Zelf zijn ze er ook niet blij mee, echt niet, sorrysorrysorry, maar er zijn wel een paar regeltjes waar we ons tijdens de voorstelling aan moeten houden. Aan kaders ontkom je nu eenmaal niet, afspraken zijn er niet voor niets. Alhoewel: de twee spelers van jeugdtheaterduo coupdeboule die het publiek op Tweetakt welkom heten, lijken van al dat gedoe rondom die regels vooral stikzenuwachtig te worden. Hypernerveus manoeuvreren ze het publiek richting speelplek. (meer…)
De voorstelling Plafondmeisje is geïnspireerd op het gelijknamige jeugdboek van schrijfster Fran Bamburst. Hoofdpersoon is een tamelijk onzichtbaar meisje, dat letterlijk versmelt met haar omgeving maar een levendige fantasie heeft. Plafondmeisje is een productie van het gezelschap Tmg Lap uit het Vlaams Limburgse Hasselt, dat ook samenwerkt met Theater aan het Vrijthof uit Maastricht. De regie is van Jef Van gestel.
De openingsscène van Plafondmeisje is er een om te zoenen. Naast een muur van horizontaal gestapeld karton staat op een verticaal staand karton een met bruine tape uitgetekend figuurtje. Het hoofd is een gat, een gat waar opeens een paardenstaart uithangt en niet veel later het hoofd van een bleek meisje. Dat meisje heeft twee ouders, demonstratief staan ze naast haar en pakken ze haar hand van tape. In een geestige scène vol herhalingen blijkt al gauw dat het meisje flink onder de plak zit van haar vader, die haar voortdurend de mond snoert, terwijl de drukke moeder – gespeeld door Van gestel zelf – de boel verbaal probeert te redderen.
Het eerste deel van Plafondmeisje is een feest dankzij mooie beelden en het absurdistische karakter van de voorstelling. Niet alleen vader en moeder zijn aanstekelijke personages, met ietwat grotesk spel bieden ze contrast aan het fletse meisje, dat naturel wordt gespeeld. Maar nog veel merkwaardigere personages passeren de revue, zoals een dame in onderbroek met borsthaar en een weelderige bos blonde krullen, die de wilde fantasie in het bleke meisje lijkt te willen losweken of de goddelijke figuur met zijn grijze, lange baard en haren. Ze komen voorbij terwijl het meisje, dat inmiddels in een kraag van peurschuim is gehesen, letterlijk met haar hoofd in de wolken hangt.
Niet het meisje maar de moeder, die haar in bescherming wil nemen, wordt afgevoerd voor nader psychologisch onderzoek. Onvermoeibaar strijdt zij ‘voor het recht om krom te mogen zijn’ en als in het grote doktershoofd van papier maché de vader blijkt de zitten is het verhaaltje rond.
Plafondmeisje legt veel focus op de ouders, zoveel dat de kijker nauwelijks de kans krijgt zich te identificeren met het meisje. Daardoor blijft ze in de voorstelling uiteindelijk even onzichtbaar als ze aanvankelijk al was. Dat is spijtig, want daardoor streeft deze voorstelling haar doel voorbij.
Zowel het boek als het stuk beogen een pleidooi voor ‘anders zijn’, maar wat er nu precies anders is aan het meisje of zich in haar hoofd afspeelt wordt nauwelijks uitgewerkt. Dat is dramaturgisch gezien een zwak punt van deze voorstelling. We kennen Van gestel als een regisseur met sterke beeldende en absurdistische kwaliteiten, maar al hebben de vondsten in Plafondmeisje veel potentie, ook de absurditeit wordt weinig consequent doorgevoerd.
Plafondmeisje is een visueel aantrekkelijke voorstelling, maar laat ook kansen liggen. Alsof Van gestel en Tmg Lab niet konden kiezen tussen een geheel eigen interpretatie, waarvoor het boek slechts de aanleiding vormde, of een bewerking van het boek.
Foto: Zjuul Devens