Het begon vorige week donderdag met noodweer, vervolgens verbood vrijdag Staatsbosbeheer op de valreep een voorstelling, was er zaterdag een norse boswachter die op staande voet een vergunning eiste (‘binnen tien minuten!’) en weigerden de pinautomaten ’s avonds dienst. (meer…)
Het is alsof regisseur Lotte Lohrengel en componist Fabian van der Dussen een dealtje hebben gesloten met de natuur. Als tegen het eind van de voorstelling Vonk de wind, die tot die tijd al voortdurend nadrukkelijk van zich heeft laten horen, aanzwelt tot stormkracht, voegt een machtig ruisen zich bij de soundtrack.
Het is de opmaat tot de finale van de overrompelende bewegingstheatervoorstelling waarin de negen jonge spelers van de productiegroep van De Noorderlingen zich van hun allerbeste kant hebben laten zien.
Het is elk jaar weer een must see op het Drentse FestiValderAa, de in relatief korte tijd in elkaar gezette afscheidsvoorstelling van een nieuwe lichting toneelspelers die staan te trappelen om uit te vliegen. Nog één keer tonen ze hun kunnen, nog één keer laten ze zien waarom ze menen recht te hebben op een toelatingsbewijs voor de toneelschool. Met Vonk tonen ze hun visitekaartje.
Op Marianne’s Paradijs, een glooiend terrein ingeklemd tussen een meertje en een weiland en omgeven door imposante bomen, ontvouwt zich een spel van aantrekken en afstoten, wordt gezocht naar contact, wisselen woeste scènes met ontroerende, verstilde momenten, is de tragiek doorspekt met hilariteit. Bijna woordloos wordt er een wereld tevoorschijn getoverd waarin de zoektocht naar een eigen plek op dit ondermaanse de aanjager lijkt te zijn. Er is tederheid, afgunst, wanhoop, iedereen probeert zijn positie te duiden in voortdurend wisselende coalities. Soms een tegen een, soms een tegen allen. En, in een hilarische scène op een bankje, allen tegen allen.
Spelers duiken even plots op uit het struikgewas als dat ze er weer in verdwijnen zonder dat het willekeurig aanvoelt. De choreograaf in Lohrengel heeft een prachtige cadans in de voorstelling weten te houden. Ongetwijfeld in innige samenspraak met Van der Dussen, die een rijke compositie heeft afgeleverd, waarin hij ambient-achtige geluiden afwisselt met gedragen blaasmuziek of pompende beats.
Het ‘zacht verlangen van versmelting – dat we dan gelukkig zijn’, waarvan gesproken wordt in een toelichting, krijgt gestalte in de prachtige finale waarin alle spelers in ondergoed hun opwachting maken. Vlak nadat het machtige ruisen der bomen dat al had aangekondigd.
Foto’s: Niels Knelis