Hoe verhouden we ons tot elkaar in een overweldigende wereld vol pathos? Sing Along van de jonge theatermaker Charles Pas is een grillig en indrukwekkend vormonderzoek, dat inhoudelijk nog aan zeggingskracht kan winnen.

Schokschouderend bewegen twee lichamen zich door de ruimte. Rookpluimen en onrustig flitslicht laten de lichamen verschijnen en verdwijnen. Een enorme houten, wit geschilderde paal vooraan in het beeld laat de toeschouwer voortdurend zoeken waar de performers zich bevinden. Een geluidsdecor met onbestemd geruis benadrukt leegte en afstandelijkheid, ‘in de verte’ dient een vervormde stem zich aan.

De eerste beelden van Sing Along zijn direct intens. Dan, na een poosje, verandert de sfeer. Het flitslicht (lichtontwerp: Thomas Glorieux) wordt ingeruild voor een enkele spot met een warme oranje gloed. De lichamen zoeken elkaar op. Eerst draaien de twee om elkaar heen, dan leunen ze even ruggelings tegen elkaar. Geen enkele toenadering lijkt echter te beklijven.

De enorme paal, die een hoek blijkt en van bovenuit in beweging wordt gezet, draait om zijn as. Terwijl de man (Charles Pas) zich erachter verschuilt, draait het hout in een grote boog rond het andere personage (Pleuni Veen). Een in de paal verborgen spot werpt een oranje lichtbundel op haar en zo staat ze automatisch in de spotlight.

Even later staat de man (wit hemd, donkere broek) heftig zwaaiend met de armen middenin de ruimte. Het abstracte geluid, een compositie van Rint Mennes, heeft dan allang plaats gemaakt  voor een bombastisch concertgeluid. Als toeschouwer waan je je in een grote muziekhal, het is pathos ten top. Daarna glijden we mee in nieuwe beelden, waarin de twee zich nestelen bij een intiem warm licht, dat transformeert tot een paarse gloed. Zo nemen de makers hun publiek steeds mee in nieuwe atmosferen. In het cinematografische landschap transformeert de ruimte voortdurend en krijgt uiteindelijk ook het natte, stormachtige weer buiten een bijzondere rol.

Maar wie zijn deze twee mensen? Dat vraag je je gaandeweg de overload aan vorm af. Ze blijven anoniem. Wat ze met elkaar hebben en waarom ze elkaar opzoeken blijft ongewis. Dat maakt van Sing Along ook wel een groot raadsel. Qua vorm is deze korte voorstelling, die behalve op Over het IJ Festival ook op De Parade speelt, overweldigend, maar inhoudelijk roept de schetsmatige aanpak vooralsnog ook de nodige vragen op. Zijn de twee elkaars alterego? Waarom zijn ze verschillend gekleed en is de één fysiek veel sterker aanwezig dan de ander?

Ook in het aandeel van het object zit best nog meer ‘muziek’. Charles Pas lijkt met verschillende versies te experimenteren (deze avond was hij zelf performer, een dag eerder speelde Pleuni Veen de voorstelling met Melyn Chow). Dat doet vermoeden dat Sing Along nog volop in ontwikkeling is.

Foto (Veen en Chow): Moon Saris