Iedereen die er last van heeft, weet: demonen komen vaak langs in kleedkamers. Júist als je er niet op berekend bent, je even onbespied en alleen denkt te weten. In een knalroze tule-decor, knalroze jurk en met knalroze pruik, loopt drag-artiest Lola haar kleedkamer binnen, tijdens de pauze van een show. Na zich vrolijk ‘de tering’ te hebben geschrokken van het publiek dat zich daar verzameld heeft, herstelt ze zich snel en kwebbelt honderduit met de Paradebezoekers. Maar achter deze vrolijke, uitbundige verschijning, gaat ook een diepgewortelde angst schuil.

My Darling Demon is een hilarische, ontroerende én angstaanjagende voorstelling waarin Lars Brinkman – bedenker van Lola – zijn eigen angsten opvoert. De theatermaker bedient zich van sterke contrasten: de vrolijke, aimabele sfeer wordt ruw verstoord als de lichten plots uitvallen en er een monsterachtige figuur (Koen ter Braak) met lange, kromme, zwarte nagels de kleine ruimte binnendringt. Zo snel als hij kwam, is hij ook weer verdwenen; zo gaat dat innerlijke demonen. En Lola herstelt zich weer.

Maar niet helemaal. Angst – ook angst voor jezelf ­– nestelt zich in je, kruipt ontegenzeggelijk onder je huid en slaat barstjes in maskers. Terwijl ze haar pruik en ‘struiken’ (wimpers) afdoet en haar jurk uittrekt, krijgen we steeds meer van de Lars achter de Lola te zien. Hij vertelt hoe hij als kind stiekem de hakken van zijn moeder aantrok, en soms hoopte dat hij als ‘kleurrijke bimbo’ wakker zou worden. Lars creëerde Lola, maar ontwikkelde ook iets anders: een demonische, ondermijnende zelfhaat, die allerlei gedaantes aanneemt en elk moment kan verschijnen.

Uiteindelijk zal Lars zijn demonen onder ogen moeten komen. En dat is eng – dat voelen we als toeschouwer in een aantal goeie horrorsequenties zéker mee. Het is jammer dat Brinkman in de monoloog aan het eind letterlijk benoemt wat hij daarvoor al zo treffend theatraal had gemaakt: hoe zijn angst in zijn lichaam is gaan zitten, in zijn hoofd is gekropen.

My Darling Demon is een kwetsbare theatervoorstelling, waarin Brinkman en Ter Braak zich (in eindregie van Ellen Goemans) van een uitgesproken theatertaal bedienen. Ze worden daarbij zeer geholpen door de prachtige kostuums van Jacob Kok en het lekker enge lichtontwerp van Ramses Guurink. De voorstelling, die ruim een half uur duurt, heeft alle potentie om uitgebouwd te worden tot een omvangrijker werk, waarin de confrontatie tussen Lars, Lola en hun kwelgeest nog meer uitgewerkt kan worden.

Foto: Erik van ’t Hof