Welkom, zegt Lotte Velvet, aan boord van de Paradise, ‘voor al uw intergalactische budgetreizen’. We schrijven het jaar 2650, de aarde is inmiddels onbewoonbaar, ‘vlammen in de bossen, barsten in de wegen, dagenlange regen’. Dus Velvet en haar medemuzikant Annika Boxhoorn zijn samen met een groepje Paradebezoekers de ruimte in gekatapulteerd. En als mensheid op drift kun je het slechter treffen dan in gezelschap van kleinkunsttalent Lotte Velvet.

Velvet staat bekend om haar droogkomische, apocalyptische muziektheater, waarin ze de grote problemen van nu (klimaatverandering voorop) met een sardonische grimas en een lekker punksausje uitserveert. Velvet vangt haar Paradevoorstelling Club Velvet aan met een melancholisch afscheidslied, waarin ze het einde van de aarde bezingt.

Maar al snel maakt de weemoed plaats voor vrolijke satire. In het tweede lied beschrijft ze hoe de mensheid halsoverkop de planeet verlaat en moet bedenken wat wel meegenomen wordt (spullen, kleding) en wat overboord wordt gekieperd. De meeste kunst haalt de schifting niet, behalve natuurlijk Soldaat van Oranje, daar is op een of andere manier áltijd publiek voor. Die zit ‘na 600 jaar ook in de ruimte nog goed in elkaar’, zingt ze, terwijl ze afstevent op een heuse mini-re-enactment van de voltallige productie.

Via de toekomst blikt Lotte Velvet op slimme wijze terug op het heden – waarin alle toekomstige problemen hun oorsprong vonden, gevoed werden of simpelweg genegeerd werden. Ook in het fijne lied over twee millennials bij wie het kapitalistisch denken zo in de aard van het beestje zit, dat ze het heelal terstond beginnen te koloniseren, toont Velvet zich een scherpe observant van deze tijdgeest. In het meerstemmige slotlied is er meer ruimte voor poëzie en verstilling – en bewijst Velvet op de valreep van deze korte theatrale proeve zeker ook een zeer veelzijdige podiumkunstenaar te zijn.

Club Velvet geldt als (aanlokkelijk) voorproefje voor haar tweede avondvullende programma Carrousel, waarmee ze vanaf komend najaar op tournee gaat. De veel te krappe container en het geschreeuw en gebonk op het zonovergoten Paradeterrein daarbuiten, geven deze muzikale ruimtereis een welkom extra catastrofaal bijsmaakje.

In de korte intermezzo’s tussen de nummers door is haar podiumpresentatie nog wat hakkelend en zoekend, maar dat geeft voor nu niet: deze festivalvariant is eerst en vooral een liedjesprogramma. Vrolijk, maar ook met een knagend angstig voorgevoel, word je door Velvet en Boxhoorn na een krap half uur uit de zeecontainer gestuurd, terug die brandende wereld in.

Foto: www.hoffoto.nl