‘Hoe gaat het met jou?’ is een vraag die zelden wordt gesteld aan een ouder of een partner met een zorgtaak. Duizenden gezinnen in ons land hebben te maken met een zorgintensief leven: ze moeten er zijn voor de ander, die toewijding, aandacht en tijd nodig heeft of soms zelfs opeist. De voorstelling Broos van Matzer Theaterproducties richt zich op het zorgverhaal, een sluimerend en vaak uitzichtloos, onzichtbaar drama. (meer…)
Zeventien jaar hebben ze elkaar niet gezien of gesproken, deze tweelingzussen die ooit onafscheidelijk en niet van elkaar te onderscheiden waren. In Bloedzus onderzoekt Matzer Theaterproducties de band tussen eeneiige tweelingen, die nooit in de spiegel hoefden kijken om zichzelf te zien, en opgroeiden in de wetenschap dat ze níet uniek waren. Ze treffen elkaar in hun ouderlijk huis, waar de één is blijven wonen, terwijl de ander naar Boston vertrok.
Het nieuwe toneelstuk van auteur Maaike Bergstra bevat relatief veel dramatische wendingen in een kort tijdsbestek. Zo voelt dat, in elk geval, want regisseur Madeleine Matzer vult veelbetekenende stiltes steevast in; de energieke muziek van Helge Slikker wordt ingestart, of de twee bewegen een paar tellen als in een gedanste flashback naar hun eensgezinde kindertijd. Geen aaneengesloten spanningsboog, dus. Eerder steeds een reset.
Wendell Jaspers speelt Tara, die in de afgelopen zeventien jaar moeder werd zonder haar zus in te lichten. Ze is ziek en heeft een nier nodig. Lotte Dunselman komt als Stella die nier aanbieden. Zij is een carrièretijger, toevallig in Nederland, omdat ze genomineerd is voor een belangrijke prijs. Beiden zijn schrijver: de één van steeds minder succesvolle poëzie en de ander van een prijswinnend boek dat ze baseerde op hun jeugd.
Jaspers straalt als de gegronde, tuinierende Tara, levenswijsheid uit en laat zich af en toe laat verleiden verongelijkt en jaloers te zijn. Dunselman romantiseert als de ambitieuze, relationeel wat naïeve Stella, hun vroegere tweelingband. Ze spelen behendig met de spanning, ruziën over hun botsende ideologieën, rollen vechtend over de grond en giechelen als jonge meisjes als ze langzaamaan weer iets hechter worden.
Het stuk is gebouwd op de overeenkomsten en verschillen tussen de twee in karakter en levensweg. Interessanter is dat mettertijd duidelijk wordt dat de één zich jaren later nog de kleur van een jas voor de geest kan halen, maar de hoofdlijn vergeet, terwijl de ander hun laatste gesprek van zeventien jaar geleden nog woord voor woord kan terughalen. Dat zorgt voor een interessante verwarring over wiens herinnering we aan het ophalen zijn; wie heeft er nou wiens oor aan het hoofd gelijmd? Wie had de originele pijn en wie slechts fantoompijn? Wie leeft wiens droomleven?
Matzer had de fascinatie voor tweelingen al lang voordat ze Bloedzus maakte en die weet ze goed te delen. Het scènebeeld van Sanne Danz vangt het heel mooi. We zien een zwartwitfoto van een jongetje, op de rug bezien, uitkijkend op een stroomversnelling. Hij is tweemaal afgedrukt op een doorzichtige schuifdeur. Aanvankelijk liggen de deuren op elkaar, heb je niet door dat de schimmige jongen twee keer is afgedrukt. Schuiven de deuren opzij, dan komen er twee jongentjes in beeld en staan de twee afbeeldingen naast elkaar als in een zoek-de-verschillenpuzzel. Is het twee keer dezelfde foto? Of niet?
Foto’s: Karin Jonkers