Het olifantje Babar uit de boeken van Jean de Brunhoff is een van de populairste kinderboekenpersonages ooit. De Franse componist Francis Poulenc maakte er tijdens de tweede wereldoorlog een muziektheaterstuk van voor verteller en piano, L’Histoire de Babar, le petit éléphant, dat – deels in een latere bewerking met ensemble – een van zijn populairste werken werd.

In de voorstelling Babar en het ontstaan van de wereld speelt het Seasession muziekensemble de muziek van Poulencs L’Histoire de Babar bij een nieuwe tekst van kinderboekenschrijfster Mylo Freeman, die zich op het verhaal van De Brunhoff baseerde. Actrice en presentatrice Jennifer Muntslag vertelt, terwijl beeldend kunstenaar Sjeng Schupp live de originele illustraties animeert en boven het ensemble projecteert.

Het ensemble heeft daarbij zijn best gedaan Babar uit de sfeer van kolonialisme en witte suprematie te halen, waarvan de bedenker op zeker moment werd beschuldigd. Diens zoon Laurent de Brunhoff, die de reeks boeken na de dood van zijn vader in 1937 voortzette, heeft om die rede ook een deel van de reeks uit de handel gehaald en in andere boeken aanpassingen aangebracht. Je zou inderdaad vragen kunnen stellen bij het idee dat Babar koning van het dierenbos wordt nadat hij eerst als wees in de grote stad is opgevoed en dat wat hij daar heeft geleerd hem blijkbaar vanzelf superieur maakt.

Freeman laat Koning Babar niet terugkeren om bij de olifanten in het bos de ‘beschaving’ te komen introduceren. Haar tekst is meer een pleidooi voor zelfontplooiing geworden, of – in voor de doelgroep misschien wat begrijpelijker taal – om te proberen zoveel mogelijk te leren; om dan met wat meer zelfvertrouwen in het leven te staan, natuurlijk. Die vertelling is goed te volgen, ondersteund door Poulencs aanstekelijke muziek die door het beperkte aantal instrumenten tegelijkertijd ook niet te veel afleidt.

De muziek van Poulenc duurt inclusief de oorspronkelijk tekst maar een half uur. Bij opnames wordt l’Histoire de Babar daarom weleens gecombineerd met de door hem geschreven operaversie van Jean Cocteaus La Voix humaine, maar die combinatie lijkt me iets minder geschikt voor een kindervoorstelling. Seasession koos voor een ander werk uit het Franse vroege modernisme: Darius Milhauds muziek voor het ballet La Création du Monde, dat het ensemble laat voorafgaan aan l’Histoire de Babar, waarmee de geschiedenis van Babar eigenlijk een metafoor wordt voor de evolutie van de mens.

Ook bij de balletmuziek van Milhaud schreef Freeman een nieuwe tekst, die verteld wordt door Muntslag. We horen hoe de aarde ontstaat vanuit de liefde tussen de maan en de zon. Door de hitte van de zon breekt de maan in stukjes, waarvan er eentje uitgroeit tot de aarde, waarop vervolgens allerlei levensvormen ontstaan. Freeman baseerde zich naar verluidt op volksverhalen van het Afrikaanse continent.

Bij dit deel van de voorstelling creëert Schupp eveneens live-projecties, die op het scherm boven het ensemble te zien zijn. Alleen gebruikt hij ditmaal geen illustraties, maar beelden die hij zelf op papier tekent en schildert. Dat we hem live aan het werk zien is een extra attractie voor kinderen. Voor de rest is het contact met het publiek tijdens dit eerste deel van de voorstelling wat moeizamer dan in het l’Histoire de Babar-deel. Verteller Muntslag staat achter op het podium tussen de musici. Milhauds muziek klinkt helaas ook minder levendig dan die van Poulenc. Bovendien is die, anders dan die van Poulenc, geregeld voor vol ensemble geschreven, wat de verstaanbaarheid niet ten goede komt.

Bij het hele programma heeft het ensemble de klassieke percussie-instrumenten vervangen door Afrikaanse, zoals de amadinda, een kloek marimba-achtig instrument dat naar verluidt uit Oeganda komt en door verschillende musici tegelijkertijd kan worden bespeeld. Ze worden onder meer gebruikt in ‘Afrikaanse tussenspelen’, die componist Richard Rijnvos voor het ensemble schreef.

Eerst komen deze tussenstukken, waarbij de musici voorop het podium gaan staan, wat ongemakkelijk over, ook omdat het geheel – met onwennige musici in kostuums die Afrikaanse moeten ogen – wat neigt naar ‘Afrikanisme’. Maar in de loop van de hele voorstelling komt alles steeds natuurlijker, organischer over. Aan het slot van Freemans versie van het Babar-verhaal zien de zon en de maan uit het Création-verhaal dat het goed is met de wereld van Babar. Inmiddels bevinden wij ons als publiek ook in de juiste sferen.

Foto’s: Milagro Elstak