Onze Jordaan is een musical met een groot hart en een grote gunfactor. Ellen Pieters overtuigt als tragikomische matriarch van de Jordaan.

Je kan niet ontkennen dat Onze Jordaan met liefde is gemaakt. De musical van schrijver en regisseur Diederik Ebbinge is al bij aanvang ontwapenend, wanneer acteur Steyn de Leeuwe het publiek aanspreekt. Hij vertelt over zijn relatie met Amsterdam en over hoe de taal van zijn kinderen totaal anders klinkt dan het Amsterdams van zijn ouders. Het toneelbeeld vult zich ondertussen met meer spelers, die hun eigen anekdotes delen of rekwisieten meenemen die echt uit de Jordaan komen. Zelfs het decor van Carla Janssen-Höfelt, compleet met een achtkoppig orkest, is gebouwd door de familie van een van de acteurs. Het verhaal moet nog goed en wel beginnen, maar we begrijpen zo dat het ons allemaal aangaat: zowel de spelers als het publiek in DeLaMar.

In Onze Jordaan volgen we de teloorgang van de Jordaan door de ogen van Greet (Ellen Pieters), die na de dood van haar man Jopie (Richard Spijkers) haar twee kinderen opvoedt. Met lede ogen moet ze toezien hoe niet alleen haar vrienden verhuizen, maar ook haar kinderen Loes (Roosmarijn Luyten) en Jan (Peter Gijsbertsen) de Jordaan vaarwel zeggen. Loes trekt naar een andere stad, terwijl Jan kiest voor een nieuw leven in Napels met muzikant Luigi (Walter de Kok).

Met het verstrijken van de jaren wordt de buurt van Greet steeds meer geteisterd door zakenmensen en yuppen, terwijl het Belcantokoor, dat haar man ooit heeft opgericht, uitdunt. Toch zijn het de volksliederen die de achterblijvende Jordanezen door alle misère heen helpen. ‘Wat er ook gebeurt, altijd blijven zingen’, luidt het devies.

Ebbinge heeft een verraderlijk moeilijk onderwerp gekozen voor een musical. Onze Jordaan gaat over de verandering van de Jordaan, maar die verandering blijft een abstract gegeven waar Greet als personage weinig tegen kan verrichten. We zien een ondernemer die de stamkroeg de nek omdraait en een jong stel dat staat te popelen om Greets huis te kopen, maar ze worden niet belangrijk genoeg om een conflict op gang te brengen. Greet kan niet anders dan de aftakeling aanzien en erover mopperen, waardoor ze als hoofdpersoon te weinig handelt.

Daarnaast lenen de Jordaanse meezingers van zangers als Willy Alberti en Johnny Jordaan zich niet altijd goed voor een dramatisch verhaal. Er is genoeg keuze uit uitbundige liefdesliedjes en odes aan Amsterdam, maar de meer introspectieve solo’s zijn schaarser. Bovendien zijn teksten vaak niet specifiek genoeg om personages uit te diepen of het verhaal door te vertellen. Dat is de moeilijkheid van een jukebox-musical, waar je op zichzelf staande liedjes met een eenduidige boodschap in een doorlopende vertelling moet zetten. Het zorgt ervoor dat er in korte tekstscènes veel informatie wordt gegeven – we gaan immers in rap tempo door zo’n halve eeuw aan Jordaanse geschiedenis heen – en in de muziek te weinig.

Maar er zijn ook duidelijke uitzonderingen. Soms laat Ebbinge de belcanto-muziek zo voor zichzelf spreken, dat je de teksten niet nodig hebt. Je hoeft niet te weten wat Nessun Dorma betekent om ontroerd te raken door Jopie, die als geestverschijning zingt en danst met Greet. De opera-scène in de tweede helft is misschien wel het hoogtepunt van de voorstelling. Na een paar komische sneren naar De Nationale Opera denk je dat je in een luchtige scène bent beland, totdat Greet voor haar verloren zoon komt te staan, die in een Italiaanse aria al zijn opgekropte emoties lijkt te uiten. Dat je niet helemaal kan verstaan wat hij zingt, is juist wat dit moment zo ontroerend maakt.

Knap werk van een mooi zingende Peter Gijsbertsen, maar ook zeker van Ellen Pieters, die ernaar luistert en het stil incasseert. Een emotionele plotwending tegen het einde is eigenlijk niet nodig om de verstandhouding met haar kinderen te begrijpen, maar Pieters speelt het zo mooi, dat je dat bezwaar al snel vergeet. Wees voorbereid op een lach en een traan.

Onze Jordaan heeft dus wat structurele problemen, maar een sterkere tweede akte en een fantastische Pieters maken al veel goed. Liefhebbers kunnen zich bovendien verheugen op mooie arrangementen van Jeroen Sleyfer en een sterke groep zangers, die je twee uur even meenemen naar het Jordaan van weleer.

Foto: Wim Lanser