Rise and Fall begint onverwacht als een soort komische sketch voor twee heren. De performers, waarvan de een de choreograaf zelf is, communiceren met het publiek in hun eigen taal met daarbij kinderlijke gebaren met hun wijsvinger. Het speelse element blijft nooit ver weg in de voorstelling die volgt. (meer…)
Het Amsterdam Storytelling Festival wordt dit jaar afgesloten door Danni Cullen. Met We all fall! biedt de Ierse verhalenverteller een ontwapenend inkijkje in haar persoonlijke geschiedenis als een beginnende podiumpersoonlijkheid.
Al bij binnenkomst staat ze rustig, maar geconcentreerd het podium te vegen. Gekleed in een blauwe schoonmakersblouse – inclusief naamplaatje – kijkt Danni Cullen af en toe op, glimlacht en groet wat bezoekers, en blijft stug doorgaan. Wanneer de zaaldeuren sluiten begint ze met een bijna kinderlijk enthousiasme over zichzelf en haar werk te vertellen.
Ze werkt in het Royal Hotel in hartje Dublin en iedereen is altijd enorm onder de druk wanneer zij dit vertelt. Als vervolgens blijkt dat ze daar de bedden verschoont, verdwijnt de glimlach van haar gesprekspartners met enige regelmaat. In haar gezicht is af te lezen dat dit pijn doet, maar na een enkele tel keert haar enorme grijns terug en vertelt ze met een zeer aanstekelijk enthousiasme waarom ze ondanks de vele veroordelende blikken toch zo geniet van haar werk als schoonmaakster.
We all fall! is de eerste voorstelling van het nieuwe productiehuis Mezrab House of Creation, opgericht door Farnoosh Farnia (Amsterdam Fringe Festival, DEGASTEN) en Raphael Rodan (Amsterdam Storytelling Festival, Mezrab Storytelling School) en legt de lat gelijk vrij hoog voor haar opvolgers. Cullen is een begenadigd verteller en weet moeiteloos het publiek een klein uur mee te nemen in haar persoonlijke geschiedenis. Ze droomt al heel haar leven van het acteursvak, nadat ze als klein meisje op de streng katholieke basisschool (ze is tenslotte opgegroeid in Ierland) al moeder overste wist te overtuigen dat ze dondersgoed wist hoe ze een vroom en zedig leven moest leiden, terwijl ze eigenlijk keihard bluffend parafraseerde wat ze weleens anderen had horen zeggen.
In het Royal Hotel ontmoet ze toevallig Pierce Brosnan wanneer hij daar overnacht en nodigt hem uit om mee te gaan naar haar stamkroeg, alwaar hij haar carrièreadvies geeft om door te breken. Ze neemt alles mee om tot slot bij een clownsschool te auditeren. Daar krijgt ze de inzichtelijke wijze woorden te horen dat ‘iedereen in onze samenleving in feite met een rode clownsneus rondloopt, maar slechts een aantal hier ook daadwerkelijk voor uit durven komen’.
Het duurt niet lang voor je je begint af te vragen in hoeverre de anekdotes van Cullen daadwerkelijk autobiografisch zijn en of de Cullen op het podium enkel een persona is om dit verhaal aan op te hangen. Schoonmaakster-Cullen heeft een bijzonder ontwapenende twinkeling in haar ogen en weet met haar zeer charmante Ierse tongval gelijk het publiek om haar vinger te winden.
Elke anekdote bevat een moment waarop je hart voor haar breekt, zoals haar eerste vriendje die haar uit het niets dumpt voor ze ook maar zelfs hand-in-hand hebben gelopen of haar vader die haar onzekere carrièrepad afkeurt en haar een toekomst met meer zekerheid gunt. Ze laat het even bestaan, incasseert het ongemakkelijke en meelevende gelach van het publiek, maar duwt de pijn daarna snel weg om de gemoedelijke sfeer niet om te laten slaan. Waar dit ontwijkende gedrag aanvankelijk een gemiste kans lijkt, blijkt na de auditie bij de clownsschool dat we al die tijd naar een lange, talige clownsact hebben gekeken.
Net als de klassieke mop over de clown Pagliacci, bestaat het leven van Cullen ook voor een groot deel uit verdriet, maar kiest zij ervoor om dit juist in te zetten om haar medemensen aan het lachen te maken. Natuurlijk doet het pijn wanneer je afgewezen wordt als je auditeert voor de rol van Echo, de bergnimf die verliefd raakt op Narcissus, wanneer die rol jou op het lijf geschreven lijkt. Maar in plaats van daar in te blijven hangen en het verdriet universeel te maken, toont de Ierse soliste de knulligheid van haar auditie, speelt ze de vermoorde onschuld en pretendeert dat het een fantastische performance was – alles om aan te geven dat, hoe stom en pijnlijk die afwijzing ook was, het misschien zinvoller is om hier de humor van in te zien in plaats van in die negativiteit te blijven hangen. Erkennen, maar niet verstarren. In de rumoerige, verdrietige en soms beangstigende tijd waarin we nu leven biedt Cullen een troostend alternatief om hier mee om te gaan.
Foto’s: Alborz Sahebdivani