In kantoortuinen verglijdt de dag ergens tussen begin en einde middag, het precieze moment is meestal niet meer te achterhalen, van werkdag naar vrijmibo. Haperende collega’s onder haperend tl-licht, eerst nog overleggend, dan ineens karaokend. The Office meets De Parade in de half uur durende theatersatire De opzegtermijn van Koos. (meer…)
Iedereen kent het gevoel te willen verdwijnen. Theatermaker Semna Segal brengt met U, nu! een luchtige Hans Klok-pastiche met (expres) doorzichtige verwissel- en verdwijntrucs.
Enveloppen met brieven zweven door de lucht, rozen verschieten ineens van kleur, een toeschouwer verdwijnt en keert misschien wel helemaal niet meer als zichzelf terug. Bovenal is er een hoop publieksinteractie in de lekker krappe container op De Parade.
In een 20 minuten durende theatrale goochelshow manoeuvreert Segal (achter een zwart gordijn, alleen haar handen spelen mee in deze voorstelling) het makke publiek waar ze het hebben wil. Maar eerst doet ze (of eigenlijk: dat doen we zelf) het rumoerige festivalterrein en al het andere buiten de container, verdwijnen. In de gezamenlijke concentratie van een voorstelling kan je als toeschouwer de hele wereld vergeten: theater als de ultieme verdwijntruc.
Semna Segal liet zich voor deze ‘ode aan escapisme’ inspireren door het werk van absurdist Daniil Charms, waarin spullen verschijnen, vallen en verdwijnen, objecten tot leven komen en beginnen te praten. In die volstrekt logische antilogica herkende ze een andere voorliefde: die voor illusionisten, die voortdurend spelen met verwachtingen en de toeschouwer actief bespelen.
U, nu! is vermakelijk, maar wezenlijke vragen over verdwijnen (waarom willen we het soms, wat betekent het om dat te willen?) weekt Segal helaas niet los. Daarvoor zit er misschien te weinig verstilling in deze voorstelling, die door de vele publieksinteractie ook steeds iets rommeligs behoudt. In een voorstelling over verwachtingen en onverwachte wendingen, blijft U, nu! als geheel eigenlijk best keurig binnen de logische lijntjes.
Foto: Casper Koster