In Framed ontmoeten we acht performers die zichzelf voorstellen aan de hand van hun lichamen: via uitvergrote poses, glitchende bewegingen en mijmerende voice-overs krijgen we een kijkje in hun fysieke (on)zekerheden.

In een regie van Karolien Verlinden betreden de zes dansers (Margaux Cauliez, Mick Galliot Fabré, Britt Lemmens, Adina Macpherson, Gytha Parmentier en Arend Peeters) en de twee muzikanten (Hantrax op keytar en Nabou Claerhout op trombone) één voor één het verder zo goed als lege toneel. Er is slechts een achterdoek bestaande uit roze, iriserende siliconen blokken, dat gedurende de voorstelling naar beneden wordt getakeld en blok voor blok neerdaalt, totdat het een dansvloer is (een eenvoudige maar elegante scenografie van Ief Spincemaille).

De muziek, deels op band en deels live verzorgd, heeft de vibe van een dansclub, en fluctueert daarin in hevigheid: soms een bedeesde beat met aanzet van Claerhout, en op tekstloze momenten intenser en kleurrijker.

De dans bouwt langzaam op: de performers, muzikanten incluis, nemen poses aan en tonen korte bewegingsfrasen, terwijl ze elkaar en ons observeren. Ze breken in kliekjes uiteen, laten elkaar los en vinden elkaar weer. Vooral het kijken en bekeken worden, het reageren op en verhouden tot elkaar, roept meteen een herinnering aan tienertijd op; geen toeval dat de voorstelling zich vooral op 12+ richt.

Huilen in een pashokje
In diezelfde opbouw horen we over de speakers bedachtzame tekstfragmenten van de acht performers, waarin ze hun lichaam beschrijven. Wat zij daar zelf van vinden, waar ze trots op zijn of juist niet, hoe ze zichzelf positioneren of hoe anderen op hen reageren. Wat begint met neutrale statements – tatoeages, lange nek, ik sta altijd met mijn voeten dicht bij elkaar – ontvouwt zich tot meer serieuzere statements en korte monologen. Over mannelijkheid en vrouwelijkheid, machogedrag, stekend commentaar, huilen in het pashokje. Geen onbekende onderwerpen, maar desondanks wel thema’s die voor pubers nog altijd actueel zijn.

De begeleidende tekst bij de voorstelling benoemt beladen maar in premisse betekenisvolle onderwerpen zoals racisme, fatphobia en seksisme; daar komt de voorstelling zelf slechts een aantal keer aan toe, en ook daar blijft het bij mijmeringen. Framed weet zonder problemen de ervaring aan pubertijd en veranderende lichamelijkheid op te roepen en in abstractie weer te geven, maar lijkt niet zo goed te weten wat het met deze verzameling aan statements wil zeggen.

Des te interessanter is hoe de dansers die voice-overs vertalen: hier en daar worden de tekstfragmenten herhaald, geremixed en vervormd, waardoor er glitches en haperingen ontstaan in zowel tekst als dans, waarmee de uitgesproken onzekerheden een nieuwe fysieke gestalte krijgen. Zonder opzichtig te worden in haar boodschap, maakt Framed daar alle twijfels en schuchterheid invoelbaar. Het rechttrekken van kleding ‘zodat je geen vetrolletjes ziet’ wordt een ritme dat communiceert hoezeer dit een gespannen, straffe gewoonte is geworden.

Framed is op haar sterkst op de korte momenten wanneer tekst en dans zodanig samenkomen: de letterlijkheid van de tekst en de abstractie van de dans vormen samen iets wat aan je verbeelding wordt overgelaten.