In het programma In/with/in presenteert het Nederlands Dans Theater twee zeer verschillende wereldpremières. Waar Imre en Marne van Opstal een mysterieus net weven van lijnen, contrasten en zich ontwikkelende verbanden, daar onderwerpt Tao Ye de NDT-dansers aan een uitputtende groepsexercitie. (meer…)
Minimalisme is het stokpaardje van de succesvolle Chinese choreograaf Tao Ye. In zijn nieuwste double-bill, 13 en 14, zet hij het collectief centraal. Waar in de choreografie 13 het individu nog uit dat collectief breekt, benadrukt 14 het meditatieve aspect van een hecht bewegende eenheid.
Ze vormen een spiegel de twee stukken, een strategie die Tao Ye wel vaker gebruikt om zijn thema uit te puren. Om al te veel interpretatie te voorkomen nummert hij zijn voorstellingen en meestal komt het aantal dansers op het podium overeen met het titelnummer. Onlangs nog creëerde hij een werk voor Het Nederlands Danstheater 15, met, je raad het, vijftien dansers van dit gezelschap.
Samen met kostuumontwerpster Duan Ni richtte Tao Ye zijn gezelschap op in 2008. Vorig jaar ontvingen ze de Zilveren Leeuw tijdens de Biënnale van Venetië. Volgens de jury verstond ‘Tao Dance Theatre de ware aard van het lichaam als een microkosmos van het universum, net als de grote dansmakers uit het verleden’. Het bewegingsidioom van Tao Ye, het ‘Circular Movement System’, is sterk geworteld in de martial arts. Het lichaam wordt benaderd als as en de wereld als een cirkel. Binnen het lichaam is de wervelkolom het centrum en de ruimte die ontstaat tussen de wervels het begin van een circulaire beweging die via ledematen naar buiten stroomt. Zo worden oneindige verbindingen gegenereerd door ronde bewegingen.
Vooral de choreografie 14 laat dat bewegingsidioom in zijn pure vorm zien. Maar eerst even naar het openingsstuk van de avond, want de volgorde van beide stukken is een belangrijk onderdeel van de beleving. In 13 navigeert een groep dansers traag naar de verschillende uiteinden van de ruimte. Hun kostuums, zichtbaar te groot en gemaakt van onevenredige lappen in verschillende grijstinten, wekken de suggestie van een armoedig bestaan. Leidraad is de muziekcompositie van Xiao He, die geheel in lijn is met de minimalisten uit de jaren zestig en zeventig. Eigenzinnige pianotonen contrasteren een mathematisch basispatroon, totdat uit die klanken geleidelijk ook melodieën ontstaan.
Beheerst beweegt het gezelschap door de ruimte als één lichaam, tot plots één van de lichamen omvalt en wordt opgevangen. Dan valt plots iemand op de grond met een luide klap, terwijl een ander onverwacht in de armen springt van zijn buurman. Steeds breken dansers uit de hechte formatie. Zo ontstaan solo’s, duetten en soms ook trio’s waarin dansers over elkaar heen buitelen of acrobatisch om elkaars as draaien. Soms hoog in de lucht ook. Een fascinerend schouwspel is het, waarin het willen uitbreken net zo zwaar weegt als het zorgen en dragen.
Al wordt de balans eenmaal verstoord door een gemeen duwtje, nergens ontstaat echte chaos. Steeds is daar de basis waarin staande dansers voetje voor voetje door de ruimte bewegen. Eenmaal wordt dat patroon doorbroken, daarna zijn we weer bij het beginpunt. Hyper esthetisch en hyper conceptueel is het werk van Tao Ye. In zijn abstractie altijd heel goed leesbaar. Zo ook 14, dat net als 13 niet langer duurt dan een half uur, al beleef je de tijd in dit wat afgemeten werk heel anders.
Op het ritme van een hard en indringend geluid, dat trager tikt dan een klok, bewegen veertien dansers unisono. Anders dan het geluid doet vermoeden is hun vocabulaire zacht en variërend; alles behalve militant. De kleurige wijde monnikenkostuums vormen een contrast. Al zijn ze identiek, elke danser heeft een eigen kleur en zo accentueert dat kostuum ook de betreffende danser. Hoe vallen delen van het kostuum op het lichaam van de danser, hoe contrasteert het met zijn of haar huid; als kijker krijg je oog voor het individu en het detail. Staande of liggend op de grond creëert de groep geregeld stills, waardoor een rebellerende spanning ontstaat met de rigide muziekcompositie en de kracht van de collectieve handeling nadruk krijgt.
Tao Ye’s nieuwste double bill is conceptueel misschien weinig vernieuwend, maar kan wel tegen de lat gelegd worden van een lange Chinese politieke geschiedenis. Knap legt hij de werking bloot van een collectief. Soms wil je eraan ontsnappen, op andere momenten put je er kracht uit.
Foto’s: Fan Xi