De openingsscène van CRISPR is prachtig beklemmend. We zien een oud gewelf, een bedompte kelder of verlaten grot. Langzaam vult die duistere, lage ruimte zich met een ondiepe laag water. We horen het geluid van druppels, een hartslag bonkt, ebt weg, stokt. Een grote opening, een donker niets, hint naar een andere, nog diepere wereld. (meer…)
Donder en bliksem, wind, water, rookwolken en regendruppels. In After Us neemt de natuur het over van de mens. Na CRISPR (2022), Not All Is Lost (2023) en HEAT (2024) is dit het slotdeel in een vierluik van Davy Pieters over ‘opgroeien in een toekomstige wereld’. De vervreemdende voorstelling doet de grond onder je voeten verdwijnen.
Opgroeien in de toekomstige wereld van theatermaker Davy Pieters is niet aanlokkelijk: de dystopie overheerst in het vierluik. Herkenbare thema’s als de opwarmende aarde, op hol geslagen gentechnologie, knellende familiebanden maar ook gemis aan betekenisvol menselijk contact passeren de revue. De eerste voorstelling CRISPR eindigde nog hoopvol met een beeld van spelende kinderen. In After Us worden tegen het slot de vele overledenen in droge bewoordingen opgesomd: ‘leeftijd onbekend, lengte 1.60 meter, gewicht 58 kilo, gezwollen buik, uiterlijke geslachtskenmerken vrouwelijk’.
Maar het is een voorstelling zoals je niet eerder hebt gezien. In een bewegend minimalistisch schilderij spelen licht, geluid en techniek de rol van de natuurelementen. Het decor is een halfronde witte horizon die in de einder verdwijnt. In het midden voert performer QiQi van Boheemen een verstild bewegingsspel uit. Ze plukt een beetje aan de kraag van haar sweater, bekijkt haar pufferjas alsof het een onbekend voorwerp is.
Als publiek bekruipt je een gevoel van vervreemding. De lege ruimte waarin de hoofdpersoon is achtergebleven biedt geen enkel herkenningspunt. Ze praat met een wegstervende stem alsof haar geest zich al heeft losgemaakt van haar lichaam. In retrospectief trekken haar laatste uren voorbij. Juist doordat ze haar eigen dood en lichamelijk verval zo sec beschrijft, blijven de beelden van ‘een gezwollen buik’ en ‘onherkenbare ogen’ akelig op je netvlies kleven.
In het toneelbeeld neemt water alle mogelijke vormen aan. De optrekkende mist en de plotselinge hoosbui veranderen het podium in een levensecht landschap. Ook zweeft er een zwarte wolk de zaal in, die het publiek in de wolken doet verdwijnen. De soundscape brengt de geluiden van de storm en donder vlakbij en dompelt de zaal erin onder. Zo geeft de sterke techniek de voorstelling een immersief karakter. Stroboscopisch licht verbeeldt bliksemschichten, die rakelings langs de voorste rij schieten, alsof de bliksem in het theater is ingeslagen. Een unheimisch beeld waaraan je onmogelijk kunt ontsnappen.
In After Us is de techniek de grote tegenspeler van performer Van Boheemen. Geluidsontwerper Amber Docters, lichtontwerper Varja Klosse en technisch producent Peter Leeuwenburgh verdienen dan ook alle lof. Van Boheemen weet met minimale bewegingen veel te zeggen, en omdat ook de beelden die haar omringen zo veelzeggend zijn, is het bijna jammer dat er tekst is in de voorstelling. Ook zonder woorden ervaren we als publiek hoe nietig zij is als mens tegenover de elementen. Met als technisch hoogstandje de draaikolkende kolom van mistige regen waarin ze compleet lijkt te verdwijnen. Terwijl dit juist het meest hopeloze en eenzame moment is, glijdt ze dan plotseling als een spelend meisje over de plassen.
De beeldende, fysieke en filmische stijl waarmee Davy Pieters naam heeft gemaakt, is in After Us teruggebracht tot een minimalistische theatertaal die zich laat lezen als een gedicht. De maakster brengt het einde der tijden benauwend dichtbij. Het slot van haar vierluik laat je achter met het gevoel dat het eigenlijk al te laat is.
Foto: Bas de Brouwer