In We are who we are vertelt Chidi Ebere vanuit het perspectief van iemand die de prehistorie nog heeft meegemaakt. De geweldige muziek van de Hongaarse Roma-groep Ham Ko Ham weet de oppervlakkigheid van Eberes vertelling nog enigszins te maskeren.

De voorstelling begint veelbelovend: Ebere vertelt het publiek dat hij al meer dan 120.000 jaar over deze aarde rondloopt en dus de hele wereldgeschiedenis heeft meegemaakt. De potentie van dat gegeven gooit hij echter meteen weer uit het raam: de hoofdpersoon blijkt zijn geheugen te zijn verloren. Hij dwaalt over de planeet tot hij plotseling een groep jonge mannen tegenkomt die prachtige muziek spelen.

Die muziek wordt vertolkt door Ham Ko Ham, een driekoppige band die bestaat uit drie Roma-mannen uit Hongarije. De songs die de groep tussen de monologen van Ebere speelt, zijn de hoogtepunten van We are who we are: het is afwisselend melancholieke en opzwepende muziek, en vooral frontman Balász Sándor Herceg weet met zijn natuurlijke charme het publiek moeiteloos om zijn vinger te winden.

Dat geldt helaas minder voor Ebere. De verteller is niet op dreef en heeft een te vlakke verteldynamiek en mimiek om de aandacht te behouden. Bij de muziek van Ham Ko Ham beweegt hij een beetje houterig en onwennig mee, wat sterk contrasteert met de verrukking die zijn personage ervaart bij de ontmoeting met de kleine Roma-gemeenschap in het verhaal.

Maar ook los gezien van zijn performance komt het verhaal dat Ebere vertelt moeilijk van de grond. Het draait om het feit dat zijn personage zijn jeugdjaren niet kan herinneren, en daarom is vergeten wat de aanleiding voor zijn onsterfelijkheid was – tot hij bij zijn nieuwe Roma-vrienden een ritueel ondergaat waarmee hij een spirituele tijdreis maakt, en zo zijn origin story herontdekt. Dat verhaal is echter schetsmatig en krijgt niet de ademruimte die het nodig heeft om te beklijven.

De rest van de vertelling gaat vooral over de ontmoeting tussen het hoofdpersonage en de Roma-gemeenschap, maar ook dat blijft  aan de oppervlakte. Omdat de leden van Ham Ko Ham zelf niet aan het woord komen, krijgen we alleen Eberes buitenstaandersperspectief mee, en hij komt niet veel verder dan wat algemene observaties en verschillende manieren om te zeggen hoe indrukwekkend de ontmoeting voor hem is. Het voelt daarmee als exotisme en biedt geen serieuze inzichten in de Roma-cultuur.

Dat is jammer, want je blijft als kijker over met het gevoel dat We are who we are veel sterker had kunnen worden als er een gelijkwaardige uitwisseling tussen de culturele bagage van Ham Ko Ham en die van Ebere had plaatsgevonden, die ook best had mogen schuren. Nu gaat de voorstelling ten onder aan een nogal lui idee van wat interculturele ontmoeting inhoudt.

Foto: Alborz Sahebdivani