Bij Likeminds was sprake van een patroon van grensoverschrijdend gedrag, waarbij de machtspositie van de algemeen directeur een essentiële rol speelde. Dat concludeert het signaalonderzoek dat de Raad van Toezicht liet uitvoeren naar aanleiding van een NRC-artikel over sociale onveiligheid bij het gezelschap. In een verklaring op de website van het gezelschap geeft de RvT nog geen duidelijkheid over de gevolgen voor de positie van de directeur omdat hij ‘in verband met persoonlijke omstandigheden momenteel niet in staat is om een gesprek met de RvT aan te gaan’.

Het onderzoek, uitgevoerd door Stichting Sociale Veiligheid Podiumkunsten (SSVP), bestrijkt de hele periode vanaf de oprichting van Likeminds tot op heden. 29 (oud)medewerkers, (oud)makers en stakeholders werkten mee. De algemeen directeur, die na de publicatie in NRC door de RvT meteen op non-actief gezet werd, is niet ingegaan op de uitnodiging met de onderzoekscommissie te spreken. Het rapport is dus zonder zijn inbreng en weerwoord tot stand gekomen.

In haar conclusie stelt de commissie echter dat het van veel melders vergelijkbare en consistente ervaringen heeft opgetekend met betrekking tot de sociale veiligheid, waardoor ‘in redelijkheid kan worden vastgesteld dat sprake is van een breed gedragen patroon van wat zich binnen Likeminds heeft afgespeeld’. Het is volgens de commissie ‘aannemelijk dat er sprake was van grensoverschrijdend gedrag’. De machtspositie van de algemeen directeur is hierbij essentieel, zo stelt de commissie. ‘Zonder deze zou de persoon tot wie het grensoverschrijdend gedrag zicht richt, zich kunnen verdedigen en van zich af kunnen bijten, uitzonderingen daargelaten. Door de afhankelijkheidsrelatie is die ruimte er niet.’

Tegelijkertijd erkent het rapport het belang van de algemeen directeur voor de sector en de ontwikkeling van Likeminds. ‘Meerdere deelnemers, ook die met negatieve ervaringen, spreken zich positief uit over Likeminds en de rol die de algemeen directeur hierin heeft gespeeld.’ Op geen enkel moment, ook niet tijdens of na het signaalonderzoek, zijn strafbare feiten naar voren gekomen.

Opvallend is dat stakeholders in de sector en andere personen met een hiërarchische rol binnen de organisatie volgens het rapport wel algemeen bewustzijn hadden over het grensoverschrijdend gedrag, maar dat dit onvoldoende leidde tot (pro)actief handelen. De RvT werd door geïnterviewden gezien als ‘onbekend en onzichtbaar’. Daarbij was er een zeker wantrouwen over de (informele) relatie tussen de algemeen directeur en het bestuur (nadien RvT). Er was te weinig afstand.

De RvT brengt vandaag op de website van Likeminds alleen de conclusies van het rapport naar buiten. In verband met de vertrouwelijkheid koos de Raad ervoor om alleen de twee directieleden recht op inzage in het rapport te geven, en niet alle geïnterviewden. De zakelijk directeur heeft het rapport ingezien. De algemeen directeur heeft daar volgens de RvT tot op heden geen gebruik van gemaakt. Ook over de conclusies heeft de RvT nog niet met hem kunnen spreken, daartoe zou hij ‘in verband met persoonlijke omstandigheden’ momenteel niet in staat zijn. Daardoor kan de RvT ook nog geen duidelijkheid geven over de gevolgen voor zijn positie.

De RvT laat wel alvast weten alle aanbevelingen op te volgen die de onderzoekscommissie formuleerde op basis van haar constateringen en conclusies. Die aanbevelingen gaan onder meer over het professionaliseren van managementvaardigheden bij de directie en het voorkomen dat de macht vooral bij één persoon komt te liggen. Ook komt er een kritische beschouwing over de rol en invulling van de RvT, het verbeteren van haar zichtbaarheid binnen de organisatie voor medewerkers en makers en het vormgeven en borgen van een kritisch geluid ten opzichte van de directie.

Foto: Hedayatullah Amid