Het jaarlijkse Afrovibes Festival trapte zijn twintigste seizoen af met een rijk gevuld programma in een stampvol Frascati. De voorstelling met acht dansers van de Rwandese choreograaf Wesley Ruzibiza opende de avond met verve. (meer…)
Dihya is een van de voorstellingen waarmee de eenentwintigste editie van het belangwekkende festival Afrovibes werd geopend. Het accent ligt dit jaar op de hele Noord-Afrikaanse regio, van de Mahgreb tot en met Egypte. Het gekozen thema is Belonging. De voorstelling Dihya, gebaseerd op kronieken van de Imazighen uit Marokko, is daarbij een passende keus.
In de zevende eeuw veroverden de Arabische Omajjaden Noord-Afrika en later het Iberische schiereiland, waar ze tot de elfde eeuw aan de macht bleven. Bij een van hun veroveringstochten werd ook Dihya, de zevende eeuwse koningin van de Imazighen, definitief verslagen, ook al was haar tegenstand aanvankelijk succesvol gebleken. Zij regeerde over de matriarchale Imazighen op hedendaags Marokkaans grondgebied dat vervolgens transformeerde tot een islamitisch patriarchaat.
In deze voorstelling speculeert Chourouk El Mahati in dansvorm (choreografie van Mohamed Lamqayssi) over het lot van de koningin en over wat er gebeurd had kunnen zijn als deze niet uiteindelijk het onderspit had gedolven in de confrontatie met de Arabische islamitische legers.
De voorstelling lijkt in drie delen onderverdeeld te zijn. In het eerste deel zijn we getuigen van een innerlijk heftig proces waar de danseres zich uitput in een snelle reeks afwisselende poses en houdingen. Daarmee verbeeldt ze een dynamische monologue intérieur van ideeën die met elkaar lijken te conflicteren, vragen die zij zichzelf stelt, problemen waarvoor zij geplaatst wordt, maar waar zij geen oplossing voor kan vinden.
Dit wordt gevolgd door een deel waar ze liggend rondtolt als in een onrustige droom waar ze midden in de nacht uit wakker lijkt te worden. Uit het niets ontrolt zij iets dat aanvankelijk lijkt op een sjaal met pailletten, en ze zet daarbij ook een soort vr-bril op haar neus. Later echter ontvouwt zij de stof tot een lange smalle slinger, die zij kaarsrecht dwars over de driehoekige witte dansvloer trekt. Misschien wil ze op die manier haar territorium afbakenen, maar het kan ook zijn dat ze nadenkt over een wiskundig of strategisch probleem.
Even later produceert zij – alweer vanuit het niets – een glinsterend kledingstuk, op het eerste gezicht een strapless groene robe met een nauwsluitende top die doorloopt in een rok met uitbollende elementen. Maar wie verwacht dat zij zich zal uitdossen in het exuberante kledingstuk, komt bedrogen uit: ze trekt het kledingstuk over haar hoofd aan, en bevestigt het op haar schouders, waardoor ze zichzelf vermomd tot een voorwereldlijke draak of een carnavaleske maar onrustbarende fantasiefiguur. Haar bewegingen worden nu ook veel beheerster en doelgerichter.
Dit allemaal leidt uiteindelijk tot het laatste deel dat ingeleid wordt met een opname van een koor dat steeds dwangmatig dezelfde melodie herhaalt. De danseres richt zich vol tot de zaal en zet een interessant en aantrekkelijk spel met stemmingen en identiteiten in. Niet alleen haar lichaam wordt ingeschakeld, ook haar gezichtsuitdrukkingen spelen een belangrijke rol. Uitdagend, spottend, dreigend, belust: al deze aspecten brengt zij in stelling. De vrouw alleen die zich in de intimiteit van haar vertrekken vertwijfeld van alles leek af te vragen, heeft nu alle touwtjes in handen en kan direct elke confrontatie met haar omgeving aangaan. Een boeiende performance over een boeiend historisch personage.
Foto: Michel Petit