Als het publiek binnenkomt, klinkt er een warm, open soundscape met af en toe een heldere kinderstem die soms verstaanbaar, soms niet, iets zegt. Op de toneelvloer ligt een intrigerend groot geometrisch object. Is het een visnet? Is het spinrag? Is het de uitvergrote vleugel van een libelle? En zo is de hele voorstelling een aaneenschakeling van beelden, geluiden en bewegingen die een schatkamer aan associaties ontsluiten. (meer…)
Tot groot plezier van het opgetogen publiek, een opvallende mix van jong en oud, geeft iedere danser nog een showtje na afloop van HyperISH. Het is een oud ritueel van het gezelschap, dat alweer ruim tien jaar bestaat. HyperISH is geinspireerd op het boek Catcher in the Rye van J.D. Salinger en gaat over de dagelijkse rush, vrijheid en identiteit, onderwerpen die in de voorstelling illustratief worden vorm gegeven. Het zijn vooral de trucs en de gimmicks die HyperISH allure verlenen.
Balancerend op hun tenen banen zeven dansers zich een weg over verhoogde stellingen, met hun armen wijd zoekend naar balans zijn ze net vogels. Het is een mooi beeld, maar ook een cliché vooral door de vette Engelse teksten onder de geluidscompositie, die het plaatje ook nog eens beschrijven. Het geluid spoelt terug, de dansers vallen achterover en verdwijnen achter het decor. Dans en tekst wisselen elkaar af in HyperISH, vanachter de stellage ontstaat dan ook een melige identiteitsquiz met gevatte korte teksten als: ’Je weet niet wie je bent, maar je weet wel wie je niet wilt worden.’ Een van de betere overigens.
HyperISH is een ratjetoe van solo’s, duetten en groeps‘choreo’s’. Soms zijn die adembenemend zoals de solo van uitblinker Shailesh Bahoran, die door een vermenging van dansstijlen, zijn ingeleefde spel en zijn mimiek als enige het onderwerp ook werkelijk integreert in zijn dans. Mooi is ook het beeld waarin een solo van Bohoran later in het stuk door danser Carl Refos onder de stelling op zijn kop wordt gekopieerd. Andere stukken verwerken het gegeven met name in de dramatische gestes van de armen en de handen. Gekooide danseressen, dwangmatige loopjes over het toneel aan het einde van het stuk, veel keuzes illustreren vooral het idee.
In zijn muziek- en geluidcomponiste verwerkt Rik Ronner onder andere delen van de speeches van Martin Luther King. Ze zijn zeker opzwepend en ze hebben een strijdvaardige ondertoon, maar het is ook goedkoop sentiment. Goed is de kritische toon over de social media die de voorstelling in een van de gesproken intermezzo’s verwerkt. Even doet HyerISH dan denken aan de laatste voorstelling van Theatergroep Dox, Power to the people, waarin ook gegoocheld werd met Facebook- en Twittertaal.
Al ontbreekt een echte versnelling in de voorstelling, ‘hyper’ is de eclectische aanpak wel. Onderwerpen worden even aangestipt waarna snel wordt geschakeld naar bijvoorbeeld de acrobatische hoogstandjes van Micka Kalsson, die daarmee absoluut de show steelt. Maar het materiaal voegt in deze hoedanigheid weinig toe aan de inhoud. Blijkbaar draait het in de voorstellingen van ISH in eerste instantie om de show, daar moeten we ook niet moeilijk over doen.