In Vlaanderen floreert – zeker op artistiek vlak – het theater der dingen met zijn poppen en objecten. De meeste producties zijn er nog voor kinderen. Slechts sporadisch zijn er figurentheatervoorstellingen die zich louter richten tot volwassenen. Theater Tieret wil daarin verandering brengen.

Jarenlang maken Joost Van den Branden en zijn ploeg al furore met producties voor kinderen en jongeren. Nu willen ze ook een volwassen publiek veroveren. Dat deden ze in het verleden onder andere al eens met Meneer Linh. Met En Suite wil Theater Tieret in Vlaanderen en Nederland doorbreken en laten zien dat figurentheater ook een volwaardig artistiek genre kan zijn voor volwassenen.

Van den Branden wil graag in de voetsporen treden van de Nederlandse grootmeesters Fred Delfgaauw en Neville Tranter. Vooral bij de laatste is hij in de leer gegaan, en Tranter heeft ook de poppenregie gedaan voor deze productie. Heel duidelijk zie je dat in het verleidingspel van een bejaarde voor de verzorger, haar bespeler. De pop schurkt tegen het lijf van Van den Branden, kijkt hem recht in de ogen, komt heel dichtbij zijn mond, maar trekt zich dan terug, alsof ze zichzelf betrapt op haar ‘onzedig’ gedrag. Ze giechelt, je ziet dat hij zich niet op zijn gemak voelt. Met een kirrend lachje gaat ze uiteindelijk af. Met hem, licht ontredderd, er achter aan, want zij zit nu eenmaal aan hem vast.

Van den Branden volg ik al jaren, vanaf zijn eerste kinderproducties. Zijn spel kon je zien als een mengeling van het bijwijlen absurdistische, groteske spel van theater Froefroe, en het wat meer ingetogen, expressionistische verteltheater van Ultima Thule. In Meneer Linh (naar de beroemde novelle Het kleine meisje van meneer Linh van Philippe Claudel) en zeker nu in En Suite heeft hij zijn eigen stijl gevonden, en weet hij overtuigend en charismatisch zijn verhaal in beeld te brengen.

Hij geeft in zijn eentje de verschillende poppenpersonages een eigen stem en karakter. Subtiel laat hij met kleine details de poppen tot leven komen. Ze zijn typetjes (wat eigen is aan poppenspel), maar toch ook unieke menselijke wezens. Heel vakkundig gaat hij in dialoog met zijn poppen, brengt hij hun gevoelens in beeld, brengt hij hun kwetsbaarheid naar voren.

Het zijn oudere mensen in een rusthuis, zoals Anna die een prima ballerina was die wereldsucces oogstte met haar uitvoering van ‘De Stervende Zwaan’ en honderd zal worden. Het verhaaltje van En Suite is verder nogal braaf en voorspelbaar, en ook de dialogen mochten wat spitsvondiger en minder clichématig zijn. Maar bij het applaus laat Van den Branden de jonge ballerina verrassend zien. Ik ga niet zeggen hoe. Dergelijke vondsten hadden meer in de productie mogen zitten.

Het is de uitvoering an sich die indruk maakt. Dat gebeurt ook door de muziek. Piet-Jan De Smet is een van de beste cellisten van België. Hij speelt korte en vooral lange fragmenten uit de Cellosuites van Bach. De volgorde van de suites is aangepast aan de poppenscènes die eraan zijn voorafgegaan en nog volgen. Het ritme van de voorstelling maakt dat muziek van even veel belang is als het poppenspel. De scènes met de poppen zijn kort, en de tijd tussen de verschillende scènes wordt niet opgevuld met muziek, de concerttijd is gewoon evenwaardig. Als toeschouwer/luisteraar krijg je een concert én een theatervoorstelling op één avond.

En Suite beleeft op 2 november zijn Nederlandse première op festival Puppet International in Meppel. Joost Van den Branden zal zich er laten zien als een waardige opvolger van Fred Delfgaauw en Neville Tranter, die nu richting pensioen gaan.

Foto’s: Danny Wagemans