‘Wij beslissen wat we wel en niet herinneren, daar heeft de geschiedenis niets mee te maken.’ Het zijn de woorden waarmee Nitsa Jasji (Sharlee Daantje) het laatste deel van Het Achtste Leven (voor Brilka) inluidt. Woorden die passen bij een personage dat zich wil ontworstelen aan de pijn die zich tot in de diepste vezels van haar familie heeft genesteld. (meer…)
Bipolariteit, moederliefde en de drang naar vrijheid botsen vurig in The Almighty Sometimes, geregisseerd door Daria Bukvić, naar een tekst van de Australische schrijver Kendall Feaver. Het is een indringend verhaal over een hoogbegaafde tiener en haar moegestreden moeder, gevangen in een klinisch decor dat soms net zo verstikkend is als de worstelingen in hun relatie.
De voorstelling opent met een ogenschijnlijk alledaagse scène: moeder en dochter delen een maaltijd, terwijl muziek als een filmmelodie over hun interactie heen rolt. De sfeer is licht en harmonieus, maar de melancholische klanken verraden al snel dat er meer onder de oppervlakte schuilt. De muziek zwelt aan, moeder verdwijnt uit beeld, en Anna, met verve gespeeld door Selin Akkulak, lijkt in haar manische energie op het randje van iets onomkeerbaars te staan. Springt ze? Of verdwijnt ze in haar eigen gedachten?
Het decor van scenografenduo Marloes en Wikke is minimalistisch en functioneel: een grote, klinische ruimte met acht ramen, strak geblindeerd met witte luxaflex, waarachter videoprojecties (Daniël Steenhoff) van vervaagde gezichten worden getoond. Het appartement oogt op het eerste gezicht koel en afstandelijk, maar al snel wordt duidelijk dat deze strakgetrokken omgeving vooral is ingericht om ongelukken te voorkomen. Het huis ademt de constante zorg van een moeder die alles doet om haar dochter veilig te houden. Geen scherpe randen, niets dat tot impulsief gedrag kan aanzetten. Wie lang genoeg naar de luxaflex staart, wordt zelf wazig.
Tot halverwege de voorstelling lijkt het alsof de wereld om Anna heen gek is en zij de enige normale persoon. Bovendien heeft ze een indrukwekkend talent: verhalen schrijven, iets wat ze al doet sinds haar achtste. Haar hersenspinsels zijn absurd slim voor een kinderbrein, al hebben de sprookjes vaak een duistere ondertoon. Het sterkst is Akkulak wanneer ze de pure waanzin tot leven brengt. Manisch cirkelend over het toneel probeert ze haar moeder en psychiater te overtuigen dat ze een wonderkind is, voorbestemd om een beroemd schrijver te worden.
Maartje Remmers zet als moeder Sabien een aangrijpende rol neer. Ze balanceert moeiteloos tussen onvoorwaardelijke liefde en complete uitputting, terwijl haar pogingen om haar dochter te begeleiden hartverscheurend voelen. Psychiater Vivi, gedecideerd gespeeld door Renée Soutendijk, is een kalme maar ongrijpbare tegenhanger, een professional die zich verschuilt achter theorieën en wetenschappelijke publicaties.
Mika de Pee brengt met zijn rol als Anna’s vriendje Wesley welkome luchtigheid; een jongen met een gouden hartje die, ondanks zijn klungeligheid, een sprankje hoop biedt in de chaotische wereld van moeder en dochter.
In een scène verandert de klinische woning in de behandelkamer van psychiater Vivi. Anna, bijna negentien, wil eindelijk weten welke medicatie ze krijgt en hoe die haar lichaam beïnvloedt. Voor buitenstaanders, zij die nooit medicatie hebben geslikt, biedt deze scène een helder inkijkje in de werking van antipsychotica en dopamine.
Ook een ongemakkelijke nachtelijke ontmoeting tussen moeder Sabien en vriendje Wesley in de keuken is mooi en herkenbaar neergezet. Wesley, in zijn boxershort, plundert de koelkast terwijl Sabien hem ongevraagd benadert. Met een pak melk voor zijn kruis probeert hij afstand te houden, maar Sabien beweegt zich dicht in zijn comfortzone en wil met hem de dialoog aangaan over Anna, en vraagt of hij ook op haar wil letten. Ze is moe, zo moe, en zoekt steun. Dochterlief ontspoort daarna volledig tijdens een familiediner. Ze neemt al langere tijd geen medicatie en wil iedereen choqueren. Na het eten slikt ze een heel flesje pillen weg.
In The Almighty Sometimes schetst Bukvić wederom een wereld waarin mannen een bijrol spelen. Zoals ook in haar Marokkaans-Nederlandse serie Zina, zijn de mannelijke personages hier vaak afwezig of eikels. In het tweede seizoen, dat kortgeleden uitkwam, komen de heren er ook daar bekaaid vanaf. Dat maakt ruimte voor sterke vrouwen, maar die kracht komt met een prijs. In de voorstelling worstelt Anna met haar manische energie, Sabien draagt de wereld op haar schouders, en Vivi lijkt gevangen in haar eigen professionele afstandelijkheid. Gek genoeg is de enige vrouw waar je anderhalf uur lang begrip en medeleven voor voelt vooral moeder Sabien.
Meer nog dan een verhaal over bipolariteit is The Almighty Sometimes een ode aan moeders. Aan diegenen die alles geven, die zich zorgen maken en soms worstelen met hun eigen grenzen in hun pogingen hun kinderen naar zelfstandigheid en geluk te begeleiden. Het is een stuk dat raakt en schuurt, want wie heeft er niet een moeder gehad die zich zorgen maakte over haar kind? En dat doet mij weer denken aan een diepe, rake zin uit het script van een andere voorstelling die recent in de theaters speelde: 233 ºC, geschreven door Abdel Daoudi, Elly Scheele en Maxine Palit de Jongh: ‘Je bent maar zo gelukkig als je ongelukkigste kind.’
Foto’s: Juliette de Groot