Vandaag debatteert de Tweede Kamer over de cultuurbegroting vanaf 2025.  27 theaters doen een laatste oproep aan de Kamer om de subsidie voor hun ‘oogappels’ te behouden.

Laten we ons voor deze brandbrief even ‘De Club van 27’ noemen. Wij, 27 toonaangevende theaterzalen uit heel Nederland, van Leeuwarden tot Maastricht, luiden de noodklok. Onder ons bevindt zich niet alleen de zogeheten P10-kring van ’11 standplaatstheaters’ (met grote én kleinere (midden)zalen in huis), als ook 16 zelfstandige middenzalen zoals Lux in Nijmegen, Grand Theatre in Groningen, De Schuur in Haarlem, De Verkadefabriek in Den Bosch en Corrosia in Almere. Allemaal goedlopende theaters die zich jarenlang sterk maken voor enerverende en avontuurlijke podiumkunsten en daarvoor een groot, divers en enthousiast publiek hebben opgebouwd, uit alle generaties en alle geledingen.

De leden van deze ‘Club van 27’ delen met ruggensteun van de Vereniging voor Schouwburg- en Concertgebouwdirecties hun grote zorgen over onherstelbare gaten die vanaf 2025 dreigen te vallen in onze doordacht en spannend samengestelde programmering. Wanneer er door de Tweede Kamer op maandag 11 november niet wordt ingegrepen, verliezen belangrijke gezelschappen in de podiumkunsten over anderhalve maand hun structurele rijkssubsidie voor de komende vier jaar, ondanks lovende recensies, positieve adviezen, staande ovaties en ontroerende reacties.

We noemen hier Holland Opera, De Warme Winkel, Orkater en Holland Baroque, vier slachtoffers in de hoogste categorie voor grootste gezelschappen van het Fonds Podiumkunsten (FPK). Ondanks positieve beoordelingen krijgen zij geen geld, omdat het budget ontoereikend is. Dat verlies is straks niet meer goed te maken. Wij, als Club van 27, zijn deze oogappels straks kwijt. Boem, weg.

Zonder hun meerjarige FPK-bijdrage kunnen deze gezelschappen geen grote, spannende en risicovolle voorstellingen meer maken, zoals de succesvolle theatervoorstelling De plantage van onze voorouders (Orkater) of jeugdopera Reinaert de V. (7+, Holland Opera & Duda Paiva), die door de enige landelijke kinderjury werd uitgeroepen tot een van de vijf beste jeugdvoorstellingen van afgelopen seizoen.

De Warme Winkel is in de Volkskrant ‘de spannendst denkbare theatergroep’ genoemd en heet bij onze zuiderburen ‘het relevantste theatergezelschap uit Nederland’. De musici van Holland Baroque werken samen met een Surinaamse koorschool, een gospelkoor, cabaretier Herman Finkers en zanger Daniël Lohues. Straks kunnen deze gezelschappen niet meer voor reuring zorgen in onze theaterzalen. We raken hun jarenlang opgebouwde publiek noodgedwongen kwijt.

Die gaten vul je niet een twee drie met nieuwe voorstellingen van nieuwe gezelschappen. Niet iedereen bespeelt vanuit het niets een grote zaal met succesvolle optredens. Deze bejubelde gezelschappen vormen al jaren een noodzakelijke brug tussen kleine, midden- en grote zaal, tussen jong (onbekend) talent en de grote gevestigde gezelschappen uit de zogeheten Basisinfrastructuur (BIS) zoals Het Nationale Theater, Theater Rotterdam, NITE, Toneelgroep Maastricht, Het Zuidelijk Toneel, ITA en Theater Oostpool.

Vanwege hun naamsbekendheid, trouwe aanhang, jarenlange ervaring en grote netwerk zijn deze groepen in staat aankomend talent een springplank te bieden van kleinere naar (middel)grotere zalen en hoofdpodia, precies wat wij als theaters voor de groei van publiek nodig hebben. Dit proces vraagt jaren van toewijding en investering in publieksopbouw. Zonder brug, geen springplank.

Het wegvallen van meerjarige ondersteuning is niet alleen een gemis voor deze innovatieve makers zelf, maar ook voor al het publiek, dat smacht naar avontuurlijk, divers, relevant en goed gemaakt aanbod. Het verdwijnen of minimaliseren van deze gezelschappen slaat grote gaten in ons publieksbereik. Het bedreigt bovendien de vitaliteit van ons hele podiumkunstenveld. De gevolgen zijn verreikend.

Natuurlijk begrijpen we dat financiële middelen beperkt zijn. Maar we vragen met klem om alsnog 3 miljoen vrij te maken om deze positief beoordeelde gezelschappen met hun jarenlange staat van dienst te redden. Ze zijn essentieel voor bruisende creativiteit en doorstroom van talent en verdienen ondersteuning.

Voorkom verspilling en kapitaalvernietiging, voorkom lege zalen, geef deze groepen hun structurele subsidie en vaste podia terug.

Was getekend, ‘De Club van 27’:
Namens P10 (11 standplaatstheaters),
SPOT, Groningen
PLT Heerlen, Kerkrade, Sittard Stadsschouwburg De Harmonie, Leeuwarden Theater aan het Vrijthof, Maastricht
Musis en Stadstheater, Arnhem Schouwburg Concertzaal, Tilburg Chassé Theater, Breda Stadsschouwburg, Utrecht
HNT, Den Haag
Theater Rotterdam, Rotterdam ITA, Amsterdam
Namens VVP (Vlakke Vloer Platform): Corrosia – Almere
De Brakke Grond – Amsterdam
De Lieve Vrouw – Amersfoort
De Schuur – Haarlem
Frascati – Amsterdam
Grand Theatre – Groningen
Het Nationale Theater – Den Haag LUX – Nijmegen
MIMIK – Deventer
Theater aan de Rijn – Arnhem
Theater Bellevue – Amsterdam
Theater Kikker / Podium Hoge Woerd – Utrecht Theater Rotterdam – Rotterdam
Verkadefabriek – Den Bosch
Zwolse theaters – Zwolle
Theater Ins Blau – Leiden

Foto: Ben van Duin – Reinaert de V. van Holland Opera