‘Als ik nu mijn dansers wegdoe en robots laat dansen, ben ik veel goedkoper uit.’ Zo vertelt choreograaf Ugo Dehaes al schertsend aan zijn publiek. Robots worden nooit moe en moeten niet vergoed worden. En het wordt financieel nog beter als hij zelf robots kweekt in plaats van ze aan te kopen. Maar of ze echt ooit goed kunnen dansen? Het is een fascinerende ontdekkingstocht. (meer…)
Het Rotterdamse danscollectief Lazy Susan & Co. baseerde zich voor This Is Just a Simple Dance op een tekst van mimemaker en schrijver Gerben Vaillant. Het resultaat is een losjes associatieve bewegingsvoorstelling die laat zien hoe de tijd voortsukkelt, terwijl sommige gebeurtenissen je altijd zo bijblijven dat ze steeds opnieuw lijken te gebeuren.
De ruimte is wit verlicht, het zaallicht is nog aan. De zijdeur van de kale speelvloer – er hangen geen gordijnen – staat open, en van daaruit valt rood licht van opzij op vier vrouwen die traag lopen op de plaats. Ze zijn gekleed in zomerse outfits; slippers, spijkerrok, bikinitop, korte broek. Een vijfde voegt zich bij hen. Er klinkt een dromerige downtempo soundtrack. Hun ogen knipperen in slowmotion. Alles ademt de lome sfeer van een warme zomerdag, gekleurd en uit de tijd gevallen als een herinnering.
Bijna voortdurend zullen er een, twee of drie dansers die trage, in zichzelf gekeerde tred volhouden, terwijl anderen zich een liefdevol moment bij een zwembad herinneren, hoe iemand probeerde ‘echt’ een meisje van haar te maken met een blauwsatijnen lap stof en rode lippenstift, of hoe het hele dorp vol stond met citroenbomen. De dingen blijven soms bij je, terwijl je er voortdurend verder vandaan beweegt, zeggen de gestaag doorstappende voeten. Het lijkt of ze telkens opnieuw kunnen gebeuren, zo helder is de herinnering.
Het zijn er wel wat veel, de herinneringen die worden opgevoerd. Sommige met tekst, die niet altijd even overtuigend wordt gebracht – ook omdat er tegelijk chips wordt gegeten of een sigaret moet worden aangestoken. De opbouw is losjes associatief, en lijkt te culmineren in een helrood verlichte dansavond met gewelddadig incident, maar daarna toch voort associeert.
Het collectief laat de ruimte expliciet een theaterruimte blijven. De deur in de achterwand en de deur in de zijwand van de grote zaal in Korzo markeren niets anders dan de deur in de achterwand en de deur in de zijwand van de grote zaal in Korzo. Daarachter liggen de attributen en die moeten worden opgehaald. Drie grote tassen, een ventilator, een opblaasflamingo, een andere outfit. Voorbij de deur zijn de dansers zichzelf in het hier en nu van de avond in Korzo. Ze lachen wat, kleden zich om en halen hun attributen op.
Het geeft een vervreemdend effect, dat spelen van deze makers met de opbouw en de afspraak dat alles in het theater ‘alsof’ is, hoewel niet nieuw in de vlakkevloerzaal. Het is zelfs de reden dat die ooit bedacht is. Maar de dans gaat hier een mooi duet aan met de mime in een soort concrete poëzie. Het voortdurende op de plaats lopen is zowel een metafoor voor de doorgaande beweging van de tijd als ook letterlijk voortdurend op de plaats lopen om in de grote zaal van Korzo te blijven, waar wij zitten, het publiek dat een voorstelling komt kijken.
Foto: Justin Bekker