Het is een prachtig openingsbeeld in al zijn desolaatheid. Op het balkon van de moderne loft met industriële uitstraling voert ze een telefoongesprek. Klein lijkt ze, in al die grootstedelijkheid om haar heen, onder het gebouw raast, luid en onverschillig, het verkeer van de A10. Het is geen fijn gesprek, zo hoort het publiek dat binnen zit. De toon is gezet. Dronken Mensen speelt Cloaca op locatie en dat begint al goed.

Dronken Mensen, dat zijn Linde van den Heuvel, Xander van Vledder en Justus van Dillen, drie bevriende acteurs die in coronatijd eindelijk kans zagen hun wens tot samenwerking waar te maken. Dronken mensen (van de Russisch/Poolse auteur Ivan Vyrypajev) was het eerste stuk dat ze speelden, in de Amsterdamse Nassaukerk; hun tweede, De drang (Franz Xaver Kroetz), was gesitueerd in de fameuze tafelzurenfabriek van Kesbeke alhier. ‘Ons theater moet de aantrekkingskracht van een dronken nacht hebben’, zei Van Dillen toen in de Volkskrant (2022). Onverwoestbaar repertoire met een twist op een magische plek – dat willen ze brengen.


Cloaca dus nu, op de eerste verdieping van Bruggebouw A10 West (Amsterdamse ringweg). In 2002 maakte het stuk van Maria Goos grote indruk: oorspronkelijk Nederlandstalig toneel, op het lijf geschreven van acteerkanonnen Pierre Bokma, Gijs Scholten van Aschat en Peter Blok, ook in het echte leven een hecht trio, geflankeerd door Jaap Spijkers, bevriend, maar iets meer op afstand. De tragikomische theatervoorstelling sloeg in als een bom, werd succesvol verfilmd en in vele talen vertaald. Cloaca heeft nogal een reputatie.

Al met al een spannende onderneming dus. Want bijvoorbeeld: werkt dat gegeven van wankelende vriendschap, wanhopige ambitie, teleurstelling en vunzig verraad nog steeds? Die foute grappen waarmee de brallende boys elkaar tegen de klippen op te snel af proberen te zijn? Kan dat nog vandaag de dag?

Het antwoord is ja: in handen van Dronken Mensen is het ook anno nu een overtuigend en ontluisterend en bij tijd en wijle oerkomisch portret van een vriendenclubje op drift, in deze huidige samenleving waar intussen nog zoveel meer prestatiedrang heerst dat één burn-out per persoon een vast gegeven lijkt. De makers bleven het oorspronkelijke script behoorlijk trouw, dus af en toe vraag je je tijdens seksistische onderbroekenlolmomenten heus weleens af of het nu nog überhaupt bestaat, dit taalgebruik, dit intimidatiegedrag – om je al vrij snel te moeten realiseren: helaas, waarschijnlijk zijn we er nog steeds niet helemaal vanaf. Zeker niet onder invloed van uiteenlopende middelen, zoals de vrienden hier.

Het publiek, aan tafeltjes met drankjes onder handbereik, zit in die grote verlaten kantoorruimte rondom een grote draaischijf, het abstracte decor dat de loft van Piet verbeeldt, de plek waar de oude vriendenclub elkaar na lange tijd weer treft. Een ingreep in vergelijking met de oerenscenering: Piet is een vrouw, Pieternel, lekker afgekort tot Piet door de jongens. Na het verontrustende telefoontje neemt Piet (gemeenteambtenaar en kunstliefhebber) haar centrale plek in op de draaiende speelvloer, en verwelkomt ze haar oude maatjes die elk met een probleem aankloppen, en van wie ze tegelijkertijd zelf ook wat steun hoopt te krijgen. Linde van den Heuvel zet Piet prachtig neer, voorkomend maar ook wat afstandelijk ten opzichte van de rest, en eenzaam, oneindig eenzaam.

Hieromheen darren politicus Joep (Justus van Dillen), advocaat Tom (Xander van Vledder) en regisseur Maarten, gespeeld door Mark Kraan, bevriend gastacteur. Ook deze drie weten op een goede eigen manier raad met het materiaal van Goos, met het malle dansje, het verkeerde verjaarscadeau, de onzekerheid en de misrekening. Voor wie het stuk pakweg 22 jaar geleden niet zag: het zou het jammer zijn hier meer prijs te geven, gaat het vooral zien. En zeker weten, voor wie er toen al bij was: ga vooral ook.

Foto’s: Casper Koster