijke pijn in deze tijd en in deze context is immers relatief. Niet iedereen kan dan ook aan haar vraag gehoor geven. Ook ik moet nog even landen. Sarakatsanos constateert enigszins verlegen dat hij niet had verwacht dat het publiek netjes zou gaan zitten om naar hem te luisteren. Niks mediterrane vibe. Het lijkt wel een Hollandse kringverjaardag.

Dan worden we uitgenodigd om de trap op te gaan naar de oude gebedsruimte. We moeten onze schoenen beneden aan de trap laten staan. Boven krijgen we een handje henna van grote zilverkleurige schalen. Op de grond liggen yogakussens in een kring, waar de 40-50 toeschouwers op plaatsnemen. Er klinkt meditatieve muziek.

Henna-danseres Anima Jhagroe-Ruissen begint de avond met Stories told through Henna-time. De ghungroos om haar enkels bewegen zachtjes op het ritme. Deze voetbellen zijn veel meer dan alleen muziekinstrumenten. Ze zijn een krachtig voorbeeld van hoe fysieke objecten kunnen fungeren als dragers van een rijk cultureel en spiritueel erfgoed. Net als henna, die stof die Jhagroe-Ruissen verbindt met haar voorouders die van India in Suriname terecht kwamen en daarna in Zeeland. Ze vraagt ons om een deel van de hennablaadjes die we in onze hand hebben te delen met de mensen die naast ons zitten en daarbij een wens uit te spreken. Zo ontstaat langzaam de verbinding die gedurende de avond steeds sterker wordt.

Three Songs to Re-member: A Tree, A Fruit, A Seed van de Palestijns-Libanese Lina Issa borduurt eigenlijk voort op hetzelfde thema. Deze voorstelling laat zien hoe krachtig storytelling kan zijn. Samen met Jhagroe-Ruissen rolt Issa een groot laken uit in het midden waar honderden goudblonde vijgen aan vast zijn genaaid en enkele stukken stof met tekeningen of woorden. ‘Liefde’ zie ik staan. Op haar knieën gaat Issa ervoor zitten. Ze begint te vertellen over haar oma die een goed leven had in Palestina. Ze woonden op vruchtbare grond en verbouwden graan, hadden wat kippen en andere beesten. Het leven was eenvoudig, maar ze waren gelukkig. Tot ze zestig jaar geleden weg moesten. Het enige wat ze nog hadden was de sleutel van hun huis, gemaakt van aarde, dat weer tot aarde zou vergaan. Na 60 jaar voelt ze zich nog altijd een vreemdeling in Libanon. Haar oma zou het liefst worden begraven bij de olijfbomen en de vijgenbomen van haar oude huis, maar ze kan niet meer terug. Haar kleindochter vertelt ze hoe ze er kan komen: die weg en dan alsmaar rechtdoor, dan ben je er.

De vijgen liggen in het midden tussen het publiek, zoals ze vroeger door haar oma werden gedroogd in de zon. Issa vertelt hoe ze zelf op Sicilië haar eigen vijgenbomen weer vond en weer wortel kon schieten. Wortels die niet alleen de grond in gingen, maar ook de lucht in om te kunnen reiken naar anderen. Ze nodigt ons uit om allemaal een vijg van het laken te ‘plukken’ en op te eten en vraagt vervolgens om op een stukje stof te schrijven wat onze legacy is. Wat hebben wij doorgekregen van onze voorouders?

Het wordt een langdurig maar prachtig ritueel waarin iedereen zich naaiend over het laken buigt. De subtiele muziek, gitaar en zang, komt uit haar nieuwe cultuur, vertelt ze. Het zijn drie traditionele liederen die verhalen vertellen van Sicilianen, over een boom die alles ziet, maar ook over vrouwen die na de oogst de restjes verzamelen om genoeg te eten te hebben. Door haar zachte glimlach, haar uitnodiging om ons verhaal te vertellen, de verbinding die ze toont met haar nieuwe wereld komt het hartverscheurende verhaal van haar familie nog krachtiger binnen.

Dan verandert de sfeer ineens. Blauw licht wordt helrood. Sina Saberi baant zich een weg door de kussenzitters en gaat in het rode spotlicht staan. Hij begint te vertellen hoe hij leed aan heftige rugpijn waardoor hij niet meer kon lopen en dansen. Op zoek naar verlichting liep hij verschillende therapieën af. Duidelijk was in ieder geval dat het PTSS was, maar hoe die te verhelpen, met EMDR? Waar gaat dit heen?, denk ik eerst. Is (from) being in(to) pain een klaagzang over de Nederlandse gezondheidszorg? Maar dan komt de twist.

Saberi (geboren in Iran, maar woonachtig en werkzaam in Duitsland) refereert aan de jaren ’40 van de vorige eeuw, jaren die een groot trauma hebben achtergelaten in de hele wereld, een trauma dat nooit is geheeld. En als een mens een trauma heeft, heeft dat invloed op andere mensen, aldus Saberi. Hij haalt daarbij het gedicht ‘Kinderen van Adam’ aan van de 12de eeuwse Perzische dichter Saadi Shīrāzī. Ik heb nog nooit van hem gehoord, maar zijn woorden blijken sinds 2005 gegraveerd in de vloer van de entree van het hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York. De essentie: ‘Alle mensen vormen een lichaam, als één deel pijn lijdt, heeft dat gevolgen voor de rest van het lichaam. Als je je het lijden van anderen niet aantrekt, verdien je het niet mens te worden genoemd’.

Met andere woorden, de trauma’s die vorige generaties hebben opgelopen dragen we met ons mee en zolang we niet helen, zullen we niet in vrede kunnen leven. Om dat inzichtelijk te maken vraagt Saberi de toeschouwers om samen een grote kring te vormen en elkaar vast te houden bij de schouders. Uiteindelijk lijkt het of we een grote polonaise gaan lopen, maar Saberi heeft andere plannen. Met onze handen gaan we elkaars pijn voelen en zachtjes liefde geven. Ik sta ingeklemd tussen twee stevige jongemannen met palisjaals, lange haren en woeste baarden. Nadat iedereen elkaar consent heeft gevraagd begint het masseren, eerst degene voor je, daarna degene achter je. Iedereen doet mee, als één grote therapeutische sessie. Het voelt net of ik in een clubje gebedsgenezers ben beland die door te bidden denken de wereld te kunnen genezen.

Dan slaat de sfeer weer om door de soundscape van A Walk to Change. De in Egypte geboren maar in Nederland opgeleide en werkzame Dina A. Mohamed onderzocht hiervoor welke verhalen lichamen vertellen en welke verhalen lichamen beïnvloeden tijdens het lopen. Een stem in de soundcape vertelt hoe een transvrouw opnieuw moest leren lopen om niet bespot te worden. Danseres Flavia Pinheiro verbeeldt met haar lichaam mooi de houdingen: in elkaar gedoken, stoer en vol zelfvertrouwen, minutenlang op spitzen omdat dat van je verlangd wordt. Wat doet lopen met je en hoe beïnvloedt jouw lopen anderen?

Na kopjes thee te hebben uitgedeeld, vraagt Dina A. Mohamed ons naar onze ervaring met lopen. Het thema maakt flink wat los. Een stuk of acht mensen uit het publiek delen hun trauma’s. Zoals de man die altijd bang was op straat voor de ogen van anderen, tot hij aan vechtsporten ging doen. De man die net mijn schouders heeft gemasseerd zegt dat politiemannen altijd een bepaald loopje hebben. ‘Zo herken ik de stillen bij een demonstratie’, lacht hij. En zo is de wereld die in deze gebedsruimte zo ver weg leek ineens weer de harde werkelijkheid.

Het Legacy & Seeds Festival is deze avond veel meer dan een verzameling voorstellingen; het is een oproep tot reflectie en solidariteit in een wereld vol onrecht, vernietiging en verlies. Dit gebeurt op een manier die uitnodigt tot samen zijn, luisteren en ervaren – zonder druk om deel te nemen, maar altijd met ruimte om geraakt te worden. Door middel van dans, muziek, verhalen, geuren en voedsel ontstaat een collectieve ruimte waarin we even kunnen stilstaan bij wat ons bindt.

Sommige performances zijn nog in ontwikkeling, zoals Stories Told Through Henna-Time, en dat geeft het festival een dynamisch karakter. De overlap tussen de verhalen van Anima Jhagroe-Ruissen en Lina Issa, die ook nog eens direct na elkaar worden gepresenteerd, voelt enigszins herhalend. Beiden vertellen immers hoe planten (henna en vijgen) hen verbinden met hun legacy. A Walk to Change is dan weer een buitenbeentje. De performance roept interessante verhalen op over genderrollen, maar het verband met de centrale thema’s van de avond blijft wat losjes. Het is echter fascinerend om te zien hoe verhalen overlopen onverwacht verbindingen creëren tussen mensen. Zo wordt de avond niet alleen een moment van rouw en reflectie, maar ook een zaadje van hoop en verandering.

Foto’s: Ellard Vasen