In de double bill Meiti / LIMP, die tijdens het Amsterdam Fringe Festival in première ging in CC Amstel, gebruiken dansmaker Gianine Strang en het duo Bo Jacobs/Claire de Caluwé pakkende beelden. Die beelden kaderen in de beide voorstellingen heel mooi de complexe binnenwereld van een mens. Iemand kan van binnen in duizend stukjes uit elkaar vallen, soms huizen in één mens twee zielen. (meer…)
Mi Pret’i Wowo legt de liefdevolle maar ook complexe relatie bloot van een vader en een dochter. Aan de hand van een filmverslag, tekeningen, animaties en dans duiken we in een autobiografisch verhaal van choreograaf Junadry Leocaria en haar vader Junny Candido Maduro, die ook professioneel danser was. Wat is vaderschap en hoe komen we over intergenerationele trauma’s heen? Op integere wijze ontvouwt Mi Pret’i Wowo de patronen.
Een man kijkt terug op zijn leven en heeft spijt van bepaalde keuzes die hij heeft gemaakt. Als geen ander weet zijn oudste dochter, zijn oogappel, wat hij nodig heeft en ze neemt hem mee naar Nigeria, want alles wijst erop dat de familie, die verhuisde van Curaçao naar Nederland, daar hun roots heeft. Het eerste deel van Mi Pret’i Wowo is een ontroerend beeldverslag van die reis, terwijl we de vader horen spreken over zijn leven en de relatie met zijn dochter.
Als ik een prijs win neem ik je mee naar Nigeria, had Leocaria haar vader beloofd en zo geschiedde. Vorig jaar won ze de innovatieprijs van De Nederlandse Dansdagen voor het concept van Mi Pret’i Wowo. Nu is daar de voorstelling. Kwetsbaar zet Leocaria haar vader op het toneel. Eerst solo met summiere sierlijke bewegingen van armen en handen, daarna neemt hij voetje voor voetje de ruimte in.
Op de achterwand verschijnen, levensgroot, getekende portretten van zijn hoofd gemaakt door Richard Kofi, die al die tijd bijna onopvallend de animaties – een combinatie van tekeningen en abstracte kleurwolken – vanuit het zijtoneel aanstuurt en daarmee heel behendig vaak de overgangen van scènes creëert.
Een volgend moment zien we Leocaria verschijnen in traditionele Afrikaanse kleding. Ze ontfermt zich over haar vader in een intieme dans. Kleurige animaties staan het ritueel bij. Terwijl de muziekcompositie (een sterke bijdrage van Dizzi Geetha) de ritmische drums vrij baan geeft, blijft de dans ingetogen.
Dat tekent het hele choreografische spectrum van Mi Pret’i Wowo. Elke dans is afgewogen, ook de salsadansen in het laatste deel van dit werk. Daarmee is de voorstelling trouw aan het lichaam en de danstaal van vader Maduro, wiens kracht vooral ligt in de subtiele heupbeweging.
Die subtiliteit staat lijnrecht tegenover het machismo dat zijn zachte karakter lang onderdrukte. Een geboeide vader, in steen gegraveerde woorden; Kofi’s getekende animaties leggen heel letterlijk een verbinding met het slavernijverleden, waardoor Mi Pret’i Wowo naar mijn smaak wat al te didactisch wordt.
Het eerlijke verhaal van de vader maakt veel goed, net als een solo van Leocaria waarin het geluid van water samenvalt met de deinende plooien van haar kostuum en een verbinding legt met de film. Je verlangt naar meer van dit soort gelaagde symboliek, want juist op die momenten wint de voorstelling aan diepte en overstijgt het autobiografische verhaal zichzelf.
Mi Pret’i Wowo is een zeer integer werk, maar maakt soms wel flinke hinkstapsprongen. Al lijkt alles in de voorstelling op een happy end uit te draaien, Leocaria geeft hem niet. Integendeel. Ze kietelt ons nog even venijnig voor het licht dooft tijdens een laatste duet. Het verleden zal ons nog lang in de tang houden, is haar dan toch nog onverwacht stellige boodschap.
Foto’s: Sunny Jagesar