Vallen kan op allerlei manieren: de vrije val van een parachutist, de neergang van iemand die emotioneel gebroken is, de smak na een duw, de val waarbij een ander je zorgzaam opvangt. Misiconi, het mixed-abled gezelschap, dansers met en zonder beperking, toont in Falling dat de val een mooie, natuurlijke beweging kan zijn, hoopvol ook. Dat doen de danseressen vaak met wind tegen, dan weer wind mee. Letterlijk, want op de vloer staan flinke stellages met eenentwintig krachtig blazende ventilatoren.

In de voorstelling, een choreografie van Joop Oonk, dansen Sanne Knop, Susanne van der Staak, Anastasia Jansen en Joana Carvalho, een mixed ensemble, de eerste twee hebben zichtbaar een beperking. Die twee dansen tegen het eind van de productie het meest indrukwekkende en vertederende duet van deze voorstelling. Daarbij zitten beiden op de grond, ze omhelzen elkaar, houden elkaar met de armen in evenwicht en draaien om elkaar heen. Het is het favoriete duet van de twee, zo vertellen ze na afloop van de première op Theaterfestival Boulevard.

De voorstelling is al begonnen als het publiek binnenkomt. Op de vloer staat een gedaante gehuld in grote doeken, in meerdere lagen, het blijken elementen van een parachute te zijn. De armen zijn gespreid. Wil die gedaante angst verbeelden of zich juist verhullen? Dat is niet duidelijk, maar het is wel een prominent figuur op de vloer. Ver op de achtergrond staat nog eenzelfde figuur

Ventilatoren
Er waait al een briesje in de zaal, maar de wind is pas flink voelbaar als alle ventilatoren aangaan. Knop en Van der Staak verwijderen steeds een doek bij de gedaanten en brengen die naar achteren. Door de stroming uit de ventilatoren waaien de doeken alle kanten op, ook over de hoofden van het publiek dat voor een deel aan weerszijden van de vloer zit.

Als de dansers allemaal zichtbaar op de vloer staan, ontstaat een levendige choreografie met meerdere duetten, wedstrijdjes en een enkele solo. Dat begint met een scène waarbij Sanne en Suzanne op de grond zitten en de benen van de andere twee danseressen stevig omklemmen, waardoor die collega’s zich staande kunnen houden en vrijuit kunnen bewegen met bovenlijf en de armen. Daarna is het vallen en opstaan, typerend voor het leven, maar ook voor de hedendaagse dans.

Deze danseressen bewijzen een uur lang dat performers met heel verschillende achtergronden en mogelijkheden op een organische, vanzelfsprekende manier een pakkende, ontroerende voorstelling kunnen voorschotelen. Zo zijn er duetten waarbij de danseressen elkaar wegduwen en weer opvangen, dan weer elkaar met gespreide armen bij de hand pakken en elkaar zo in evenwicht houden. Ook staan ze op elkaars bovenbenen of lopen over de ruggen van de andere bewegers.

Wederzijdse zorg
Het is een stroom aan uiteenlopende bewegingen, die contentieus en met concentratie wordt uitgevoerd. Dat maakt Falling energiek, boeiend en tegelijkertijd een toonbeeld van wederzijdse zorg en onderling respect. Dat slaat over naar de tribune.

In Falling zijn meerdere herhalingen en terugkerende scènes. Zo ook het speelse moment waarbij de vier de performers in rondjes rennen, elkaar soms inhalen, om dan plots de andere kant op te hollen. De muziek is soms repeterend, dan weer opzwepend en dwingend.

Opmerkelijk is de manier waarop het publiek een plaatsje krijgt. Misiconi experimenteert met prikkelarme voorstellingen en laat het publiek de keuze: wil de toeschouwer veel prikkels of juist weinig? Degene die prikkels aankan, mag op een stoel op het podium zitten, dicht bij de dansers, de geluidsboxen én de ventilatoren. Iemand die net iets minder prikkels wil, zit vooraan op de tribune en voelt ook daar de wind circuleren. Het is een interessant experiment dat inclusie in de theaterwereld een handje helpt, want zoveel mogelijk mensen krijgen de kans om de voorstelling bij te wonen.

Het stuk eindigt kwetsbaar. Want wat als je instort en blijft liggen, als niemand de helpende hand uitsteekt? Dat is eenzaam. Het is een korte en betekenisvolle solo van Joana Carvalho, professioneel danseres en opgeleid op de Dansacademie in Tilburg. Om de impact daarvan mee te krijgen, maakt het niet uit waar je zit, dicht op de huid van de performer of op de achterste rij van de tribune.

Foto: Karin Jonkers