Tollende Chinese borden op een staande stok, het is een klassieke circusact. Julian Vogel haakt in Ceramic Circus aan bij die traditie, maar dan op zijn eigenzinnige, vooral innovatieve wijze. Is het knap wat hij doet? Zeker, maar bovenal fascinerend. En hij kijkt niet op een scherf meer of minder.

De Zwitserse artiest Julian Vogel bekwaamde zich in de diabolo op de circusopleiding in Tilburg. De gangbare plastic diabolo heeft hij ingeruild voor voorwerpen van keramiek en porselein. Voor het vervaardigen van zijn keramieken attributen heeft Vogel zich laten scholen bij het EKWC, het Europees Keramisch Werk Centrum. Hij experimenteert erop los, zo bleek eerder al in China Series: sculpturen, installaties en performances rond de diabolo.

In Ceramic Circus, een solovoorstelling van een uur, gaat hij een stap verder. Het stuk is op circusfestival Circolo te zien in een ronde tent, dat werkt goed, maar het heeft ook de impact en artisticiteit van een museale performance. Het publiek op de tribune is voor aanvang al getuige van de voorbereidingen. Vogel hangt kleding op een rek, een blauw shirt, een rood shirt, hij zet bekkens van een drumkit neer in de tent en knoopt een witte keramieken bol aan een kabel die in het hart van de tent naar beneden hangt.

Vervolgens plaatst hij een trommel en een krukje in de piste en begint als een volleerde slagwerker te roffelen. Eerst zacht, dan sneller en harder. Daarbij zit hij kaarsrecht op de kruk, alleen de polsen bewegen, de ogen zijn gesloten. Duurt het vijf minuten? Of tien? Waarschijnlijk het laatste. Zo’n lange drumsolo, het is gewaagd, maar het verveelt niet, al heb je geen idee waar het naartoe gaat. Tijdens de voorstelling blijkt dat de roffel live is opgenomen en dat de track tijdens de acts terugkeert. Ook die roffel is een directe verwijzing naar het klassieke circus waarin een drummer de spanning naar grote hoogte probeert te brengen.

In Ceramic Circus bouwt de spanning ook op. Vogel rijdt op een krakkemikkige fiets door de piste, de ketting ligt er half af en pas als hij achteruittrapt gaat-ie vooruit. De keramieken bol die in de piste hangt, begint te draaien. Eerst dicht bij de grond, daarna hoger. Even denk je dat die bol in beweging komt door de luchtstroom van de fietsende acrobaat, maar een blik in de nok van de tent leert dat de bal mechanisch wordt aangedreven.

Het leidt tot een fascinerend duel tussen Vogel en de ogenschijnlijk zware bol. Het ene moment achtervolgt hij het object, even later zijn de rollen omgekeerd. Steeds lijkt het alsof de draaiende bol de acrobaat zal raken en steeds gebeurt dat net niet. Die strijd gaat de hele voorstelling door, ook als hij op skates door de piste crost, ook als hij her en der bekkens plaatst en erop mept, ook als hij kriskras door de tent holt.

Het vergt focus en alertheid van de artiest, ogen in het achterhoofd. De dynamiek, de toenemende vaart, de groeiende, prettige chaos, het leidt tot een boeiend schouwspel waarbij die draaiende bol ook nog eens hypnotiserend werkt.

De artiest maakt het zichzelf gaandeweg nog lastiger. Aan de rand van de piste plaatst hij staketsels, het lijken vishengels, waarop hij bordjes laat draaien. Met regelmaat valt er een bord te pletter en daar lijkt Vogel absoluut niet mee te zitten. Het publiek evenmin. Zowel de bordjes op tijd een zwiep geven als een kletterend bord, ze roepen beide reacties op vanaf de tribune. Scherven horen bij de act en bij de beleving, dat blijkt ook uit de climax die te mooi is om zomaar te onthullen.

Voordat de chaos compleet is, is er een prachtig verstild moment. Vogel zit op een kruk in de piste. Hij hangt achterover, ligt languit, zit vervolgens in elkaar gekrompen, dan weer met de benen gestrekt. De bol cirkelt rakelings langs zijn lijf en begint daarna weer aan een grotere curve. Door de juist belichting zijn het silhouet van de artiest en de schaduw van de bol op de vloer goed zichtbaar. In het halfdonker oogt het alsof de maan om zijn lichaam draait.

Wordt de artiest dan geen enkele keer door het keramieken gevaarte geraakt? Jawel, één keer, licht op het achterhoofd. Het is mensenwerk, hoe geraffineerd gemaakt ook, dan mag het best imperfect zijn. Dat komt de waarachtigheid ten goede.

Ceramic Circus is een bijzondere ervaring die na afloop in het hoofd blijft rondtollen.

Foto’s: Jona Harnischmacher