In Missie Operatie Expeditie (M.O.E.) doet een driemansexpeditie een ultieme poging om de aarde te verlaten. Die missie leidt hen langs in elkaar stortende wolkenkrabbers, steile afgronden en kolkende lavazeeën. (meer…)
Voor Expeditie Aardvacht neemt het publiek plaats in het bos bij twee verlaten uitkijkposten, een groep paddestoelen, wat verdwaalde muziekinstrumenten en in de verte een groot ei. In deze voorstelling van DeJong&DeWitte gaan natuur en cultuur met elkaar de strijd aan in een theatraal concert.
Met een luisterschelp in de hand start de wandeling, die ons via een boomgaard en een bospad naar de open plek in het bos brengt. Helaas doet de luisterschelp het op de première niet. De techniek laat het afweten, dus wandelen we zonder de bijbehorende audiotrack en moeten we het doen met de geluiden van het bos. Een kleine, zure toevalligheid, maar wel een verrassend passend begin voor een voorstelling die de verhoudingen tussen mens en natuur onderzoekt.
Op een geïmproviseerde tribune van ingegraven krukjes, zien we hoe het decor langzaam tot leven komt. Vanaf het dakje van één van de uitkijkposten klinkt een sprookjesachtige stem (Truus Melissen). De stem spreekt in het Nederlands maar verhaspelt soms woorden vanuit het Engels. Of is dit een andere taal die word gesproken? De taal van Shakespeare, de taal van het eiland uit De Storm, de tekst die de inspiratie voor deze voorstelling gaf.
De hoop bladeren in de hoek, blijkt een man met warrig haar te zijn. Ook vanachter een steen en een boom verschijnen twee figuren. Dit bosvolk (gespeeld door Dion Vincken, Rocco Ostermann en Manna Horsting) kijkt ons indringend aan. Zijn wij indringers in dit bos? Is dit een waarschuwing?
Dan begint een vrouw (Hanneke de Jong) zenuwachtig te bewegen. Het bosvolkje richt zich tot haar en nodigt haar uit bij hen te komen. Tegensputterend komt ze naar voren en probeert een gesprek te beginnen. Maar ze spreken haar taal niet. Dan probeert ze het in het Engels. Ze nemen de klanken van haar over. Die klanken worden melodieën en vanuit daar ontstaan zinnen en samenzang. Nu spreken ze dezelfde taal. Is het de taal van het bos? Of is het de taal van Shakespeare?
Een trillend bosje gras
Wat volgt is een ritueel, begeleid door liederen in een decor (ontworpen door Hester Jolink) dat menig verrassing in petto heeft: bewegende takken op de vloer, een trillend bosje gras, paddestoelen die kleurige sporen loslaten in de wind of waar je heel diep je arm in kan steken.
Vanuit het enorme ei dat in de verte in het bos ligt, komt een cocon te voorschijn. De pop wordt zorgvuldig geopend en ontleed. Witte wollige vlokken komen eruit tevoorschijn. Dan vindt de vrouw het begin van een draad in de cocon. Al zingend rijgt ze hem zorgvuldig door het decor heen. Dan loopt ze door publiek het bos in. De draad laat ze bij ons achter. Alsof ze verlangt dat wij hem daar weer oppakken.
Dit ritueel ontvouwt zich organisch. Het lijkt een volkomen logisch maar wonderlijk verloop te hebben voor de vrouw en het groepjes bosbewoners. Soms ga ik daar in mee en mag ik een eigen betekenis geven aan wat ik zie, maar vaak wordt mijn fantasie al ingevuld door de op Shakespeare geïnspireerde songteksten van de Kate Bush-achtige liederen. Dan wordt mijn fantasie verstoord, worden de rituelen minder poëtisch en lijken ze iets te bedoelen waar ik niet helemaal bij kan komen. De beelden worden samen met de inhoud van de Shakespeariaanse teksten een puzzel waarvoor ik de oplossing niet vind. Daardoor verdwijnt de magie van de rituelen. Jammer, want de muziek, de songteksten en de beelden zijn prachtig. De samenzang geeft me meermaals kippenvel.
Op het moment dat ik de voorstelling meer ga zien als theatraal concert, valt er meer op z’n plaats. Nu mag ik gewoon luisteren en zijn de beelden een visuele ondersteuning van de muziek. Die kijkrichting is mij echter niet duidelijk vanaf het begin. Door de duur van het beginbeeld, waarin de bosbewoners langzaam tevoorschijn komen en alle verrassingen die het decor in petto heeft, word ik voornamelijk visueel geprikkeld en start ik de voorstelling met de instelling dat de muziek de beelden ondersteunt. Hierdoor ontdek ik pas halverwege de voorstelling, dat het waarschijnlijk andersom bedoeld is: namelijk dat de beelden de muziek ondersteunen. Misschien heeft dat iets te maken met de luisterschelpen die het lieten afweten?
Na de voorstelling heb ik alsnog de audio van de luisterschelpen gehoord. En inderdaad, hierdoor word ik op het juiste spoor gebracht. Er wordt zelfs letterlijk door de sprookjesachtige vertelstem gezegd: ‘Look met je oren.’ Dat samen met de Efteling-achtige glinstertoontjes in de soundscape, maakt dat ik veel beter snap waarin ik terecht was gekomen en hoe ik dus had moeten kijken en luisteren. Het maakt waarschijnlijk dat je als toeschouwer met een meer betoverde blik naar het bos om je heen kijkt.
Koloniseren
Het lijkt dat er een poging wordt gedaan om iets te vertellen over het koloniseren van ‘onbeschaafde’ plekken en volkeren, en het naar onze hand zetten van de natuur. Dit thema wordt onderstreept door de verbazing van de vrouw als het volk geen Nederlands of Engels blijkt te beheersen. Haar ontdekkingstocht, waarin ze van de bosbewoners probeert te leren, licht dat thema nog verder uit. Zeker als de van de cocon gesponnen draad in het publiek achterblijft. Wij moeten als publiek iets leren van dit volk. Hoe ze samen deel zijn van hetzelfde wonderlijke ecosysteem. Dat is een prachtige en romantische gedachte.
Maar als dit een voorstelling is over de verbinding van de mens met de natuur, en de makers willen pogen om de natuur weer stem te geven, valt het me op dat daarvoor, midden in een bos, erg veel techniek nodig is. De natuur wordt voor de voorstelling behoorlijk gecultiveerd en aangepast om een stem te krijgen.
De luisterschelp van het begin, hoe zorgvuldig ook ontworpen en geprint met een 3d-printer, lijkt hiervan een tekenend voorbeeld. Een door de mens ontworpen schelp, van plastic geprint gebruikt om te luisteren naar een electronisch apparaat dat digitaal geluid uitzendt. Iets wat door mensen is gemaakt, waarin de natuur als middel wordt gebruikt en niet als doel.
Er wringt iets in het gebruik van de teksten van Shakespeare en op hem geïnspireerde popmuziek om onze band met de natuur te onderzoeken. Zeker als dat wordt geplaatst tegenover een groep bosbewoners op locatie in een daadwerkelijk bos. Er zijn in dat bos, dus midden in de natuur, wel erg veel menselijke ingrepen nodig, technische middelen of culturele uitingen, om ons tot de natuur te brengen. De herwaardering of synergie met de natuur uitdrukken via het manipuleren van die natuur of door popmuziek en Shakespeare naar het bos te brengen, hebben iets weg van de eerder besproken beschavingsgedachten. Hinten de makers hier naar het personage Prospero uit De Storm, die met magie mens, dier en natuur manipuleert?
Tijdens de voorstelling dringt soms ineens het geluid van bos door de muziek heen. Dan kraakt er een boom of horen we de wind door de bladeren suizen. Het publiek kijkt wat verstoord om. Het bos laat van zich horen. Als die momenten samenvloeien met de beelden en de muziek is dat prachtig. Maar als het bos wint van de voorstelling, doordat ze onze aandacht weggrijpt en de voorstelling plotseling de indringer is, wordt duidelijk dat de natuur geen hulp nodig heeft om een stem te krijgen.
Foto’s: DeJong&DeWitte