Sipke? Hoe (ontzettend) vaak je die naam wel niet hoort in de voorstelling Moddergat, en met die vragende intonatie ook, het blijft komisch. Protagonisten Sipke en zijn aanhoudende (naamloze) vriend leren we kennen als een stel verknochte vogelaars – van wie eerstgenoemde kennelijk even meer dan genoeg heeft van die hobby. De achtergrond daarvan zullen we niet precies weten, wat een van de charmes is van het ‘multiversum’ van spelersduo Koen en Jeroen. Ondergedompeld in hun spel (plezier), groeit allengs het besef dat dit alles ons niet zo vreemd is als we misschien eerst dachten.

Sipke dus, woont in Moddergat, in de werkelijke wereld een prachtig oord (vastgeklonken aan het gehucht Paesens) in Friesland, pal aan de Waddenzee. Voor vogelaars een paradijs. Op mooie momenten kun je er lepelaars ontwaren, maar op het moment dat de voorstelling begint, heeft Sipke daar mooi maling aan. Hij doet de deur niet open als zijn maatje aanklopt. Daar begint het. Sipke?

Vier deuren liefst vormen het decor van Moddergat. Jeroen van Arkel (2001) en Koen ter Braak (1998) vallen ermee in huis, slaan ze voor elkaars neus dicht, maar laten ze ook vaak genoeg voor elkaar open, als een stel vaudevillers van het eerste uur. Want als er niet gevogeld gaat worden, opent dat hier ineens een wereld aan mogelijkheden, vol dromen, associaties, verwijzingen en (toekomst-)muziek.

Heeft niet iedereen weleens helemaal genoeg van de sleur van zijn eigen vaste routines, van deze wereld, van zijn eigen Moddergat? Sipke en zijn maat (die misschien ook wel een Sipke is) gaan even helemaal los, en veranderen in vogels, apen, planten, cowboys, een stel piëta’s; ze schotelen hun publiek duels voor met reutelende sterfscènes, ze spelen poppenkast met sokken. Dit alles onder het genot van een passende weirde soundscape die soms hun gesprek (met daarin altijd wel weer het vragende ‘Skipke?’) overstemt: een mix van paardengehinnik, kerkklokken, muziek van Queen, Whitney Houston en Dolly Parton, tekstflarden uit The Wizard of Oz, Chinese muzak en verzin het maar.

Koen en Jeroen houden er zo een uur lang enorm de vaart in, precies de juiste tijdspanne voor hun performance. Het gebaartje van Jeroen, als hij weer een deur binnenkomt en even een onzichtbare haarlok achter zijn oor strijkt, Koen die probeert een Van Gogh door een deur te manoeuvreren, hun onverstoorbare koppen, hun triomfantelijke lachjes, het is innemend en geestig, en hun gemodder maar wat herkenbaar.

Koen en Jeroen (HKU 2023) toerden al met een kortere versie van Moddergat in de Debuut -reeks van Via Rudolphi. Verheugend dat er nu een volledige voorstelling staat, want van dit duo wil je meer zien.

Foto’s: Bart Grietens