Inonge Jante Stekelenburg is Artist Educator in Theatre, afgestudeerd aan ArtEZ hogeschool voor de kunsten; volgend jaar rondt ze haar studie Performance art af in Maastricht. Stekelenburg is ernstig slechthorend. Een introductie aan een Schots acteerprogramma voor slechthorende acteurs, deed haar eens te meer het immense belang van een geëigende opleiding inzien. Een persoonlijk verslag.

Ik ben slechthorend. Ernstig. Als kind en tiener beschouwde ik mezelf nooit als ‘gehandicapt’. Maar naarmate ik ouder werd, begon mijn gehoor achteruit te gaan. Dialogen volgen in toneelstukken, televisieprogramma’s en films zonder ondertiteling werd stukje bij beetje onmogelijk. Dit geleidelijke gehoorverlies leidde tot sociale terugtrekking en een enorme frustratie.

Toen ik bij Toneelacademie Maastricht (TAM) werd aangenomen, werden mijn hoorproblemen nog duidelijker. Ik voelde me geïsoleerd en onbegrepen. Zonder rolmodellen of een ondersteunende gemeenschap groeide mijn eenzaamheid. Tot Rob Ligthert, het hoofd van TAM, me wees op een acteerprogramma in Schotland voor slechthorende acteurs. Een gouden zet van een fantastische docent. Deze introductie was voor mij de eerste stap van een transformerende reis, vakmatig en persoonlijk.

Terwijl discussies over inclusie in het theatervak vaak en veel worden gevoerd, gaan deze nog vaak over ras, leeftijd en lichamelijke beperkingen. Gehoorproblemen worden vaak verwaarloosd. En dat is een probleem.

Korte terminologie: ik gebruik in deze tekst de benaming D/doof. De termen ‘doof’ (zonder hoofdletter) en ‘SH’ (slechthorend) verwijzen naar de audiologische toestand van niet of slecht kunnen horen. ‘Doof’ (met hoofdletter) wordt vaak gebruikt om personen te beschrijven die zich identificeren met de dovencultuur en
-gemeenschap. Het onderscheid tussen de twee weerspiegelt de culturele en sociale dimensies van doofheid naast de medische definitie.

In Nederland zijn ruim 800 duizend mensen doof of slechthorend. Er zijn D/dove en SH acteurs, maar hun werk blijft grotendeels beperkt tot amateurtheater, meestal onder leiding van horende mensen. In de professionele theatersector zijn dove en SH-professionals afwezig. Waarom is dat?

Net als bij veel andere mensen die afwijken van de norm, lijken dove en SH mensen te maken te hebben met systemische onderdrukking in een maatschappij die kan horen. Systematische onderschatting van D/dove/SH kunstenaars zorgt voor een gebrek aan rolmodellen voor beginnende theatermakers. Dit heeft aanzienlijk meer invloed dan soms gedacht wordt.

Na onderzoek is gebleken dat een derde van de doven en slechthorenden in Nederland last heeft van ‘fade-out’: mentale problemen als gevolg van gehoorverlies, waarbij ze sociaal steeds verder naar de achtergrond raken. Dit omvat depressie, angst en gevoelens van onzekerheid, vooral in sociale omgevingen. De situatie is ernstiger voor jonge mensen: 59 procent van de adolescenten met gehoorproblemen worstelt met mentale gezondheidsproblemen als gevolg van sociaal isolement en gemiste sociale signalen.

Onderwijservaringen beïnvloeden het gevoel van eigenwaarde aanzienlijk. Inclusieve klassen die diversiteit omarmen, bevorderen een positief gevoel van eigenwaarde, terwijl klassen die geen ondersteuning bieden, leiden tot gevoelens van vervreemding en onbegrip onder D/dove/SH leerlingen. D/dove/SH leerlingen hebben baat bij blootstelling aan doventaal, hulpmiddelen, medeleerlingen en opvoeders – én aan mentorschap door D/dove/SH personen.

Dit geldt ook voor hoger onderwijs en dus ook voor het kunstvakonderwijs. Helaas zijn de professionele theateropleidingen in Nederland vaak ontoegankelijk voor slechthorende studenten. Het veeleisende curriculum en de taalvereisten vormen belangrijke barrières. Bovendien ontmoedigt het competitieve auditieproces studenten om hun beperkingen bekend te maken, wat leidt tot een gebrek aan ondersteuning als ze eenmaal zijn toegelaten.

Het Royal Conservatoire of Scotland in Glasgow (RCS) laat zien hoe het wél kan. De school biedt twee verschillende acteerprogramma’s: een voor horende studenten en een voor D/Dove en SH studenten. Hoewel het acteerprogramma (in het Engels én in Britse Gebarentaal) een waardevolle training biedt, staat het los van het horende acteerprogramma. Deze scheiding beperkt de interactie tussen horende en dove studenten. Niet perfect, maar het is wel dé eerste stap.

In Glasgow kwam ik in aanraking met het begrip ‘Deaf Gain’ (dove winst). Dit geeft een nieuw perspectief op doofheid: zie het niet als een verlies, maar erken de unieke en waardevolle bijdragen van D/dove en slechthorende kunstenaars. De aanwezigheid van D/dove/SH individuen verrijkt de maatschappij en de cultuur, juist op een gebied als theater.

D/dove/SH-personen ontwikkelen vaak een verhoogd ruimtelijk bewustzijn en een diepgaande band met hun omgeving als gevolg van hun dagelijkse ervaringen met het navigeren door communicatie- en oriëntatie-barrières. Deze unieke gevoeligheid kan inspireren tot innovatieve benaderingen van theater en kunst, waardoor voorstellingen ontstaan die het publiek nieuwe perspectieven en ervaringen bieden. Door de inzichten en talenten van D/dove/SH-artiesten te integreren, kan de theatersector aanzienlijk profiteren van de inclusiviteit en diversiteit van haar producties.

In Nederland is er geen direct equivalent van de opleiding die het RCS biedt, waardoor de onderwijsmogelijkheden voor dove/SH studenten beperkt zijn. Instellingen zoals de Toneelacademie Maastricht lijken nu voorzichtig eerste stappen te zetten voor inclusieve participatie in hun opleidingen voor acteren, regisseren en performen, zelfs voor personen met een handicap, maar naar mijn mening zijn er zevenmijlslaarzen die aangetrokken kunnen worden.

Het selectieproces op veel toneelscholen gaat inmiddels wel gepaard met een vraag naar transparantie over handicaps en mogelijke toekomstige uitdagingen. Docenten willen oprecht tegemoet komen aan individuele behoeften op basis van talent en mogelijkheden, maar een gebrek aan kennis van handicaps kan echter volledig inclusief onderwijs in de weg staan.

Zelf werd ik zonder aarzeling met betrekking tot mijn gehoorprobleem toegelaten, maar ik vraag me wel af of de acceptatie voortkwam uit een oprecht begrip van de uitdagingen of een gebrek aan kennis over wat die uitdagingen zouden zijn. Volledig inclusief onderwijs vereist echter een grondige(re) kennis van de verschillende handicaps om alle leerlingen passend onderwijs te kunnen bieden.

Ook vereist inclusief onderwijs een grotere, bewust gedeelde verantwoordelijkheid tussen de instelling en de student. Bewustwording en proactieve betrokkenheid van docenten over de beperking van de student kan de last voor de student verlichten. Meerdere gesprekken met ongeïnformeerde docenten kunnen de student isoleren, terwijl geïnformeerde docenten de behoeften van de student beter kunnen ondersteunen.

Voor mij is de vraag niet meer ‘Wanneer?’, of ‘Waarom?’. Er is een urgentie, er móet een hand uitgestoken worden. Het theater/filmvak evolueert dagelijks, dus waarom het vakonderwijs niet? Voor mij persoonlijk is de grote vraag nu: ‘Wélke school neemt het voortouw?’

Ga het gesprek aan. Daar begint het in ons vak altijd mee. Durf de vragen te stellen. Pak en geef verantwoordelijkheid voor elkaar. Neem meer studenten met gehoorverlies (of een andere handicap) aan, verbeter de representatie in de school zelf en creëer een ondersteunende werkomgeving. Inclusieve scholen zullen meer rolmodellen bieden voor jonge mensen met gehoorverlies (of een andere handicap) die in het theater willen werken. Door deze grotere inclusiviteit kunnen D/dove/SH acteurs rollen spelen die traditioneel door valide acteurs worden gespeeld, wat de diversiteit van verhalen verrijkt en discussies over geschikte casting vermindert.

De scholen kunnen dat niet alleen: het verbeteren van de inclusiviteit in het Nederlandse theateronderwijs vereist een collectieve inspanning van onderwijsinstellingen en de sector. Door te investeren in training en bewustwording, een cultuur van gedeelde verantwoordelijkheid te stimuleren en financiële beperkingen aan te pakken, kunnen instellingen als de Toneelacademie Maastricht een omgeving te creëren waarin alle studenten, ongeacht hun capaciteiten, kunnen gedijen, en zo de weg vrijmaken voor een meer inclusief en divers theaterlandschap.

Dossiers

Theaterkrant Magazine september 2024